Religieuze instellingen delen ervaring met huiselijk geweld

De periode tussen 25 november en 10 december wordt door de VN gemarkeerd als de Sixteen Days of Activism Against Gender Based Violence Campaign. In dit kader heeft het Bureau Gender Aangelegenheden (BGA) van het ministerie van Binnenlandse Zaken enkele activiteiten uitgezet, waaronder ook het delen van de ervaringen en rol van religieuze instellingen bij de strijd tegen gender gebaseerd geweld te benadrukken. Onderstaand geval belicht een situatie waarmee een religieuze instelling kortgeleden geconfronteerd is geworden. Hiermee wenst het BGA u een beeld te geven dat ernstige huiselijk geweld situaties zich in Suriname voordoen, waarbij het recht van jonge meisjes op een gezonde toekomst in het geding komt te staan.

‘Recent kwam een begeleider van een religieuze instelling in contact met een jonge dame, een tiener. Ze gaf aan vergeetachtig te zijn en teveel aan het hoofd te hebben. Ook wekte ze de indruk een ontwikkelingsachterstand te hebben. Het gezin waartoe zij behoort bestaat uit een aantal kinderen en zij leven van een uitkering van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting en kinderbijslag. Deze tiener behoort tot een sociaal zwak gezin, waarvan de moeder op zeer jonge leeftijd in de prostitutie en in het actieve of passieve drugscircuit belandde omdat zij moest helpen met de verzorging van het gezin van haar tante. Ten tijde van het gesprek deelde zij zeer stellig mede bezorgd te zijn om haar moeder en zus, die veel te maken hebben gehad met fysiek en verbaal geweld. Dit geweld werd gepleegd door haar stiefvader. Op de vraag over haar stiefvader werd ze heel erg boos en gaf aan tal van mensen te willen doden. Toen ze in de gelegenheid werd gesteld om haar verhaal te doen, heeft ze na veel twijfelen losgelaten dat de stiefvader haar heeft ontvoerd en naar een ver afgelegen gebied heeft gebracht, waar ze later teruggevonden is. Op voornoemde locatie zegt deze dame te zijn misbruikt door de stiefvader en zijn vrienden. Dit gebeurde enkele jaren geleden. De stiefvader schijnt een gevangenisstraf te hebben uitgezeten. Het vertellend kind maakte steeds meer een verwarde indruk. Echter, haar boosheid en verontwaardiging waren duidelijk merkbaar in haar intonatie en gedrag (kijken met zeer grote ogen, verheffen van de stem, trillen van het hoofd en vooral de tranen van emotie). Het gesprek vermoeide haar heel erg. Ze wist nog wel los te laten dat ze heel angstig is als ze alleen is, liever zogenaamd lacht, graag over gekke dingen praat om zichzelf blij te maken en zich heel vies voelt. Volgens haar moeder is het gebeurde haar eigen schuld. Ze heeft moeite met vanzelfsprekende zaken, zoals het onthouden van haar geboortedatum. Ze houdt zich bezig met het vertellen van verhalen, zolang ze in haar verhalen geen eigen rol heeft. Ze raakte helemaal van streek toen er aan haar werd voorgesteld om naar een psycholoog of psychiater te gaan. Ze zegt eerder onder behandeling te zijn geweest van een psycholoog, waarvan ze vindt niet goed geholpen te zijn. Het wordt steeds lastiger voor de begeleider (van desbetreffende religieuze instelling) om gericht met deze dame in contact te komen. Deze jonge dame verzuimt bewust of onbewust verdere sessies bij te wonen”.

Uit statistieken van diverse onderzoeksrapporten blijkt dat de meeste slachtoffers van gender gebaseerd geweld vrouwen zijn. Dit geldt ook voor huiselijk geweld. Uit het onlangs gepubliceerde IDB onderzoek “Landelijk Gezondheids Enquête onder vrouwen in Suriname 2019” welke is uitgevoerd onder 1527 vrouwen in de leeftijdsklasse 15-64 jaar is gebleken dat 32% van de vrouwen tenminste een handeling van lichamelijk en/of seksueel geweld door een intieme partner heeft ervaren in haar leven; 31% koos ervoor om met hun moeder te praten of helemaal niemand iets te vertellen; 67% van deze groep heeft geen hulp gezocht bij instanties en 30% zegt geen hulp te hebben gezocht omdat ze geweld zien als normaal of niet ernstig beschouwde. Het laatstgenoemde kan een voortvloeisel zijn van de verwachtingen die de samenleving heeft van de vrouw. Het Multiple Indicator Cluster Survey (MICS) rapport van 2018 geeft namelijk aan dat er zowel mannen (15.2%) als vrouwen (11.7%) in onze samenleving zijn die de opvatting hebben dat het gerechtvaardigd is dat de vrouw mishandeld wordt als zij niet voldoet aan bepaalde verwachtingen die de samenleving heeft van de vrouw.

Hiernaast zijn er andere factoren die vrouwen beletten toegang te krijgen tot hulp, waaronder angst, schaamte en geen kennis hebben van mogelijkheden voor hulp. Sommige slachtoffers wenden zich tot de religieuze organisatie waartoe zij behoren. Het BGA benadrukt nogmaals middels bovenstaand verhaal dat slechte economische situaties vrouwen en meisjes kwetsbaar kunnen maken voor (huiselijk) geweld en dat voor het voorkomen en bestrijden van (huiselijk) geweld het van belang is te werken naar gezonde relaties en goed geoliede hulpverleningsnetwerken. Het ministerie van Biza bedankt alle religieuze instellingen die gehoor hebben gegeven aan de oproep en noodzaak om hun rol in de strijd tegen het gender gebaseerd geweld dat vrouwen wordt aangedaan in te nemen!

error: Kopiëren mag niet!