Kwestie van algemeen belang

Terwijl de zoektocht naar spookambtenaren een interne aangelegenheid is, wordt deze kwestie nu als een belangrijk  beleidsvraagstuk breed uitgemeten in de media. Er wordt  niet erbij stilgestaan dat ook het nieuws over Suriname nu wereldwijd te volgen is. En wat voor nieuws? Over spookambtenaren? Is dit soms  een wetenswaardigheid van de bovenste plank? Een recentelijk afgewezen regime wordt herhaaldelijk ervan beticht duizenden personen in dienst te hebben genomen. Is werkelijk gekozen voor een regering die ons aanhoudend zal vertellen hoe slecht haar voorganger was? Welke bestuurders zijn ooit met de nodige zorgvuldigheid omgegaan met het staatsapparaat ? Hoe groot de loonsom binnen het ambtelijk apparaat nu is en hoe de lonen uitbetaald moeten worden mag niet de kopzorg wezen van de burger en evenmin van de belastingbetaler wiens  belastingafdracht reeds vele jaren misbruikt wordt om geliefden, partijgenoten en andere relaties  op de betaalrol te kunnen accommoderen. Over deze vorm van misbruik, zeg maar gerust diefstal, zal nooit worden gerept. Elkaar opvolgende bewindslieden op het ministerie van Binnenlandse Zaken die juist voor een verantwoord personeelsbeleid binnen het overheidsapparaat dienden zorg te dragen, hebben zelf bijgedragen aan de overbezetting  van departementen. Op verschillende plaatsen valt reeds jaren het begrip ‘doorlichting’, het bekende wondermiddel om  verziekte overheidsorganisaties beter te doen functioneren. Er worden personen bijeen gebracht in doorlichtingscommissies die zeer waarschijnlijk nooit de eerste pagina van het elementaire boekje over onderzoek in organisaties hebben gelezen. Is eenmaal de groep samengesteld, dan moet die aan de hand van wat vage indicaties van de opdrachtgever aan de slag. Vanuit welke invalshoeken de doorlichting moet geschieden, wordt zeer waarschijnlijk niet eens aangegeven. Daarom is de beoordeling van de kwaliteit van de doorlichting niet mogelijk. Doorlichtingen weliswaar die altijd genezend van aard moeten zijn terwijl juist preventieve doorlichting  voorkomt dat organisaties verziekt raken. Maar dat is geen interessant aandachtspunt.

                   Met de regelmaat van de klok worden wij  getrakteerd op steeds weer een andere presidentiële commissie. Wat denkt de president met deze werkwijze te bereiken? Of brengt de bewindsman zijn gebrek aan vertrouwen in de ambtelijke staf op departementen op die manier tot uiting? Wat is het nut van het handhaven van departementen indien voor elk karwei een bezoldigde commissie moet worden ingesteld? Of lijdt de president in die mate aan geldingsdrang dat zijn supervisie over vrijwel alles vereist is? Geef toch vooral jong afgestudeerden de gelegenheid zich middels het groepsdenken en het groepswerken te ontwikkelen naar het niveau van de ware beleidsambtenaren. Die ambtenaren die meermaals opgezadeld worden met taken waarvoor eenvoudige  toepassingskennis vereist is. Je mag toch juist ervan uitgaan dat voor jonge hbo-ers en jonge academici het leren kennen van verbanden en van wetenschappelijke achtergronden van ontwikkelingen, situaties en omstandigheden zo belangrijk is. En dat de breedte van de vereiste kennis voor  beleidsanalyse ook om andersoortige dan simpele kennis vraagt die voor beleidsonderzoek van belang is. Stimuleer als overheid de verdere studiezin bij  goed opgeleide ambtenaren waardoor hun inzetbaarheid naar steeds hoger niveau wordt getild. Stimuleer als overheid de studiezin van ambtenaren op departementen waardoor de kwaliteit van het werken verbetert. Stop het misbruik van staatsbedrijven om familie- en andere relaties te bevoordelen. Wis  deze aloude schandvlek op het handelen van de Surinaamse overheid toch een keer weg. Presidentiële en staatsadviseurs zijn meestal kennismonopolisten die hun opgedane kennis en ervaring niet graag delen met anderen. In veel gevallen zijn betrokkenen deze functie – aanduiding niet eens waard. Overal waar mensen in organisaties werken zullen er wel personen zijn die het alleenrecht op belangrijke kennis menen te hebben en die hun onmisbaarheid instandhouden door niet aan kennisdeling te willen doen. Leden van presidentiële commissies gaan allicht ervan uit dat hun gewichtige status  tevens hun exclusieve kennis van zaken moet uitstralen. Kennisdeling genereert nieuwe kennis, omdat de werkpraktijk zelf ook nieuwe ervaringen en inzichten oplevert. De vakman wordt steeds beter in zijn vakbeoefening, juist vanwege zijn werkpraktijk. Het commissiewerk dient zich  juist op departementaal niveau te ontwikkelen naar een hoogte die  jonger kader oplevert. Ook de interdepartementale commissies zijn voor het bredere inzicht in de gecompliceerheid van vraagstukken een zegen. Betrek daarbij zonodig het bedrijfsleven dat maar steeds in het verdomhoekje wordt gedrukt. Volgens de grondwet is het de vicepresident die belast is met de dagelijkse leiding van de raad van ministers. Is dat nog steeds het geval, of krijgt de huidige vp de aangelegenheden op zijn bord die weinig of geen denkwerk vergen? Welke commissies met gewichtige taken vallen rechtstreeks onder de vicepresident? In elk geval is de opmerkelijke ontwikkeling in gang dat de vp door zijn toenemende contacten met groepen burgers zich steeds meer als steun en toeverlaat van de gemeenschap profileert en hij zijn weg naar de samenleving daardoor weet te plaveien. Gewiekste ondernemers en slimme politici komen meestal verder dan degenen die het moeten hebben van de toeters en de belletjes, van pracht en praal. Tenslotte heiligt het doel elk middel.

Stanley Westerborg

Organisatieanalist.

error: Kopiëren mag niet!