Onze Staatsbedrijven

In de media lazen wij dat Zijne Excellentie de President van de Republiek Suriname onlangs een onderhoud heeft gehad met de President-Commissarissen van een aantal Staatsbedrijven. Voor zover kon worden nagegaan is het voor het eerst in de geschiedenis van de Republiek Suriname dat een Staatshoofd zulk een onderhoud heeft gehad met een collectief van vertegenwoordigers van de Raden van Commissarissen van Staatsbedrijven. Tijdens het overleg zou rapportage zijn gedaan over de aangetroffen situatie bij diverse Staatsbedrijven. Gesteld werd dat Staatsbedrijven opgescheept zitten met hoge leningen en wurgcontracten, terwijl eveneens er melding van gemaakt is dat sprake geweest is van corruptie in een aantal gevallen. Vreemd genoeg werd niet aangegeven door wie de rapportage werd gedaan. Maar als er werkelijk zaken zich hebben voorgedaan bij Staatsbedrijven, zoals hierboven aangehaald dan zijn zowel de Directies als de President-Commissarissen van de desbetreffende Staatsbedrijven er mede schuldig aan, vermits zij oogluikend hebben toegestaan dat zaken die het daglicht schuwen, zich zeer tot grote schande hebben kunnen voordoen. Zij dienen derhalve ook mede aansprakelijk te worden gesteld voor de geleden schade. Dat niet alleen, doch dienen met onmiddellijke ingang, zonder aanzien des persoon, bedankt te worden. Want de toegebrachte schade aan de samenleving, met name de belastingbetaler is immens groot. Zo simpel is het wel!

Reeds in het prille begin van het Kabinet Venetiaan, hebben wij aan de Zijne Excellentie President het voorstel gedaan om een Instituut in het leven te roepen om corruptie te bestrijden dan wel te onderzoeken, opdat dit fenomeen kon worden voorkomen. Het was toen immers ook wel bekend wat het kabinet Venetiaan had overgenomen van het Kabinet ervoor. Wij stelden daarbij ook dat net zolang als de mensheid zal bestaan er sprake zal zijn van corruptie. Echter, door preventieve zaken in te bouwen, zou veel kunnen worden voorkomen.  

Wat de bemensing van het voorgestelde Instituut betreft stelden wij destijds voor om zulks alsvolgt te doen samenstellen te weten:

  1. Een Officier van Justitie als Voorzitter

2.    Twee tot drie leden van de Politierecherche als leden

3.    Een jurist als secretaris

4.    Een Bureauchef

5.    Enkele administratieve medewerkers.

Daarnaast diende er een goed geoutilleerde ruimte beschikbaar te worden gesteld, waar het instituut kon zijn gehuisvest en van waaruit het ongestoord zijn werkzaamheden zou moeten kunnen verrichten. Dit instituut zou in nauwe samenwerking met het Openbaar Ministerie dienen te zijn. Wij zijn nu langer dan 20 jaren verder en ontkomen niet aan de indruk dat ons voorstel in een of andere bureaulade is terechtgekomen en daar mogelijk vergeeld is geworden.

Ten aanzien van corruptieonderzoek en alles wat daarmee verband houdt, wordt teveel gefocust op de Procureur-Generaal. De arme Procureur-Generaal is ook maar een mens en is voor de volle 100% afhankelijk van derden. Die heeft ook veel aan zijn hoofd. Als hij de tools niet heeft, houdt het voor hem ook op. Er wordt o.i. van achterste voren gewerkt. Pas als de Procureur-Generaal een opdracht daartoe geeft, wordt begonnen met een onderzoek. We zijn van oordeel dat als er een Instituut zoals door ons voorgesteld, aanwezig zou zijn, het onderzoek reeds gedaan zou moeten zijn, en dat zaken dan aan het Openbaar Ministerie dienden te worden voorgelegd voor verdere afhandeling/afdoening.  

Als er een zaak is die tijdens het overleg ter tafel is gebracht en waar we het helemaal mee eens zijn dan is het dat bij zwaarwichtige zaken, met name financiële aangelegenheden, vooraf afstemming dient te worden gepleegd met de President. De ervaring heeft geleerd dat wanneer Raden van Commissarissen worden geïnstalleerd, zij reeds tijdens hun eerste vergadering onderling bespreken om  de vacatiegelden die aan hen zullen worden uitbetaald, zoals in hun beschikking/resolutie vermeld, te verhogen.

Dat het toezicht op de bedrijven zal worden verscherpt, lijkt een nobel streven.

