De lange adem van een te bouwen brug over de Corantijnrivier

‘De intentie is wederzijds aanwezig om een brug over de Corantijnrivier te bouwen. Suriname en Guyana lopen warm voor verdere samenwerking.’ Woorden van Alven Roosveld, woordvoerder van president Chandrikapersad Santokhi tegenover het Dagblad Suriname. De president was afgelopen weekend in buurland Guyana om de inauguratie van zijn Guyanese collega Mohamed Irfaan Ali bij te wonen. Santokhi heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt om met de Guyanese regering over diverse zaken te praten die beide landen raken, waaronder een langgekoesterde wens van een brug over de Corantijnrivier.

Het idee van een brug over de Corantijnrivier dateert echter zeker al van 1998 en dook de afgelopen jaren nu en dan op. Toenmalig minister van Handel, Industrie en Toerisme, Stephen Tsang, zei op 1 mei 2019 nog, dat ‘er op korte en middellange termijn een brug zal worden gebouwd over de Corantijnrivier’. Deze brug moet de handel, de industriële en de toeristische mogelijkheden tussen Suriname en Guyana benutten.’ Maar, het waren woorden die al vele jaren te horen waren en vandaag de dag dus weer.

Toenmalig president Desi Bouterse zei tijdens een staatsbezoek in september 2010 samen met de voormalige Guyanese president, Bharrat Jagdeo, in Georgetown, dat er een brug zou komen om beide buurlanden met elkaar te verbinden. Dat jaar werd de Nederlandse bruggenbouwer Ballast Nedam benaderd om de brug te bouwen. Maar, de plannen verdwenen in de ijskast, omdat er geen financiering was. In 2013 werd plotseling een intentieverklaring met China Railway Construction gesloten voor de bouw van de brug. De Islamitische Bank (IsDB) was bereid gevonden de brug deels te financieren. Vanuit de zijde van de Surinaamse regering kwamen echter geen formele mededelingen rond dit project. Het bleef weer bij intenties en goede bedoelingen.

Een jaar geleden, augustus 2019, werd naar een geschikte locatie voor de bouw van een brug gekeken. Volgens Guyana zijn er twee mogelijke locaties, Molesonkreek en Orealla. ‘Dit is waar het probleem start, om een locatie te hebben welke acceptabel is voor beide landen’, aldus Guyana. Beide regeringen zouden de kosten van de brug moeten berekenen en hoe die zouden moeten worden verdeeld. Men hoopte dat de overeenkomst tegen het einde van 2019 of begin 2020 zou kunnen worden gesloten.

Oud-NDP-assembleelid Rachied Doekhie beweerde medio augustus 2019, dat de twee landen nog geen overeenstemming konden bereiken inzake de jurisdictie over de brug. Guyana zou zeggenschap in de organisatie willen, maar voormalig president Bouterse was daar geen voorstander van. ‘Het is onze rivier en wij willen de brug bouwen, maar Guyana zegt dat het wil meebepalen. Als je ja zegt, dan geef je eigenlijk een deel van de rivier weg’, sprak Doekhie.
De voorbereidingen voor de bouw waren volgens Doekhie klaar. Een door Ballast Nedam gemaakte tekening was goedgekeurd en er was ook een intentieverklaring tussen de twee regeringen ondertekend. Echter, Guyana hield voet bij stuk dat het medezeggenschap wil.

De Guyanese minister van Openbare Infrastructuur, David Patterson, kondigde half december vorig jaar aan, dat Guyana in gesprek was met Suriname over de bouw van de brug. ‘In september 2019 ontmoette ik de minister van Openbare Werken uit Suriname en we hebben afgesproken dat één van de prioritaire projecten tussen Guyana en Suriname een brug over de Corantijnrivier zou zijn’, aldus Patterson.

Inmiddels is het augustus 2020 en nog steeds spreken beide landen slechts hun goede intenties uit. Van een brug is echter nog niets te zien.

error: Kopiëren mag niet!