De juridische gevolgen van pesten

Advocaat en moeder Iris Nazir merkt op dat wanneer kinderen ander gedrag vertonen, de omgeving dat moet oppakken. Vaak genoeg is dat het gezin of de school, omdat kinderen dagelijks met hun leerkrachten te maken hebben. Hoewel niet elk geval hetzelfde is, kunnen signalen door de mensen uit de naaste omgeving worden herkend. “Wanneer een kind met een klacht komt dat het wordt gepest en dat aan de ouders meedeelt, is het de verantwoordelijkheid van de ouders om dat verder te onderzoeken.” Als het pesten door een leerkracht gebeurt, dienen ouders naar de leerkracht te stappen om te vragen wat er aan de hand is. Signalen moeten niet blijven liggen, maar moeten onderzocht worden, omdat ze vaak genoeg serieus zijn. De advocaat wijst erop dat ouders vooral niet bang moeten zijn om vragen te stellen aan een leerkracht, bovendien bestaat ook de optie om zaken met het schoolhoofd te bespreken. “Er zijn wegen, waaronder ook de Inspectie om tot een oplossing te komen”, zegt Nazir.

Bewijsprobleem
Wanneer een kind door het pesten zelfmoord pleegt, dan ontstaat er een bewijsprobleem wie schuldig is. In de wet is het aanzetten tot zelfmoord wel strafbaar. Volgens het artikel is de persoon die iemand anders ‘opzettelijk’ tot zelfmoord aanzet en daarbij behulpzaam is of de middelen daartoe verschaft, strafbaar. De advocaat licht toe dat de opzet moet kunnen worden bewezen, ook het behulpzaam zijn bij de zelfmoord is een andere voorwaarde om een straf opgelegd te krijgen. “Als je iemand een stuk touw of iets anders geeft, dan ben je behulpzaam geweest en dus strafbaar”, zegt Nazir.

De advocaat benadrukt dat het aantonen dat iemand een andere persoon ertoe heeft aangezet om zelfmoord te plegen, niet eenvoudig is. “Het causaal verband aantonen tussen pesten en zelfmoord is echter niet onmogelijk, maar simpel is het evenmin”, verduidelijkt Nazir.

Weten tot waar

Belangrijk is dat wanneer een leerkracht merkt dat een leerling een bepaalde grap niet leuk vindt, dat de betreffende leerkracht daarmee moet stoppen. De scheidslijn tussen een grap en pesten is flinterdun. “Als je ziet dat het een kind pijn doet of hindert, dan is het onverantwoord om door te gaan en te doen alsof het een grap is.” Een klein kind ziet het verschil niet tussen een grap, merkt Nazir op. Protocollen opstellen en naleven zijn daarom dan ook essentieel. Wanneer een kind zich gepest voelt, dan moet daartegen opgetreden worden, en ook met het kind dienen begeleidende gesprekken gevoerd te worden. “Pesters moeten bewust gemaakt worden dat hun handelingen verkeerd zijn”, besluit de advocaat.

RB

error: Kopiëren mag niet!