Wat onherroepelijk moet worden gedaan is dat het werk van de Raad van Commissarissen ook wordt gecontroleerd. Daartoe dient een Bureau te worden ingesteld, dat rechtstreeks onder de President zal komen te ressorteren. Dit Bureau zal zich uitsluitend dienen bezig te houden met de controle op het werk van de Raden van Commissarissen bij alle Staatsbedrijven. Tot de taken van dit Bureau behoren eveneens o.a.:

  • Een inventarisatie plegen van alle Staatsbedrijven vallende onder de diverse Ministeries;
  • Een inventarisatie plegen van alle Raden van Commissarissen van de Staatsbedrijven alsook de bemensing ervan;
  • Het verzamelen van alle Statuten van de diverse Staatsbedrijven en deze diepgaand bestuderen in hoeverre zaken veranderd dienen te worden;
  • Erop toezien dat van iedere door een Raad van Commissarissen belegde vergadering, vooruitlopend op de arrestatie van de notulen, uiterlijk binnen een week na dato een verkort verslag van de bespreking, aan het Bureau wordt toegezonden;
  • Erop toezien dat door de Raden van Commissarissen al het nodige is gedaan, dat door de Directies van de bedrijven waar zij de verantwoordelijkheid van dragen, dat conform het daartoe bepaalde in de Statuten van de respectieve bedrijven, de jaarlijkse begroting alsook het jaarverslag zijn ingediend dan wel opgesteld;

Er zijn nog meer zaken waarmee het Bureau zich zal dienen bezig te houden.

Ook de ingestelde Raden van Commissarissen zullen zich aan de voor hen vastgestelde regels dienen te onderwerpen, wil de Regering er zeker van zijn dat zaken binnen de Staatsbedrijven op een ordentelijke wijze uitgevoerd worden. Deze zijn o.a.:

  • Reeds op hun eerste vergadering dienen de Raden van Commissarissen een vergaderrooster voor het komende jaar vast te stellen, waarvan een exemplaar onverwijld aan bovenbedoeld Bureau alsook aan het Ministerie waaronder het Staatsbedrijf valt, dient te worden toegezonden;
  • De Raden van Commissarissen zijn gehouden om een vertegenwoordiger van de aandeelhouder c.q. het Ministerie waaronder het Staatsbedrijf valt, toe te laten tot een vergadering wanneer deze die wenst bij te wonen. Het is wenselijk dat daartoe een afsprak wordt gemaakt;
  • Van iedere door een Raad van Commissaris gehouden vergadering dienen de presentielijst alsook de notulen aan de desbetreffende Minister te worden toegezonden. Vooruitlopend op de definitieve arrestatie van de notulen kan worden volstaan met een verkort verslag ervan;

Als een Raad van Commissarissen zich er wel terdege van bewust is dat ook hij aan een controle is onderworpen, zal hij dubbel voorzichtig zijn. De Raden van Commissarissen dienen zich er tevens ook van bewust te zijn dat wanneer zij hun taken veronachtzamen, zij onherroepelijk zullen worden teruggeroepen door de bevoegde autoriteiten. Zulks dient aan hen vooraf kenbaar te worden gemaakt. “Controle is immers geen daad van vijandschap” is een bekend gezegde. Wanneer vanwege de Raden van Commissarissen in het verleden adequate controle zou zijn uitgeoefend op het beleid van de Directies van diverse Staatsbedrijven, en het “één – twee-spel”  tussen de President-Commissaris en de Directeur/Directie was uitgebleven, zouden veel misstanden zijn voorkomen en zouden de Staatsbedrijven vandaag de dag absoluut niet zijn waar ze staan. Miljoenen aan belastinggelden in de vorm van subsidies, zouden  dan de Staat bespaard zijn gebleven. Er is een grote “njangpatoe” van gemaakt. We hoeven niet telkens terug te kijken in de achteruitkijkspiegel. Deze moet er ongetwijfeld wel zijn. Wat wel moet gebeuren is lering trekken uit wat in het verleden slecht is gegaan maar vooruitblikken en datgene doen dat zaken zich niet meer herhalen.

Bij Staatsolie Maatschappij Suriname zijn de Statuten van het bedrijf zeer recent gewijzigd. De Regering staat op het punt deze Statuten wederom te doen wijzigen. We weten met z’n allen waarom. Daar hoeft niemand enige bezwaren tegen te hebben. Het zijn kundige mensen, die alle kansen verdienen. We geven hen dan ook het voordeel van de twijfel.

Niet alleen de Statuten van Staatsolie behoeven de nodige wijzigingen. Alle Statuten van de overige Staatsbedrijven dienen aan een grondige heroriëntatie te worden onderworpen. Nagegaan dient te worden of deze Statuten wel voldoen aan de hedendaagse tijdgeest en omstandigheden. Eveneens dient te worden nagegaan of het wel wenselijk is dat een Raad van Commissarissen meer dan vijf leden behoeft. Wanneer er een vermindering plaats vindt van de Raden van Commissarissen van bijvoorbeeld minimaal 3 en maximaal 5 leden in plaats van minimaal 5 en maximaal 7 leden, dan zal zulks de Staat zeer zeker een besparing opleveren van 2 tot 3 miljoen SRD’s  op jaarbasis. Of mogelijk zelfs meer!!!.

We hebben als Lid van het Directieteam van een groot Deviezen verdienend Staatsbedrijf langer dan 12½ deel uitgemaakt en de Raad van Commissaris daar bestond uit slechts drie á-politieke leden. Alles ging gesmeerd. En met een goede wil en het belang van de Staat voor ogen kan zulks ook bij alle overige Staatsbedrijven. Daar twijfelen wij niet aan.

25 september 2020 

Ram Paltantewari

[email protected]     

error: Kopiëren mag niet!