Jogi: “De waarheid is: moni no de fu pai!”

VHP-parlementariër Mahinder Jogi vindt het goed dat de regering Santokhi/Brunswijk op een eerlijke manier heeft toegegeven dat zij niet in staat is om de geprojecteerde US$ 26 miljoen dollars aan rentelasten als gevolg van de US$ 550 miljoen, welke via Oppenheimer is geleend tegen een rente van 9.25%, te betalen. “Natuurlijk heeft dit consequenties, maar het is beter om de waarheid te vertellen. De waarheid is moni no de fu pai! Ik wil betalen, maar er is geen geld. Dus de regering zit met de rug tegen de muur”, benadrukt de VHP’er tegenover Dagblad Suriname. De politicus voert aan dat het geen geheim is in welke slechte staat het land in juli is overgenomen van toenmalige president Desi Bouterse en welke inspanningen president Chandrikapersad Santokhi en zijn regeerteam in de eerste 100 dagen gepleegd hebben om bepaalde zaken te herorganiseren. Het ziet overigens geen vuiltje aan de lucht dat er gebruik is gemaakt van de 30 dagen respijtperiode, zoals voorzien in de overeenkomst, om gesprekken aan te gaan met de crediteuren om een pad uit te stippen en te komen tot een voor allen acceptabel en rechtvaardig arrangement.

Ministers Ramdin en Achaibersing moeten met oplossing terugkeren

Het land zit volgens de VHP’er in een moeilijk parket door de leenzucht van de voormalige regeerders. Hij hoopt daarom dat de ministers Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking en Armand Achaibersing van Financiën & Planning na hun terugkeer uit Frankrijk en Nederland belangrijke mededelingen zullen doen en als antwoord zal dienen op de situatie welke zich nu aandient. Beide bewindslieden keren vandaag terug naar Suriname na in Frankrijk en Nederland besprekingen te hebben gevoerd om sneller financiële ruimte te kunnen creëren. Jogi heeft vertrouwen en hoop dat de regering Santokhi/Brunswijk toch een model zal vinden om te kunnen voldoen aan de rentebetalingen van de Oppenheimer 1 lening, waardoor zij niet het etiket zal krijgen van wanbetaler.

Met US$ 550 miljoen kon extra 100.000 hectare aan rijst worden geplant

Jogi vindt het erg dat de geleende US$ 550 miljoen in 2016 door de regering Bouterse-Adhin toen niet geïnvesteerd is in de productiesector. Hij vindt daarom dat de gemeenschap niet de regering Santokhi/Brunswijk, maar de gewezen regering Bouterse/Adhin kwalijk moet nemen dat het land rentes en aflossingen van leningen niet kan betalen. “Het rendement van dat geld hebben wij niet teruggezien, want het geld is verkwanseld. Wanneer de regering Bouterse-Adhin dit geld had geïnvesteerd daar waar wij weer geld konden terugverdienen, dan hadden wij dit probleem vandaag niet”, aldus Jogi. Volgens Jogi kon men met de US$ 550 miljoen een extra 100.000 hectare aan landbouwareaal ontginnen en rijst planten. Per jaar kon er dan twee keren geoogst worden en kon het land dan USD 300 miljoen daaruit verdienen.

VHP had Oppenheimer gewaarschuwd

Oppenheimer Fund moet volgens Jogi niet vergeten dat tijdens de regering Bouterse 2 de VHP, onder aanvoering van Santokhi, in de oppositie zat en deze fractie toen een brief had geschreven naar de investeringsbank om geen leningen meer voor de regering te arrangeren, omdat het land niet in staat was om deze terug te betalen. “Oppenheimer wil geld, maar het land heeft geen geld. Er moet geld eerst op tafel komen voordat je kan betalen”, aldus Jogi.

FR

error: Kopiëren mag niet!