Geen vruchtbare bodem voor geweld

Gisteren hebben we de traditionele herdenking van de 8 Decembermoorden gehad in Suriname. We hebben al 2 jaren geschreven dat de herdenking geen monopolie moet zijn en geen exacte copy-paste van de voorgaande jaren. We respecteren en eren de dappere vrouwen en mannen die de herdenking jarenlang hebben gedaan, maar het wordt ook tijd voor nieuwe gezichten en een gevarieerde herdenking. Het lijkt alsof er een contract van 40 jaar is gesloten met een aantal geestelijken, dat elk jaar braaf opdraaft en iets voorleest. Waarom moeten alleen geestelijken een bijdrage op deze dag leveren? Wanneer we dit stuk schrijven, dan anticiperen we wat er op de avond zal gebeuren, op wat er iedere avond is gebeurd. We weten niet of er nu wel voor een stuk vernieuwing en innovatie is gezorgd. We schrijven daarover morgen. Waarom we er een punt van maken de laatste jaren is het volgende: de herdenking van de 8 Decembermoorden wordt waarschijnlijk een erfenis van het nageslacht. We zullen het overdragen aan de komende generatie, omdat zij de lessen leren uit onze pijnlijke geschiedenis en opdat het leven dat mensen hebben gegeven (of dat hun is gruwelijk is ontnomen) niet voor niets moge zijn geweest. We moeten de lessen leren, omdat we nu zien dat er mannen zijn die nog steeds geloven in wapens, dus in bloedvergieten. Het zijn mannen die eerst een dictatuur hebben gevestigd, daarna zijn er moorden begaan (intern en buiten de militaire kring) en daarna is men zelfs op democratische wijze president geworden, maar met een autocratische inborst. De jonge generatie wordt opgeroepen door deze mannen om de wapens op te pakken en dan komt altijd het onvermijdelijke: de mens die in opstand komt en met alles wat hij heeft het hoogste goed tijdens het leven opeist: de menselijke vrijheid die alleen beleefd kan worden in de democratie. Daarin geloven wij, de natie, zie maar in de grondwet van de republiek. De jongeren moeten weten dat wapens oppakken komt met een kettingreactie. We moeten de wapens niet meer oppakken, wat de mannen in 1980 hebben gedaan is fout en 1982 is een misdaad waarbij wij wel zijn gekomen nu tot een vervolging en ook een berechting. De jonge generatie haar geest moeten we niet vergiftigen met geweld, maar verrijken met het denken over ‘artificial intelligence’ maar ook de verhoging van de voedselproductie, nu niet op de traditionele manier, maar op de moderne manier. Want in onze vrije tijd willen we ook als moderne mensen van de wereld door het leven gaan. Er wordt gesolliciteerd naar geweld in Suriname door enkelen, maar gelukkig zijn er geen reflectanten, die zullen er niet zijn. Suriname worstelt nog steeds met 1980 en 1982, maar ook met de gedwongen onafhankelijkheid zonder degelijke voorbereiding van 1975. We worstelen, soms met elkaar, maar we zijn als samenleving wel vooruit geschoten. Dat komt ook door de vooruitstrevendheid van de bevolking, eerder op het individuele microniveau en veel minder op het collectieve macroniveau. Bij de herdenking van 8 december 1982 moeten wij constateren dat er nog steeds mensen boven de 70 zijn, die dicht en in het centrum van het bestuur hebben gestaan, dus zeker in aanraking geweest moeten zijn met wijze mensen met verstand, maar die nog steeds niet begrijpen wat de democratie. Men wil geen ‘kese kese’, maar dat is juist een eigenschap van de democratie. Er zou geen sprake zijn van een functionerende democratie als alle politieke partijen over het algemeen op één lijn zouden liggen en bij uitzondering met elkaar van mening zouden verschillen. Eenheid onder politici is een verdachte zaak in de democratie, dan zou er sprake kunnen zijn van een samenspanning van de politieke elite tegen de burgerij. De democratische rechtstaat houdt in dat er meerdere partijen zijn met hun eigen sociaal-economische en maatschappelijke opvattingen en daarin mag men wezenlijk van elkaar verschillen. Wanneer sommige van die gelijkgestemde partijen de verkiezingen winnen en de andere in de oppositie belanden, dan is daarmee de aanzet gegeven van weer een 5 jaren van politieke onenigheid en dat is normaal in de werkende democratie. Laten we in als samenleving in dialoog blijven met elkaar en het durven om met elkaar van mening te verschillen en dat ook uit te drukken. Laten we ervoor opkomen, onbevreesd, zonder gevaar voor leven en bezittingen. Er was vlak na de coup van de militairen, die niet de slimsten der samenleving vertegenwoordigden, een oproep naar terugkeer naar de democratie. Een systeem waar men vrij zijn of haar mening mocht geven, voor de eigen rechten en vrijheden mocht opkomen en van elkaar van mening mocht verschillen, dus een systeem met ‘kese kese’ oftewel de democratie. De democratie keerde uiteindelijk terug in Suriname, maar niet zonder een prijs. De prijs was zwaar, op geïsoleerde momenten hebben mensen het leven gelaten in kleine aantallen, individueel. Maar op sommige momenten waren de liquidaties groepsgewijs en zwaar gedirigeerd en georganiseerd, met folteringen en martelingen. Over het algemeen zijn wij geneigd daar langer bij stil te staan, vooral wanneer vooraanstaande burgers in een keer bij elkaar worden gezet en kapot geschoten, zoals bij de 8 Decembermoorden. Ook bij het Moiwana incident zijn veel Surinamers, van eenvoudige komaf, vrouwen, mannen en kinderen, door militairen doodgeschoten. Bij tijd en wijle moet de regering, omdat de militairen in naam van de staat handelden, deze zaak belichten en de verontschuldigingen aan de gemeenschap om de 5 jaar herhalen. Maar de spijtbetuiging moet daadwerkelijk getoond worden middels daden, om de gemeenschap aldaar te helen en te rehabiliteren. Dat kan door de ouderen die de zaak hebben meegemaakt te begeleiden en hun te ondersteunen als ze minder productief zijn geworden en door te investeren in de jeugd door goed onderwijsfaciliteiten zodat uit die gemeenschap een stevige generatie voortkomt.           

error: Kopiëren mag niet!