Professionele organisaties

Productieorganisaties enerzijds die fysieke goederen of diensten voortbrengen en professionele organisaties anderzijds die elk de professie vertegenwoordigen waardoor de betreffende beroepsgroepen zich aan de maatschappij presenteren. Dat het woord ´professie´ volgens het boekje staat voor beroep houdt niet in dat deze begrippen als identiek kunnen worden aangemerkt. Iemand kan van beroep landmeter of ondernemer zijn, maar aan de professie is meer verbonden dan slechts een beroepsaanduiding. De professional is de deskundige die  zelfstandig de juiste beslissingen op de juiste momenten weet te nemen om daardoor een prestatie te leveren die door de samenleving hooglijk wordt gewaardeerd. De professional werkt zelfstandig waarbij de resultaten van zijn functioneren vaak grote gevolgen (kunnen) hebben voor de belangen van anderen. In veel gevallen is de samenwerking of afstemming met deskundigen uit andere kennisgebieden (ook wel disciplines genoemd) noodzakelijk, onverminderd zijn of haar verantwoordelijkheden voor de gevolgen van de taakvervulling. Wij kunnen hier bijvoorbeeld denken aan de medicus, de advocaat of de notaris, terwijl de piloot die de landing inzet, zich niet kan onttrekken aan de schaderisico’s die aan zijn handelen op dat moment kleven. Deze experts kunnen onmogelijk naar behoren functioneren wanneer de daarvoor vereiste opleidingen en inleerperioden niet zijn doorlopen. Het zijn deze perioden die van wezenlijke betekenis zijn om de aankomende deskundige de juiste professionele opstelling in zijn werkpraktijk te doen beseffen. Zowel de medicus als de piloot kunnen in hun beroepsuitoefening geconfronteerd worden met de situatie dat zij op de meest kritieke en in vaak niet voorzienbare situaties de juiste beslissingen moeten nemen waarvoor weinig of geen bedenktijd bestaat. Het zijn dan ook deze omstandigheden bij elkaar genomen die verklaren waarom deze professionals een maatschappelijk hoge waardering toegeschreven krijgen en waarom bij de gemeenschap een hoge beloning voor hun prestaties geen bezwaar oplevert. De plaats van de professional in de maatschappij wordt in belangrijke mate ook bepaald door de wijze waarop zij als beroepsgroep georganiseerd zijn. Beschikken de medici over een sterke beroepsorganisatie die, waar nodig, regulerend of corrigerend kan optreden jegens de aangeloten leden? Hoe zit dat in het geval van de advocaten en de notarissen? Bestaat de  advocatenorganisatie uit leden die zich van de intern vastgestelde gedragsregels steeds rekenschap geven of maakt dat uiteindelijk ook niet zoveel uit?  Hoe zit dit bij de notarissen?  En bij de verpleegkundigen? Beschikken zij wel of niet over een krachtige beroepsorganisatie die veel meer voorstelt dan een aantal geregistreerde leden? In welke mate wordt de beroepsorganisatie door de samenleving erkend? Bestaat er wel of geen verdeeldheid binnen de beroepsgroep als geheel? Aandachtspunten die mede bepalend zijn voor de plaats van de professional in de maatschappij. Een kwestie die niet uit het oog mag worden verloren betreft de vraag of de financiële beloning van de professional wel of niet van primaire betekenis is in de beroepspraktijk. Geen eenvoudige aangelegenheid. Zonder geld kan de advocaat niet werken. Evenmin de medicus of de pedagoog. De arts komt met zijn of haar maatschappelijke positie terecht in de wereld van de welzijnsbevordering. Evenzo de leraar. En nu dan de taak na te gaan hoe de beloning in de relatie medicus – client of van leraar – leerling/student er het beste uitziet. Hier is het maken van een kosten-batenanalyse uitgesloten. Immers, vanuit welk analyseniveau moet de levensreddende bijdrage van de medicus in voorkomende gevallen worden beoordeeld? En aan de hand van welke criteria of op grond van welke afwegingen wordt de bijdrage van de advocaat beoordeeld indien daardoor zijn of haar client uiteindelijk recht zou worden gedaan? Vanuit welke beschouwingshoek wordt de waarde van de leerkracht voor zowel leerling als voor de maatschappij beoordeeld? Kan zonder veel nadenken worden beweerd dat ontwikkelingen die de welvaart, die dus in de materiële sfeer liggen, van hogere orde zijn dan de inspanningen die het welzijnsgevoel bij mensen bevorderen?  Veel experts ontvangen geen loon, maar een honorarium dat staat voor ‘verdienste’ dat geheel wat anders is dan het gebruikelijke maandloon. Professionals komen wij ook tegen in werkorganisaties. Zo is de afgestudeerde human resource deskundige de professional die de juiste relaties weet te leggen tussen belangen van de organisatie en van de werknemers. Deze individuele professional is weliswaar vakkundig onderlegd, doch bevindt zich in de werkpraktijk altijd in een ondergeschikte positie ten opzichte van de organisatie als geheel. Veel experts hebben er moeite mee hun taken als werknemer van de organisatie  te verrichten aangezien hun professionele speelruimte daardoor wordt beperkt. Zij verkiezen de weg van de consultancy dan boven het lidmaatschap van een en dezelfde organisatie. Nemen wij hier voor een moment het zoveel besproken kabinet van de president in ons land. In een gezonde situatie zou je met een gerust hart hier van een professionele organisatie moeten kunnen spreken, waarin een beperkt aantal ondersteunende functies voorkomen. Van een president wordt niet verwacht dat hij in zijn functioneren in allerlei details afdaalt en door bemoeizucht de grote lijnen van zijn positie niet meer overziet. Op dit kabinet hoort een team van professionals van uiteenlopende kennisgebieden te werken waarvan de samenstelling onderhevig is aan voortdurende veranderingen. De president raadpleegt immers deskundigen uit vrijwel alle sectoren die afwisselend voor korte of langere termijn hun bijdrage als experts leveren. Dat voor dit kabinet functiebeschrijvingen noodzakelijk geacht worden, getuigt van een beperkte kijk op zaken. Het is immers uitgesloten de taken van deze professionals in een beschrijving te vatten. Werken op hoog abstractieniveau leent zich niet voor schriftelijke of digitale vastlegging. Formatieonderzoek is hier ook niet aan de orde. Een bureaucratisch ingerichte kabinet van de president  is stellig niet het specialistencollectief van hoog niveau dat hier verwacht mag worden.

Stanley Westerborg

error: Kopiëren mag niet!