Minister Tjong-Ahin: ‘Met Milieuraamwet moet opgetreden kunnen worden tegen dumpen afval’

‘Mensen onderschatten het probleem van afvaldumping’

Het dumpen van afval is een al jarenlang voortslepend probleem in het land. Het lijkt voor veel mensen de gewoonste zaak van de wereld om hun afval – van petfles tot kapotte koelkast of wasmachine en zelfs auto’s – te dumpen, waar dan ook, zelfs langs de Afobakaweg. Mensen schromen er niet voor om vele kilometers te rijden om ergens langs een achteraf weg hun rotzooi te dumpen en toe te vertrouwen aan de krachten van de natuur. Achtereenvolgende regeringen hebben geen grip gekregen op dit probleem, dat leidt tot vele vormen van irritatie en frustratie en ook wateroverlast. Maar, huidige minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu Silvano Tjong-Ahin is vastberaden om het tij in positieve zin te keren.

Hij heeft onder andere zijn zinnen gezet op de Milieuraamwet, die in maart door de assemblee werd aangenomen. Tjong-Ahin zegt in gesprek met Dagblad Suriname, dat de Milieuraamwet voorziet in een Milieu Autoriteit. ‘Dat wordt een vrij sterk instituut en kan optreden en tegen- en voorschriften maken inzake het dumpen van afval. Nu de Milieuraamwet is afgekondigd, moeten nog uitvoeringsregels gemaakt worden om de autoriteit te optimaliseren, maar dat vergt tijd. De Milieu Autoriteit gaat mogen opsporen en maatregelen nemen, straffen.’

Vooralsnog is er geen werkarm binnen het ministerie, die kan optreden tegen het dumpen van afval. Dat geschiedt nu nog via de districtscommissariaten en de politie. Tjong-Ahin: ‘De Milieuraamwet roep burgers ook op om zaken te melden. Maar, wil je echt kunnen optreden dan moet iemand die afval dumpt op heterdaad worden betrapt. Dat is feitelijk de enige wijze om slagvaardig op te kunnen treden. Het moet mogelijk gemaakt worden om te kunnen rapporteren, dat gebeurt te weinig.’ Vandaag de dag kunnen afvaldumpers conform de Politiestrafwet 1875, laatstelijk gewijzigd in 1990, een boete krijgen van SRD 500:

  • Politiestrafwet 1875, laatstelijk gewijzigd in 1990

Artikel 39a

‘Hij, die vuilnis, afval of andere hem toebehorende zaken nederwerpt, stort of plaatst, dan wel doet nederwerpen, storten of plaatsen op een voor het openbaar verkeer openstaande weg en de daarbij behorende voetpaden, in een voor het publiek toegankelijke tuin of park, in een voor de afwatering bestemde of daartoe dienende gracht, trens of kreek of op een ander dan van overheidswege daartoe aangewezen tot het domein behorend perceel of land, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste eenduizend gulden.

Volgens de bewindsman is bewustwording nog steeds een belangrijk aspect in de strijd tegen het dumpen van allerlei vuil. ‘Daarnaast moeten plekken gecreëerd worden om afval van alle niveaus te kunnen dumpen. De meest bekende is al jaren de vuilstort Ornamibo. Er zullen echter voldoende mogelijkheden moeten komen om afval kwijt te raken, al dan niet tegen betaling. Gewerkt wordt aan voorbereidingsactiviteiten om het dumpen van afval integraal aan te pakken, aan de hand ook van het juridisch kader binnen de Milieuraamwet. De overheid zal die aanpak echter niet alleen aan kunnen. De private sector wordt erbij betrokken om zelf het initiatief te nemen. Ik heb zaterdag gesproken met Fernandes Bottling over onder andere het ophalen van zogenoemde single use plastic flessen, voorlichting en inzamelen van flessen.’

De minister zegt dat wat betreft grofvuil, het nog onvoldoende bekend is dat er kleine bedrijven zijn die gebeld kunnen worden om het vuil op te halen, maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Tjong-Ahin: ‘We moeten het waar maken, we moeten gaan interveniëren.’ Hij zegt het opmerkelijk te vinden dat vele Surinamers in het buitenland ‘heel netjes vuil in een ton dumpen’. ‘Dat moet toch ook hier kunnen? Het probleem van afval wordt onderschat.’

Het afvalprobleem is niet iets van de stad, Paramaribo, alleen. ‘Het is ook al vele jaren een probleem voor bewoners van het binnenland. In een aantal dorpen zijn verbrandingsovens geplaatst, maar is dat een duurzame oplossing en is uitbreiding ervan mogelijk? Mijn ministerie is vastberaden het afvalprobleem op te lossen. De discussie over het milieu en de zorg ervoor moet dichter bij de gewone mens komen, ook in de dorpen in het binnenland. Dat is een pijler in het beleid van het ministerie. Ik geloof er heilig in dat mensen gaan nadenken over hoe om te gaan met het milieu en dat een en ander kan worden opgelost.’  

PK

error: Kopiëren mag niet!