Gezamenlijke verklaring Suriname en Nederland na hoog ambtelijk overleg (deel III: Defensie, Landbouw en Economie)

Suriname en Nederland kijken wat betreft het hoog ambtelijk overleg op 3 en 4 november terug op een bijzonder vruchtbare uitwisseling die de bilaterale relatie tussen beide landen heeft hernieuwd, versterkt en de basis heeft gevormd voor een verbreding en verdieping van de samenwerking. Het bezoek van de Nederlandse delegatie aan Suriname kan daarom gekarakteriseerd worden als een significante stap die de wederzijdse intentie tot samenwerking onderstreept en daarbij nieuwe impulsen geeft aan de relatie tussen beide landen. Dit melden de delegaties in een gezamenlijk uitgebrachte verklaring.

Tijdens de diverse overleggen zijn vele afspraken gemaakt tussen de delegaties van Suriname en Nederland die Dagblad Suriname in drie achtereenvolgende delen publiceert met vandaag in het derde en laatste deel aandacht voor de onderwerpen ‘Defensie’, ‘Landbouw’ en ‘Economie’.

Defensie 

• Nederland en Suriname zullen de mogelijkheden bekijken voor technische en logistieke assistentie aan de Surinaamse krijgsmacht en kustwacht. 

• Tevens zal Nederland opties inventariseren voor opleiding en training van Surinaams militair kader bij onder andere de Koninklijke Militaire School en het Nederlands Defensie Ondersteuningscommando. 

• Mogelijkheden zullen worden onderzocht voor het opstellen van een Intentieverklaring tussen de recent geopende Militaire Academie van Suriname en de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) met het oogmerk om samen te werken. 

• Nederland zal de Surinaamse Militaire Kapel opleiding en training aanbieden. 

6. Landbouw 

• Overkoepelend doel is de verhoging van de duurzame voedselproductie en verbetering van de voedselveiligheid in Suriname ten behoeve van binnenlandse markt en de export. Vier prioritaire gebieden zijn geïdentificeerd die op korte termijn kunnen worden opgepakt. 

I Verhogen van de rijstproductie (voor export) 

  • Verbetering van de kwaliteit door zaadveredeling. Hierbij wordt expliciet gedacht aan ondersteuning van het onderzoeksinstituut Adron. 
  • Verbetering van het watermanagement. 

II. Pesticidemanagement ten behoeve van verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. 

  • Training van medewerkers van een nieuw op te richten ‘residu Lab’.      
  • Training en voorlichting van landbouwers (via ‘train the trainer’-concept). 
  • Kennis deling door Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) met de National Plant Protection Organisation (NPPO) en Surinaamse groente- en fruithandelaren. 

III. Stimuleren van lokale en eiwitrijke voedergewassen voor veeteelt  Studie naar geschikte akkerbouwgewassen voor gemechaniseerde teelt.   

  • Studie naar verwerking van dierlijke en plantaardige reststromen tot voedergewassen, hetgeen in lijn is met de kringlooplandbouw. 

IV. Stimuleren van Nederlandse ondernemingen om actief te worden op de Surinaamse agromarkt. 

  • Nederlandse bedrijven zullen gewezen worden op de potentie van de Surinaamse agromarkt. Te denken valt aan onder andere zaadveredeling, kassenbouw en melkproductie. Hiervoor biedt het virtuele Business Forum op 10 november een eerste gelegenheid. 
  • Naast deze prioritaire thema’s zal de komende tijd gezamenlijk worden gekeken naar verdere samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld visserij, aquacultuur, en verdere commercialisering exotische fruitsoorten en verwerking en afzet. 

7. Economie 

• Nederland en Suriname onderzoeken de mogelijkheden voor advisering van het Surinaamse ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie bij de ontwikkeling van strategische beleidsplannen met het oog op de duurzame ontwikkeling van Suriname. 

8. Tot slot 

• Met betrekking tot de besteding van de resterende verdragsmiddelen heeft Suriname aangegeven die aan te willen wenden voor een: 

i. Productiefonds 

ii. Studiefonds 

iii. Nader door Suriname te bepalen projecten In de maand november 2020 zal overleg plaatsvinden tussen de verantwoordelijke ministeries. 

• Suriname en Nederland zullen een MoU (Memorandum of Understandig) afsluiten, waarbij het Raamverdrag uit 1992 als kader dient. 

• In dit MoU zal neergelegd worden dat door middel van een jaarlijkse samenwerkingsdialoog de monitoring van concrete projecten en afspraken voortvloeiend uit de geïdentificeerde samenwerkingsgebieden zal plaatsvinden. 

• Om de waarde die het Koninkrijk der Nederlanden hecht aan de goede betrekkingen met Suriname te onderstrepen, zal de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken op 25 november 2020 aanwezig zijn bij de viering van 45 jaar onafhankelijkheid, onder voorbehoud van ontwikkelingen op Covid-19 gebied.

error: Kopiëren mag niet!