Een toekomstperspectief met beleid

Regeren is vooruitzien.  Voor velen natuurlijk een afgezaagd begrip. Wij ervaren dat de regering met politiek en beleid het erg druk heeft. De pijnpunten liggen grotendeels in de débacles van het verleden en de regie over onze nieuwe toekomst. Kritiek en nogmaals kritiek, erg oorverdovend. Als kritiek een tastbare vier met zes nullen was, hoe dan! Mij dunkt het dat critici in de private sector met positieve kritiek wel best verlichting zouden kunnen brengen door het in dienst nemen van een duizendtal van de last minutes overbelasting van het ambtenarenbestand. Lijkt mij niet zo gek. Het jongste verleden was een echt speelveld van de machthebbers. Beleid nu, ook als het niet uitdrukkelijk en breedvoerig is, dit is immers het begin, legt beslag op de toekomst. Mede door goed beleid wordt bepaald of onze toekomst mogelijk goed komt en worden andere toekomsten de pas niet afgesneden. Dat betekent een verantwoordelijkheid om in beleids- en besluitvorming over de toekomst na te denken. Dit is uitzicht op morgen. Vooruitkijken kan bijdragen aan het nemen van die verantwoordelijkheid en zorgt voor de denkwijze over wat voor die toekomst nodig is. Op basis hiervan heeft de overheid kijk in alle gelegde valkuilen en uitdagingen. Op die manier heeft zij een basis om in een beleidscontext goed over de toekomst na te denken, om afwegingen te maken wat voor soort toekomst voor ons en de onzen het best kan zijn.

De regering heeft een toekomst opdracht die onder meer tot uiting komt in zijn regeerprogramma over ontwikkelingen die de samenleving op langere termijn kunnen en zullen beïnvloeden. Bij het invullen van deze verantwoordelijkheid past een duidelijke kijk op hetgeen komen moet, zowel in theoretische als in praktische zin en hopen zij, met ons, een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de toekomst.
De verkiezingen zijn nu het verleden geworden. Verkiezingen win je niet met beleidsresultaten, maar met een verhaal over/voor de toekomst. Ook de verkiezingsprogramma’s voor de Nationale Assemblee van mei 2020 verwijzen uitdrukkelijk naar de toekomst én volgende generaties. In een aantal verkiezingsprogramma’s en -slogans [we can do it versus en W’é go Set Ing ] stond de toekomst zelfs centraal.  Politieke beslissingen en beleidsinterventies hebben altijd een toekomst. Soms gaat het om plannen voor de lange termijn met een heldere en uitdrukkelijke toekomstperspectief, soms ligt de toekomst wel letterlijk zo voor de vuist. Afhankelijk van een volle of bodemloze schatkist natuurlijk. Effecten van beleid liggen mogelijk veel verder in de toekomst dan het handelingsgevoel en de verantwoordelijkheid reiken. Hierdoor kunnen toekomstige generaties opgezadeld worden met een ongewenste erfenis. De vraag in de praktijk of politici en beleidsmakers soms moeten worden aaangesproken als zij de toekomst wel of niet voldoende in overweging hebben genomen bij het nemen van beslissingen is bevestigd uit toekomstverkenning. Met verkennen zijn ministers bij de inventarisatie op hun departementen verrast met wat zij dachten te zullen aantreffen, doch niet hebben aangetroffen.  Voorbereidingen en besluiten mét overname van een berooide erfgoed en de gevolgen van de toentertijd betrokken politici en hun long term policy van precaire politieke beleidsfiasco’s vragen enorm veel aandacht en vertrouwen over de wegen van onze nieuwe toekomst. “Politiek is Staatsrecht”. 

Politieke wetenschaps is: Het geheel van Staatsrechtelijke Beginselen en regels volgens welke Stad en Gewest enz. worden geregeerd (Bart Tromp Wetenschap Der Politiek blz.6.v. /555 ) .

Josef Beck: gew. docent Staatsrecht / Staatsinr. Pol. Opl.

error: Kopiëren mag niet!