Kwestie procureur-generaal domineert Ledenvergadering Surinaamse Politie Bond 

Een ledenvergadering van de Surinaamse Politie Bond, SPB, bleek maandag vooral in het teken te staan van de relatie tussen het Korps Politie Suriname en de procureur-generaal Roy Baidjnath Panday.

De vergadering was echter uitgeschreven, omdat gesprekken met de regering vergevorderd zijn om te komen tot bevorderingen voor eind november. Voorafgaand aan de vergadering waren er echter geruchten, dat enkele leden zouden gaan aansturen op een werkneerlegging, terwijl een andere groep leden daar geen voorstander van was. 

Er blijken twee groepen binnen de leden van de SPB te zijn, te weten een groep bestaande uit Raoul Hellings, Sergio Gentle en Revelino Eijk, en een tweede groep die bestaat uit Sarwankoemar Kasi, Mielando Atompai en Milton Kensmil. De groep Hellings had willen aansturen op een beraad en probeert rekruten achter zich te scharen – die 14 december worden beëdigd -, terwijl de andere groep geen voorstander van welke actie dan ook is.

Tijdens de vergadering bleek, dat er nog geen duidelijkheid is over wanneer loononderhandelingen kunnen starten. Ook is nog niet duidelijk of een verhoging van de voedingstoelage naar SRD 100 wordt gehonoreerd. Daartoe wordt een schriftelijk voorstel ingediend bij de regering.

Inzake het verzoek om vrije geneeskundige behandeling, gaat de minister onderzoek doen naar concrete issues alvorens tot een besluit te komen. 

Achterstanden in resoluties, beschikkingen en bevorderingen worden binnen korte tijd ingelopen.

Hoofdinspecteur August van Gobbel uitte tijdens de vergadering zijn ongenoegen, dat hij ten onrechte door de procureur-generaal is beschuldigd van duistere praktijken. Geheime notulen waren uitgelekt over een vergadering van een presidentiële commissie – Doorlichting KPS – met de procureur-generaal. In die notulen is kritiek geleverd op het functioneren van korpschef Roberto Prade, de inspecteurs Raoul Hellings en Sergio Gentle, de hoofdinspecteur August van Gobbel en de commissaris van politie Henry Seedorf. De korpschef liet hierop weten, dat er wat hem betreft geen verstoorde relatie is met de procureur-generaal. Van Gobbel vindt, dat de procureur-generaal zijn uitspraken moet rectificeren. Volgens Van Gobbel heeft Baidjnath Panday een persoonlijk vete met hem. De procureur-generaal zou ontevreden zijn geweest over enkele door Van Gobbel uitgevoerde operaties.

Ook Gentle ging in op de kwestie met de procureur-generaal. Volgens Gentle heeft hij vaak in de branding gestaan van het korps en dat hij wordt gecriminaliseerd door Baidjnath Panday.

Volgens inspecteur Omar Terborg is het ‘heel ongezond wanneer de procureur-generaal een verstoorde relatie heeft met de top van de politie, de korpschef, en het personeel’. ‘Het korps moet ervoor waken dat er geen sprake is van racisme.’ Hij zei ook, dat zijn naam onterecht wordt vermeld in bepaalde zaken. Terborg is van plan zich schriftelijk tot de procureur-generaal te wenden met de vraag of er een strafrechtelijk onderzoek tegen hem loopt.

Tijdens de vergadering is geen enkele ingediende motie door het bestuur aangenomen.

error: Kopiëren mag niet!