Paleisrevolutie in de uitgeholde ambtenarenbond

In de CLO is heibel ontstaan. De voorzitter die lange tijd het gezicht is geweest van de ambtenarenvakbond is in ongenade gevallen bij een deel van het bestuur. In dit deel van het bestuur zit de tweede man van de CLO, ooit minister namens de vakbond in het kabinet Bouterse-Adhin, en andere personen die een stuk carrière hebben gemaakt welke gefaciliteerd is door de voorzitter van de CLO zelf. De CLO is lange tijd ongeveer de enige ambtenarenvakbond geweest die de hele breedte van de ambtenarij bestreek, vanaf de bureauambtenaren tot de bijzondere groepen. Uit ontevredenheid rukten delen van de ambtenarij zich los van de CLO en richtten hun eigen vakbonden op. De CLO is een vakcentrale, dat betekent dat het een verzameling-vereniging is van verschillende bonden van ambtenaren. De CLO is door de Bouterse-regeringen (2010-2020) aangemerkt als een factor om rekening mee te houden. Kennelijk heeft daarbij een rol gespeeld het beeld van de meidagen in 1999 toen massa-stakingen, waaraan veel ambtenaren meededen, uiteindelijk leidden tot de vervroegde verkiezingen. Het betekende de val van de regering Wijdenbosch-Radhakishun. Maar het waren heus niet alleen ambtenaren op straat in 1999, ook de private sector was op straat met medewerking van de werkgevers. De CLO heeft, nadat de voorzitter afgewezen werd door de NPS als te zijn niet geschikt voor de DNA-lijst – het oordeel was: ‘geen DNA-materiaal’- uiteindelijk duidelijk partij gekozen en zich aangesloten bij de NDP. Of beter gezegd, de voorzitter van de CLO sloot zich verbitterd aan bij de NDP. Hij vergat de politieke partij die hij opgericht had na de duidelijke afwijzing door de NPS. De CLO-voorzitter werd namelijk in de weging van de NPS te licht bevonden, mede door het ‘loose canon’ karakter. De CLO-voorzitter liet zich door de NDP plaatsen op de DNA-lijst in 2015, maar daarmee was de CLO in termen van de leden niet massaal overgegaan naar de NDP. Dat valt af te leiden uit de zeer povere oogst van de CLO-voorzitter in de verkiezingen van 2010. Hij haalde alles bij elkaar niet eens 500 stemmen en hij was danig verbitterd door deze schrale oogst. De CLO-bestuursleden hebben op de schoot van de NDP-regeringen bitter weinig gedaan voor het gezond maken van de ambtenarij en de rechtspositie van de ambtenaren. Wat men vooral heeft gedaan is het veilig stellen van de eigen persoonlijke belangen, van familieleden en enkele vrienden. Dat gevoel heerst over delen van het CLO-bestuur en de voorzitter zelf bij de leden. De CLO-leden drukten hun verdere ontevredenheid uit in het aantal stemmen op de voorzitter: niet eens 100. De leden van de CLO zijn zich steeds verder gaan distantiëren van de CLO en ze zijn echter vervreemdt van de CLO. Deze vakorganisatie staat niet bekend als een vakvereniging met interne democratie zoals het vereist is in de grondwet. Wel eens is beweerd dat niet de leden de dienst uitmaken, dus de hoogste macht zijn in de vakorganisatie, maar het bestuur. De vraag rijst daarom ook wat de kracht van de CLO heden ten dage is, nadat het bestuur voor eigen persoonlijk gewin flink misbruik heeft gemaakt van de politieke connectie die ze aanging met de NDP en eigenlijk de vakbond ook politiseerde. Hoeveel leden heeft de CLO, via de lidverenigingen waartoe de ambtenaren zijn aangesloten? Wanneer heeft de CLO allemaal alv’s gehouden?

De CLO-voorzitter wordt door de overige leden van het bestuur ervan beschuldigd dat hij misbruik heeft gemaakt van de bond voor eigen gewin, maar komen ze daar nu pas tot de ontdekking? Hebben zij ook niet in het nabije verleden persoonlijk geprofiteerd, net als de voorzitter, van de politieke verbintenis met de NDP? Zijn de bestuursleden dankzij de voorzitter ook niet minister, directeur etc. geworden? Heeft men geen materieel oordeel gehad van de connectie van de NDP? Is het niet zo dat de pot nu de ketel verwijt? De voorzitter wordt verweten van een dictatoriale houding, maar hoe komt het dat men dan opeens wakker wordt? Is het gebrek aan een democratisch functioneren van de CLO niet iets dat al jaren zo is en heeft men als bestuurslid dat niet verdedigd? De voorzitter wordt nu opeens ook verweten dat hij etnisch discriminatoire uitspraken zou hebben gedaan, maar weten de bestuursleden dan niet dat de voorzitter in zijn dagelijks handel en wandel de hele tijd bevolkingsgroepen aan het beledigen is? De discriminatoire en beledigende opmerkingen van de voorzitter zijn niet vanaf nu en is het niet zo dat men als bestuurslid deze opmerkingen als een papegaai ook heeft zitten herhalen? Het deel van het bestuur dat een hele tijd slaafs, blindelings en onvoorwaardelijk achter ‘mijn voorzitter’ heeft aangelopen, is ongeloofwaardig en men komt zelfs hypocriet over. Nu de voorzitter politiek niet meer in de melk te brokkelen heeft is hij geen ‘mijn voorzitter’ meer en laat men hem als een baksteen vallen. We zeggen dit alleen vanwege de geloofwaardigheid van dit deel van het bestuur, niet omdat we achter beleid en de opvattingen van de CLO-voorzitter staan, want dat is geenszins het geval, integendeel. Al de verwijten aan het adres van de CLO-voorzitter, schijnen op waarheid te berusten, maar…dezelfde verwijten kunnen en moeten ook aan het deel van het bestuur te worden gemaakt dat nu zogenaamd wakker is geworden. Want, men heeft verzuimd om ons te vertellen hoe men de zaak binnen de bond anders aan zal pakken. Daarom is de move van het deel van de CLO tegen de voorzitter voor ons vooralsnog niets anders dan een schijnbeweging om de CLO weer op de schoot van de regering te caramboleren, met het kennelijk doel om weer persoonlijk gewin te halen uit de situatie. De CLO moet een democratische vakbond worden en nieuwe jonge bestuursleden moeten de zaak overnemen. De oude garde heeft zijn tijd gehad en moet nu plaats maken. Binnen de ambtenarij zijn er genoeg hoger kader dat de organisatie om ordentelijke wijze kan leiden.        

error: Kopiëren mag niet!