Twijfels over verhaal Conservation International Suriname inzake vogeltransport uit Tepu

Iwan Hasnoe, oud-exporteur van dieren, reageert onaangenaam verrast op berichtgeving van Conservation International Suriname (CI-S) over een transport van vogels vanuit Tepu in het zuiden van het land naar vliegveld Zorg en Hoop in Paramaribo. Volgens CI-S zouden bij het transport vogels het leven hebben gelaten. Hij stelt dat het bij mensen aan de nodige kennis en deskundigheid ontbreekt, als het gaat om de wereld achter de export van dieren. Het bericht zou onjuistheden bevatten, aldus Hasnoe, ‘die het beeld van de dierenexporteur schaden’.

‘Mevrouw Els van Lavieren van Conservation International Suriname had vanwege haar functie de regels en wetten van Suriname goed moeten kennen en dan was haar verhaal niet nodig geweest. Wij hebben prima beschermende regels en wetten en een controlesysteem inzake vervoer en export van dieren, dat overigens wel met de nieuwe regering geoptimaliseerd dient te worden. Alles is en wordt gereguleerd’, zegt Hasnoe in een reactie tegenover Dagblad Suriname. Hij was zelf tot 2005 dierenexporteur, maar besloot dat jaar zijn quotum terug te geven aan de overheid.

Volgens Hasnoe is Van Lavieren’s ‘zogenaamde bron helemaal niet zo betrouwbaar’. ‘Waar zijn de foto’s van de dode vogels? Volgens Van Lavieren waren velen dood, maar waar zijn ze? Ze heeft generaliserende uitlatingen gedaan over de dierenhandel in Suriname, die niet kloppen en bezijden de waarheid zijn. Dat doet ons land geen goed en we willen de ongerustheid bij onze medeburgers weghalen.’ 

Het is de bekende vraag, wie moet je geloven, wanneer iemand haar of zijn bron niet wil prijsgeven? Hoe betrouwbaar is de bron? ‘Ik heb twintig jaar geleden het exportsysteem helpen opzetten met mijn collega’s in de Vereniging van Dierenexporteurs, met alle actoren bij de overheid en het geheel met onderzoek en veldwerkers.’

Volgens Hasnoe heeft Suriname zelfs in de internationale handel in bedreigde diersoorten een goede reputatie bij Cites (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora), waar Suriname ook lid van is. ‘Natuurlijk zijn er wat losse incidenten van stropers en van misdragingen tegenover dieren, wat je overigens ziet in alle landen.’ 

‘Het geval verdient geen schoonheidsprijs, maar was niet illegaal’, zegt Hasnoe, refererend aan het Tepu-transport. Volgens hem heeft alles volgens geldende wet- en regelgeving plaatsgevonden. ‘Natuurlijk oogt het niet prettig de vogels gekooid te zien. Het zou ook beter zijn wanneer ze in triplex-kisten worden vervoerd. Maar, na aankomst op Zorg en Hoop worden de vogels gecontroleerd en verder vervoerd naar handelaren in de stad. Ze ondervinden weinig stress. De vlucht vanuit Tepu naar de stad duurt ook niet lang.’

‘Dierenhandel is volledig omschreven en gereguleerd in Suriname. Er moet wel weer controle en begeleiding van processen komen, die verwaarloosd waren door de laatste regeringen.’ Tot slot zegt Hasnoe het doel van Van Lavieren wel te begrijpen, om dieren te beschermen, maar ‘ik keur het af om valse verklaringen af te geven’. De grote vraag is en blijft wat er misging bij het Tepu-transport? Ging er werkelijk iets mis, was het transport illegaal? Waren er werkelijk dode vogels in kooien? Volgens Hasnoe was het transport niet illegaal en voldeed het aan alle regels, en Van Lavieren bleef het antwoord schuldig. En, dode vogels?

error: Kopiëren mag niet!