Ombudsinstituut in Suriname nodig

De regering is op dit moment traditiegetrouw bezig om de begrotingen voor het komend jaar in orde te maken. De begrotingsbehandeling voor dit jaar is nog niet gehouden. De vorige regering had dat voor dit jaar in orde moeten maken, maar de eerste maanden van dit jaar zijn voornamelijk besteed aan de verkiezingen en Covid-19. Vanuit de media zijn wel eens aan de orde gekomen de klachten die aan DNA worden voorgelegd. De DNA moet een goede structuur hebben om de vele klachten die ze ontvangt van de samenleving, te behandelen. Aan de ene kant hebben we de verschillende petities en brieven die aan DNA worden gericht en die in de huishoudelijke vergadering worden behandeld. Veelal moeten sommige stukken verwezen worden naar een ministerie om het af te handelen. Petities zijn een huiswerk aan de DNA om daarover besluiten te nemen en bijvoorbeeld om instructies te geven aan de regering of om wetgeving te maken. Maar we hebben ook klachten over het niet of inadequaat functioneren van de overheidsstructuren. Inmiddels weten we dat er een ombudsbureau is bij DNA, maar er moet meer bekendheid aan dit instituut worden gegeven. Er zijn plannen om de mogelijkheden voor informatieverzameling, -verwerking en registratie te verbeteren. Dat dient te gebeuren middels databases en mobiele applicaties. Er zijn plannen voor een ombudsapplicatie. Dat is een zeer positieve zaak. Het systeem van Nederland is zeker wel het bestuderen waard. Daar hebben we al geruime tijd een nationale ombudsman, die een zeer onafhankelijke rol heeft en zelfstandig conclusies kan trekken zonder rekening te houden met bijvoorbeeld de regering of een politieke partij.

Een ombudsman / ombudsvrouw is een onpartijdige klachtbehandelaar(ster) die gevraagd en ongevraagd onderzoek verricht naar de rechtmatigheid van gedragingen van overheden of van particuliere instellingen en bedrijven. De nationale ombudsman is een onafhankelijke functionaris die klachten van burgers over onbehoorlijk overheidsoptreden behandelt. Hij wordt in Nederland benoemd door de Tweede Kamer voor een termijn van 6 jaar. Klachten over het optreden van bestuursorganen worden sinds 1 januari 2006 ook behandeld door de nationale ombudsman, behalve wanneer er voor deze gevallen er een andere ombudsvoorziening is. De nationale ombudsman behandelt alleen klachten over individuele zaken waarvoor geen beroep bij de rechter mogelijk is. De nationale ombudsman publiceert zijn conclusies in rapporten en in een jaarlijks verslag, die ook op internet beschikbaar zijn. Hij/zij is wel geen rechter, de overheid is niet verplicht om gevolgen te verbinden aan zijn uitspraken. Van de uitspraken van de Nationale ombudsman gaat evenwel een grote publicitaire en controlerende werking uit. De nationale ombudsman bestaat sinds 1982. In 1999 werd het in de Nederlandse grondwet verankerd en verder uitgewerkt in de Wet Nationale Ombudsman en in de Algemene Wet Bestuursrecht. De nationale ombudsman is in Nederland een ‘hoog college van staat’.

Er zijn voorwaarden om een klacht bij een ombudsman in te dienen. Ten eerste moet de klager bij een overheidsinstantie geklaagd hebben, maar zonder resultaat. Als het om de wijze van klachtbehandeling door een bestuursorgaan gaat, kan men meteen naar de ombudsman stappen zonder voorafgaande klacht. Het verzoekschrift moet binnen één jaar na het ontstaan van de klacht zijn ingediend. Heeft de klager een beslissing van een overheidsinstantie gekregen waarin staat dat er “bezwaar en/of beroep” kan worden ingesteld (bij een minister of de president), dan kan de nationale ombudsman niets doen. Ook aan uitspraken van een rechter kan de nationale ombudsman niets veranderen. De ombudsman kan geen oordeel geven over wetten, maar wél over de manier waarop die worden toegepast. Als er een andere ombudsman is (bijvoorbeeld een universiteit of ziekenhuis) dan wordt de klacht naar die ombudsman verwezen. Na een jarenlange politieke discussie heeft de Tweede Kamer in Nederland in april 2010 besloten tot het instellen van een kinderombudsman met wettelijke basis. Het initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Khadija Arib tot het instellen van de kinderombudsman is op 22 april 2010 aangenomen door de Tweede Kamer en op 15 juni 2010 door de Eerste Kamer. Op 3 september 2010 heeft de ministerraad de wet bekrachtigd.

Een van de taken van de kinderombudsman is het gevraagd en ongevraagd adviseren van regering en parlement over wet- en regelgeving met betrekking tot de rechten van kinderen en jeugdigen tot 18 jaar. Ook behandelt de kinderombudsman klachten van kinderen en jeugdigen die betrekking hebben op de overheid en private organisaties in het onderwijs, de kinderopvang, jeugdzorg en de gezondheidszorg. Daarnaast kan de kinderombudsman mogelijke schendingen van het kinderrechten in Nederland onderzoeken. Zulke instituten zijn ook in Suriname het overwegen waard.

error: Kopiëren mag niet!