“Goede mensen hebben geen wetten nodig om verantwoordelijk te handelen, …………………….terwijl slechte mensen de wetten weten te omzeilen”. (Plato 427 – 347 v.Chr.) Over integriteit gesproken

Vanaf het aantreden van de regering Santokhi/Brunswijk is het vraagstuk van integriteit in de publieke sector zeer actueel. De presentaties van de regering geven een triest beeld over de aangetroffen financiële situatie van het land,. het onbehoorlijk bestuur van gewezen politici / bestuurders en de enorme aangetroffen chaos van 10 jaar NDP-regering. 

Op weg naar de verkiezingen van mei 2020 en ook daarna is door de huidige regering herhaaldelijk aan het volk beloofd vernieuwing en verandering te brengen in de politiekvoering in Suriname. Een nieuwe politieke cultuur , transparantie en communicatie met het volk. De nieuwe bestuurders en politieke partijen als de VHP, ABOP, NPS en PL zouden zich veel meer moeten bezighouden met integriteit, met de eigen politieke-en bestuurlijke moraal. De morele agenda van deze regering i.c. VHP verliest aan geloofwaardigheid, zolang die moraal niet of maar mondjesmaat , verbonden wordt met de integriteit van het handelen van de eigen partij, politici en bestuurders.  

De benoeming onlangs van het DNA-lid Reshma Mangre tot lid van de Raad van Commissarissen (RvC) van de SLM heeft geleid tot enige ophef zowel binnen de eigen politieke kringen als daarbuiten. Zelfs de ondervoorzitter van haar eigen VHP, de heer Asiskoemar Gajadien liet weten bijzonder verrast te zijn van haar aanstelling.  Des te verrassender is het, vanwege het feit dat binnen de VHP reeds het voornemen bestaat om algemene regels en procedures voor nevenfuncties en nevenactiviteiten van publieksfunctionarissen te bespreken en aan te scherpen. Signalen over het bekleden van dubbele- en driedubbele  functies  zijn vaker   tijdens de verkiezingscampagnes duidelijk publiekelijk verafschuwd.

Als lid van de VHP dient dit voornemen van de partij ook bekend te zijn bij haar en verwacht je dat zij in het belang van de VHP (en sfeer) daarop anticipeert. Echter, zijn aanvaart met enige trots het lidmaatschap in de RvC van de SLM en wel  doordat  gevraagd is op grond van haar academische opleiding , deskundigheid en ervaringen.  Haar argument dat zij door haar lidmaatschap in de RvC-SLM de vliegmaatschappij  zal redden en  winstgevend  zal maken . Volgens bestuurskundige Ewald Badloe zijn haar intenties:  “bij het belachelijke af”.

In het ongewisse blijft welke procedure mevrouw Reshma Mangre heeft gevolg tot haar benoeming als lid van de RvC van de SLM en/of door wie is ze voorgedragen?

 Als VHP-lid dient zij te weten wat haar partij voorstaat en als DNA-lid dient zij ook te weten wat haar functie inhoudt o.a. het controleren van staatsinstellingen i.c. parastatale bedrijven , i.c. SLM. Zij had zich bewust moeten zijn dat haar benoeming bij de SLM het risico had van zowel schijnbare-als daadwerkelijke belangenverstrengeling. Haar persoonlijke belangen en haar verantwoordelijkheden als DNA-lid zijn met elkaar in conflict en is onverenigbaar.  Ook het risico van schijnbare belangenverstrengeling lijkt het persoonlijk belang van dit lid, de besluitvorming, onjuist te beïnvloeden, terwijl dit niet het geval is. Beide soorten van belangenverstrengeling kunnen nadelig zijn voor het vertrouwen in elkaar. Conflicterende taken en verantwoordelijkheden dienen gescheiden te worden om elk risico van belangenverstrengeling te vermijden, Het is deze belangenverstrengeling die nu gezorgd heeft dat haar geloofwaardigheid als DNA-lid is aangetast, hoe oprecht en nobel de intenties ook waren. Zij had al aan het begin  de afweging moeten maken dat als de SLM ooit in opspraak zou komen, dat het snel tot negatieve publiciteit zou kunnen leiden voor haar. Zij had moeten weten dat de twee functies onverenigbaar zijn vanwege potentieel conflicterende belangen. Ook als regels ontbreken of onhelder zijn, dan oordeel  en handel je op moreel verantwoorde wijze op basis van algemeen aanvaarde sociale-en ethische normen. Zie de integere houding van de heer Viren Ajodhia, die ook gevraagd is om deel te nemen in de RvC van EBS.  Het is niet haar vrijwillige keuze , maar uiteindelijk de maatschappelijke druk, mede ontstaan door de publieke opinie (vele publicaties en sociale mediaberichten), die  geleid heeft  tot haar uittreden uit de RvC van de SLM.

Laten wij hopen dat dit exemplarische voorval als voorbeeld mag dienen in de komende dagen, bij de invulling van de vele commissariaten bij de overheidsinstellingen en parastatale bedrijven.     

Door: Piet Sanichar                                                                                                     

error: Kopiëren mag niet!