Op de plaats rust

De nieuwe regering van Suriname zit al enige tijd aan. Er zijn tekenen op sommige gebieden wat betreft het beleid, niet verwonderlijk omdat die ministeries geen tijd aan het verdoen zijn om zaken te gaan inventariseren en te onderzoeken. Er zijn ministers die kundig zijn en ervaring hebben op het beleidsgebied van hun ministerie. Ze zijn in staat om een hard rijdende trein in te stappen zonder gedesoriënteerd te raken. Het voorbeeld dat we nu kunnen geven is het buitenlands beleid. Hij hoeft geen halve en hele waarheden te verkondigen. Het buitenlands beleid is duidelijk en er zijn vorderingen. Voordat we daarop verder ingaan, moeten we echter weer benadrukken dat onze eerdere analyse over de ministers, na 2 maanden niet ver naast de waarheid ligt. Er zijn in het kabinet zware krachtsverschillen; er zijn enkele heel zwakke leden ertussen die het nieuws niet met wezenlijke beleidsuitvoering zullen halen, maar met allerlei sensatie, scenario’s en intriges, met smakelijke verhalen. Maar waarschijnlijk is er, om alles te corrigeren en de doelpunten te maken, in het gezelschap wel een Messi die ‘keep, back en voor’ tegelijk kan spelen. Wie die Messi moet, wil of zal spelen, lijkt duidelijk maar dat laten we voor vandaag wat het is. Hij/zij moet straks wel de ballen aangespeeld krijgen van alle spelers en men moet hem/haar graag zien scoren zonder jaloers te worden. En of hij/zij de volle wedstrijd mee kan voetballen, dat zal dan de tijd uitwijzen. We zien voorlopig wel alleen strekoefeningen en korte sprintjes, maar geen balaanname van zijn/haar zijde en ook geen schoten op het doel. Even terug naar het buitenlands beleid. De bevolking is bezig zwaar te surviven, maar niet iedereen is vergeten het reddingsverhaal dat de huidige coalitie aan de kiezers heeft gepresenteerd. Suriname heeft een kapitaalprobleem, een investeringsprobleem en een kaderprobleem. Voor de verkiezingen hebben de mensen uit de diaspora in het bijzonder Nederland, en met name de verschillende afdelingen en organisaties die aan de partijen zijn gelinkt, zich aangeboden als een belangrijk onderdeel van de oplossing van de Surinaamse problemen. Wij hebben onze visie gehad over de diaspora, het betreft immers mensen die ons en uw familie zijn. We weten wat ze kunnen en wat ze willen, we weten hoe de eerste generatie in elkaar zit en we weten ook hoe die tweede en de daaropvolgende generaties in elkaar zitten. Het is algemeen bekend hoe de Surinaamse diaspora in relatie staat tot de andere diaspora in de wereld wanneer het gaat om ‘iets te doen of te geven voor of aan’ de mensen die zijn blijven wonen in de ontwikkelingslanden. We dachten dat het daarmee niet al te geweldig is gesteld, enkele jaren terug zou zelfs zijn gemeld, na onderzoek, dat de Surinaamse diaspora behoren tot die welke het minst sympathie hebben voor het zogenaamde thuisfront. Daarom zijn we altijd blij als er gezegd wordt dat er bereidwilligheid is om met kennis en expertise en ook kapitaal(mobilisatie) vanuit de diaspora om Suriname harder vooruit te krijgen. Want, het is wel duidelijk inmiddels dat de bevolking van Suriname en in het bijzonder de beroepsbevolking te klein en kwalitatief niet op het niveau is om de economisch potenties van het land uit te buiten. De Surinaamse diaspora zou in de buurt van tussen de 3 en de 4 ton liggen alleen in Nederland (afhankelijk van hoeveel generaties na de eerste generatie we in de telling meenemen). Onze bevolking alhier ligt tussen de 5 en de 6 ton. We hebben misschien de grootste diaspora in de wereld, maar misschien ook een diaspora met de minste sympathie. Onze diaspora-opvattingen hier hebben gevarieerd van kritisch-realistisch tot overdreven optimistisch-ideaal, dit laatste omdat het gerust stelt om de roze bril op te zetten, maar te lang kan je hem ook niet aanhouden. We merken uit de zeer lange verhalen die de intellectuelen nu opsteken uit ‘p’tatata-kondre’ dat, nu een strijd gewonnen is die men niet op deze wijze gewonnen had zien worden, men heel subtiel aan het terugkrabbelen is. Kort na de verkiezingen hebben de vocale mensen uit de diaspora geclaimd dat de overwinning in belangrijke mate aan hun te danken is. Nu schijnt dat een deel een directoraat wil op Buza en een deel vindt het niet erg als een structuur binnen de overheid niet komt. Onze kritische betogen over de diaspora en de cijfers zullen op den duur worden bevestigd. Noch kapitaal (want dat moet je trouwens ook eerst hebben om het te besteden) noch kader en expertise (want in verband met de regering betekent dat langdurig verhuizen indien dat uitzonderlijke kader inderdaad aanwezig is) zal gemakkelijk uit de diaspora gebruikt kunnen worden. De mensen uit de diaspora kunnen Suriname leuk vinden maar dat is voor een korte vakantie, gepensioneerden kunnen ‘half remigreren’(op een neer pendelen) en deskundigen kunnen een keertje op afstand een rapportje schrijven of deel zijn van een medische missie of een container met afgeschreven goederen volmaken en verzenden, maar dat zal het zijn zo een beetje. Groote investeerders zijn er niet in die hoek en geld investeren in Suriname is een risico dat men niet zal nemen. Dat lijkt de waarheid nu, totdat het tegendeel is bewezen. Verhuizen is veelal een breekpunt vanwege de eigen baan, de school van kinderen en echtgenotes/partners die relatief vaker principieel tegen verhuizen naar Suriname zijn dan echtgenoten. Bovendien, onderschat het aantal profiteurs in die hoek niet, een verklaring daarvoor is voor wat betreft velen te vinden in de reden van de verhuizing naar het al mooi ingerichte Holland. Natio kan wat hebben aan diaspora, zeker omdat interlands spelen de marktwaarde van professionals vergroot, bijvoorbeeld als men straks Gold Cup speelt. Het verhaal van de diaspora moet gerationaliseerd worden: vanuit die hoek zal niet veel structureels komen. Er zitten trouwens tussen de diaspora mensen te wachten op dure consultancy’s in opkomende sectoren als de olie-industrie. Er kan wezenlijke samenwerking met wederzijds voordeel komen uit Nederland, maar dat moet gezocht worden in de witte kringen, waar de grote zakelijke investeerders liggen en waar deskundigen anders aankijken tegen Suriname waardoor er meer werkbare zakelijke opties ontstaan. De Surinaamse ambassade in Nederland moet niet gaan verzanden in de zogenaamde Surinaamse diaspora, maar vooral veel verder kijken en naar zakelijke opties zoeken, ook binnen het kader van de door VN en hun organen en agentschappen aangestuurde technische samenwerking.

error: Kopiëren mag niet!