Srefidensi 2020: Een politiek-pedagogische uitdaging

Zaterdagavond 28 april 1832 was de tuin van de heer Heuvelman aan de Viottebrug, het centrum van diepzinnig leedvermaak. De gang van zaken in de kolonie werd aan de kaak gesteld. Kaka ju jesi arki tori: “Ik ben als de krant, ik zal het ruchtbaar maken. Het land Suriname is gelijk een krabbenhol, dat maar één gat heeft. De zaken gaan als in krabbenland. Het land is een krab, een krab zonder hoofd. Niets is recht, alles is scheef.” Anno 2020 wordt hetzelfde toneel opgevoerd.”

Geknakte trots

Srefidensi, ‘srefi’ (zelf) en ‘densi’ (eigen) is een geladen emotioneel geladen begrip. Het straalt waardigheid, trots uit. Het wekt een volwaardig, zelfstandig op eigen benen staan gevoel op. Maar de benarde omstandigheden en de geestelijke instabiliteit waarin het land na 45 jaar Srefidensi verkeert, heeft het zelfvertrouwen en de trots geknakt. Materieel, lichamelijk en geestelijk welzijn ontbreken. Het eergevoel lijdt eronder.

Marginale massa

Het merendeel van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De marginale massa ontvangt een hongerloon, zit zonder betaald werk of vast inkomen. Het politiek-bestuurlijk systeem zit muurvast en levert geen prestaties. Geldwolven en politici verduisteren de opbrengsten van de goedkope arbeid en natuurlijke hulpbronnen.

Vijandigheid

Vanaf de koloniale tijd wordt Suriname verscheurd door verschillende facties, die onder andere werden gevormd door: Hollanders, Joden, hugenoten, Engelsen, Portugezen, Moravische Broeders, Hervormden, Katholieken, kleurlingen, plantage-eigenaren, plantagedirecteuren en het gouvernement. De oppositie stelde zich openlijk vijandig op tegen alle gouverneurs, die in het behartigen van de belangen van de Geoctrooieerde Sociëteit te ver gingen. Dit geharrewar frustreerde de ontwikkeling van de kolonie danig.

Remedie

In het onafhankelijk Suriname is het niet anders. De belangengroepen bestrijden zich tot nu toe te vuur en te zwaard, zij het in ergere en kwaadaardigere vorm. De traumatische gevolgen van de tegenstellingen verschrompelen het land. Om deze slopende ziekte tegen te gaan, wordt de ‘eenheidspolitiek’ gepredikt. Eenheid, een smeltkroes van rassen, is het toverwoord. Maar de remedie schijnt geen vat te hebben op de kwaal.

De kern van het probleem

Het schijnt dat het ontbreken van rasseneenheid niet de kern van de vertroebeling is. De schuld moet worden gezocht in hebzucht en in partijpolitiek, waar men het niet eens kan worden over de economische en maatschappelijke zaken, hoe het land te besturen. Suriname heeft geen ontwikkelingsvisie waar iedereen achterstaat en het middel zou kunnen zijn tot herstel van wat verkeerd gaat of ongewenst is. Eenheid in ontwikkelingswerk is een politiek-pedagogische uitdaging, waarmee door schouder aan schouder te timmeren aan de opbouw een gunstig klimaat kan worden geschapen, waarbinnen de rasseneenheid vanzelfsprekend wordt.

Het bedrijfsleven

De oppermachtige factie van het bedrijfsleven ageert voortdurend om haar belang veilig te stellen. Er wordt door deze groepering gehamerd op hervormingen binnen de arbeidsmarkt. Het nijpend tekort aan geschoolde krachten is een sta-in-de-weg voor groei en bloei. Het belang van goedgeschoolde arbeidskrachten voor de economische en sociale ontwikkeling wordt als dringend noodzakelijk beschouwd.

Hand in eigen boezem steken

Werkgevers doen steeds luider hun beklag over onvoldoende opgeleide arbeidskrachten en een slecht of laag arbeidsethos bij de bevolking. De opvattingen en houding die werknemers ten opzichte van hun baan hebben, worden herhaaldelijk door de werkgevers gehekeld, dit zonder de hand in eigen boezem te steken.

Steen en been klagen

Zonder daar iets voor te hoeven doen, komt de ondernemer aan geschoolde krachten die op kosten van de staat en dankzij de opoffering van de ouders worden onderwezen. Het bedrijfsleven investeert hoegenaamd niet in de scholing en opleiding van werknemers.

Lonen en miserabele voorzieningen

De lonen zijn over het algemeen laag. Er wordt steen en been geklaagd over het minimumloon, dat te veel is bevonden. De secundaire voorzieningen zijn niet om over naar huis te schrijven. Het bijdragen aan een pensioenfonds is hun te veel, de inbreng in de zorgwetten wordt eveneens te zwaar genoemd, ga zo maar door. Werkgevers willen wel de mensen met de beste kwalificaties.

HD

error: Kopiëren mag niet!