WET OP MAAT De Uitvoeringswet uitzonderingstoestand Suriname in moeilijke tijden

We leven in een moeilijke tijd. Voor de één staat het leven letterlijk even stil, voor de ander juist volledig op zijn kop. Het recente Regerings verslag “evaluatie collectieve Staatsinventarissen, de financiële kloof met adders in smoothy transit en de dagelijkse updates ” met de stijging van ‘covid – 19’ en het aantal doden is al een vanzelfsprekendheid geworden. Dit is natuurlijk een verschrikkelijk gegeven. De media besteedt normaal gesproken pagina’s aan COVID-19 updates. Vorige week waren al een schrikbarend aantal dodelijke  gevallen  te betreuren en het aantal neemt steeds toe.

Deze extreme omstandigheden vragen dan ook om extreme maatregelen. Aanleiding genoeg voor de pas aangetreden regering om formeel de nieuwe Wet Uivoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand GB. 7 / 2020 no 151 af te kondigen ter vervanging van de voorgaande. Wetten hebben een eigen structuur, opbouw, regelingen en stop. Deze nieuwe  wet  is  bestudeerd  vanuit de officiële  naam, duidelijkheid over de wet, de beweegreden, het waarom en bevoegdheden, het  lichaam (kern van de wet) en het slot nl bevel tot publicatie, handteken ingen  en bevoegdheden. Deze wet is een Kaderwet (Framework Law) dat niet alleen toepasselijk is op het enkele geval van COVID -19 maar ook zonodig bij besluiten op andere Staats-, Straf- en Bestuursrechtelijke Noodtoestanden, Drankenhuis / Wet Openbare Vermakelijkheden en het Tippelverbod. Deze wet voldoet immers ook aan Lon, L, FULLERS 8 criteria in “the motality of law” (1964/1969) nl. Algemeenheid, Kenbaar, Geen terugwerkende kracht, Helder, Spreekt niet tegen, Standvastigheid, Stabiel, en in overeenstemming met de verlangens van het doel. Legitimiteit, subsidiariteit en proportionaliteit  zijn duidelijk verwerkt.(memorie v Toelich ting .

Terugblikkend op de genomen maatregelen in Suriname, hoe de noodtoestand precies heeft gewerkt en of het weer nodig is voor een ‘complete lock down, ervaren wij dat zulks niet is geadviseerd. 

Verzachtte maatregelen begonnen meer dan zes weken geleden. De huidige President noemde de gedemonstreerde gedragingen  van bugers ‘ongekend , absurd en onacceptabel “en hij heeft daarom besloten om vanaf 10  t/m  23 augustus onder meer, sportclubs, casino’s , bordelen, Openbare vermakelijkheden te sluiten en het openbaar vervoer te land en te water te verbieden. Hij stelt strakke handhaving en strafrechtelijke maatregelen tegen het overtreden en het niet naleven van besluiten en verbodsbepalingen.Tot twee keer toe werden de maatregelen aangescherpt. Zo zijn er nu instructies gegeven, om indien zij dit nodig achten, gebieden zoals vacantieoorden en parken, volledig te sluiten. Het verbod om samen te zijn met meer dan vijf personen en de verplichting om anderhalve meter onderlinge afstand houden, met uitzondering van gezinsleden in huis blijven van kracht. Bijeenkomsten waar voor een vergunnings- of meldingsplicht geldt zijn tot 23 augustus verboden. Deze (afdwingbare) maatregelen staan nog los van de aanwijzingen en richtlijnen van het RVM, de Coördinatoren zoals zoveel mogelijk thuisblijven en waar mogelijk, ander halve meter afstand houden en handen desinfecteren. Mond en neusbedekking verplicht. Aanwijzingen en richtlijnen ge ven mag natuurlijk altijd, maar wat is de grondslag voor de wel afdwingbare maatregelen?  De WOG (wet openbaar gezond heidszorg) regelt onder meer de bestrijding van infectieziekten. 

Daarin worden vier groepen infectieziekten onderscheiden:

A, B1, B2 en C. Het coronavirus behoort tot groep A, waardoor de zwaarste maatregelen kunnen worden getroffen. Dit betekent o.a. dat de taak van de bestrijding van het virus bij de Minister ligt, die de voorzitters van de veiligheidsdienst RGD opdraagt hoe de bestrijding uit te voeren.  

De maatregelen die op dit moment gelden zijn al zeer in grijpend in ons dagelijks leven. Denk hierbij aan de uitvaart van een misschien wel aan het Coronavirus overladen persoon, waarbij afscheid nemen niet goed mogelijk is. 

Toch blijven verdergaande maatregelen, zoals een “complete lock down’, tot nu toe nog uit. Dit betekent dan niet dat de maatregelen in Suriname veel minder zwaar zijn dan in andere landen. Feit is dat de noodtoestand is uitgeroepen omdat de andere noodbevoegdheden, nog niet ertoe hebben geleid om een ramp of crisis naar wens onder controle te houden. Het moet dus gezien worden als een ultimum remedium, waar niet te licht mee moet worden omgesprongen. 

Bij het uitroepen van deze noodtoestand is gekozen tussen een beperkte en een algemene noodtoestand. Het verschil hiertussen schuilt in de vraag welke wetten als het ware geactiveerd kunnen worden. Die wetten zijn reeds aangegeven. Deze uitgeroepen noodtoestand schept op zich zelf nog geen extra bevoegdheden. De komende periode zal duidelijk worden of de maatregelen voldoende hebben bijgedragen aan de indamming van de verspreiding van het virus. 

Wat al de aanghaalde wetten gemeen hebben, is, dat ze om effectief te zijn niet alleen in werking getreden moeten zijn, zoals bij alle wetten, maar dat de wetten er al zijn en dat de handhaving hiervan dwingend is gesteld. Deze wijze van uitvoering geschiedt bij Presidentiële Besluit (PB).

”Om te oordelen of er sprake is van een goede uitvoering  moeten wij eerst kijken naar de uitwerking in de praktijk van de gegolden noodmaatregelen. 

Het wettelijkkader verschilt. Dat wil dus niet zeggen dat de aanpak van het virus anders of minder rigoureus is. Het gaat er uiteindelijk om dat de maatregelen voldoende steun vinden binnen een bestaande wet en dat ze proportioneel en geschikt zijn voor de situatie waarin ze nu gelden, of dit nu met of zonder (het uitroepen van) een Wet Uitvoering Uitzonderingstoestand geschiedt 

Josef Beck:

 (gew. docent Staatsrecht / Staatsinrichting Pol.Opl.)

error: Kopiëren mag niet!