Adhin: “Ik ontken mij schuldig te hebben gemaakt aan enig strafbaar feit”

Hoorcommissie rapporteert mogelijk donderdag in huishoudelijke vergadering

De Nationale Assemblee (DNA) zal mogelijk donderdag in een huishoudelijke vergadering bijeenkomen om een besluit te nemen of er een openbare vergadering zal komen om NDP-assembleelid tevens ex-vicepresident Ashwin Adhin wel of niet in staat van beschuldiging te stellen. De hoorcommissie, onder leiding van VHP/coalitie-fractieleider Asiskumar Gajadien, heeft de NDP’er maandag uitvoerig gehoord en zal verslag brengen op de eerstvolgende huishoudelijke vergadering. Hoewel de vergadering van maandag achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden, is de verklaring van Adhin ondertussen door de NDP-fractie met de gemeenschap gedeeld. Hieruit blijkt dat de ex-vp verklaard heeft zich niet schuldig te hebben gemaakt aan enig strafbaar feit waarvan hij beschuldigd wordt, omdat het motief van alle strafbare feiten derhalve in zijn geheel ontbreekt. Hij vindt dat de directeur van het kabinet van de vicepresident, Tania Muskiet, uit rancune heeft gehandeld.

Superieuren Muskiet droegen geen kennis ervan

Muskiet is degene die om onderzoek heeft gevraagd aan het Openbaar Ministerie. Adhin beweert dat Muskiet dit heeft gedaan, zonder dat haar superieuren daar kennis van droegen. “Nadat mevrouw Muskiet door mij persoonlijk was aangetrokken en gedurende een jaar al zodanig als waarnemend directeur had gefunctioneerd, bleken er al gauw strubbelingen te ontstaan tussen haar en het personeel, hetgeen mij had genoopt haar te ontheffen. Die ontheffing kon helaas niet, omdat zij reeds in de functie als waarnemend directeur had gediend en wetshalve noodzakelijkerwijs benoemd zou moeten worden, alvorens tot ontheffing overgegaan kon worden. Deze mededeling was haar ook reeds gedaan. Intussen was de vervroegde regeringswisseling al een feit. Mijns inziens is de mevrouw in kwestie op wraak en rancune uit tegen onder andere mijn persoon, vanwege mijn oordeel omtrent haar functioneren en besluit haar te ontheffen”, stelde Adhin.


Zelfde apparatuur gebruikt bij inauguratie Brunswijk

Het is volgens Adhin van belang stil te staan bij de SRD 179.935 voor de aanschaf van een apparaat, omdat er berichten en boodschappen in de gemeenschap verspreid werden als zou de waarde liggen rond SRD 200.000, SRD 500.000 tot zelfs SRD 1,5 miljoen. “En alsof het al duidelijk was hoe en wie de vernielingen hadden aangebracht aan de zevental apparatuur, waarvan de reparatie niet hoger zal liggen dan US$ 4000, en de hele gemeenschap hiermee bezig wordt gehouden. Opvallend hierbij is dat dezelfde apparatuur is gebruikt bij de inauguratie en kort erna, terwijl deze apparaten conform een memo d.d. 8 juli 2020, werden afgeschreven wegens defecten, slijtage en “niet voor de dienst bruikbaar”, waarbij deze ook wordt goedgekeurd door de ex-vicepresident. Nu is het voor de ervaren ambtenaar en zeker voor een directeur, in deze mevrouw Muskiet, een trieste zaak dat een dergelijk hooggeplaatste functionaris niet bekend zou zijn met het feit dat afgeschreven goederen doorgaans wel degelijk geschikt zijn voor nader gebruik. Dit feit is gemakkelijk te begrijpen als wij bijvoorbeeld de afschrijvingen van voertuigen of meubilair voor de geest halen.”

Nieuw apparatuur was nog niet geleverd rondom inauguratie

Bij navraag zou de directeur volgens Adhin dan ook te weten gekomen moeten zijn, dat het bedrijf waar de video -en fotoproducties uitbesteed waren, niet beschikbaar was in en rondom de periode van de regeringswisseling en dat de nieuwe apparatuur (ter vervanging van de oude) ook nog niet geleverd was, waardoor teruggevallen moest worden op de afgeschreven apparatuur. “Immers was deze de enige apparatuur ter beschikking en hadden die de begunstigde, te weten het Doveninstituut, nog niet bereikt vanwege het niet beschikbaar hebben van een veilig pand om de afgeschreven apparatuur onder te brengen”, aldus Adhin. De enkele omstandigheid dat de goederen zijn terugbezorgd, geeft volgens Adhin aan dat er nooit een intentie was om de goederen te houden. “Bovendien heeft de huidige vp, dhr. Brunswijk, niet ontkend dat er schenkingen zouden worden gedaan. Hier over is er ook gecommuniceerd en was afgesproken dat de huidige vp de schenking zou doen.”

Ruimte Doveninstituut moest nog ingericht worden

Wat de tenlastegelegde valsheid in geschrifte betreft, zei de ex-vp dat het hier gaat om een memo van 8 juli 2020, waarbij hij voor akkoord heeft getekend, nadat de vermelding “niet bruikbaar voor de dienst”, door de secretaris van de rvm zulks had bijgeschreven. “Niet bruikbaar voor de dienst heeft in deze memo niet de betekenis van niet geschikt voor andere doeleinden.” Uit het verhoor van mevrouw Etnel van het Doveninstituut blijkt dat er wel een toezegging was voor een ruimte, echter kon die ruimte nog niet gebruikt worden. Het moest ingericht worden. “Het feit dat de apparaten gebruikt zijn bij de inauguratie van de huidige vp geeft aan dat de goederen nog bruikbaar waren”, aldus Adhin.

FR

error: Kopiëren mag niet!