Tussen samen werken en samenwerken

Hoe zit het nu bij ons op de werkplek? Gaat het om samen werken, elkaar dagelijks braaf tegenkomen in dezelfde werkruimte zonder verdere contacten in werkverband of om samenwerken, waarbij vooral de onderlinge werkrelaties zo belangrijk zijn? In het eerste geval immers vormen wij dan wel een groep werkers waarbij eenieder zijn of haar taken uitvoert zonder daarbij anderen nodig te hebben, ook niet voor uitwisseling van gegevens of informatie. Want een groep personen bij elkaar vormt nog geen team. In de voetbal-, basketbal- en volleybalsport zijn tijdens de wedstrijd teamspelers aan het werk die zich tot het uiterste inspannnen om gezamenlijk de zege binnen te halen. Maar strijden voor het ondernemings- of voor een maatschappelijk belang is van andere orde. Als in de woonwijk bewoners de bermen langs de wegen zelf onderhouden, zonder dwang maar uit bevlogenheid, uit liefde voor de eigen woonomgeving, dan verrichten zij hun beschavingsarbeid door innerlijke of intrinsieke motivatie. Als deze vorm van vrijwillige arbeid een collectief karakter krijgt dan is het de groepsgeest die dit proces in stand houdt. Wij moeten allen onze schouders plaatsen onder de werklast, zegt de gepassioneerde ondernemer of bestuurder. Maar mensen zijn geen automaten die met een druk op de knop aanstonds doen wat gevraagd, gewenst of bevolen wordt. Er moet een drijvende kracht zijn die de groep aanzet tot spontane inspanningen voor het goede doel. Hoe komt het dat in de werkorganisatie de ene werknemer meer eigenaarschap vertoont dan de andere? Hoe komt het dat iemand in de privesfeer meer eigenaarschap vertoont dan op het werk? Waaraan ligt het toch dat de landsdienaar in ons land moeite heeft met het op tijd aanwezig zijn op het werk, maar voor een betere beloning in de onderneming van meet af aan steeds keurig op tijd aanwezig is? Zou geld, in tegenstelling tot wat in de literatuur steeds wordt beweerd, toch zulk een krachtige motivator wezen? Of zijn er andere invloeden die hier gelden? Hoe kun je als chef het gevoel van eigenaarschap stimuleren bij de eigen medewerkers? Zodanig dat zij ‘het probleem’ ook als ‘hun probleem ‘ aanvoelen en daardoor warmhartig naar een oplossing zoeken? Vaak merken wij dat personen de politieke partij, hun oude liefde, verlaten en zich aansluiten bij een andere organisatie. Waarom doen zij dat? Het moet toch zo zijn dat iemand naar een andere werkgever of naar een andere voetbalclub of politieke partij overstapt omdat die een prikkel daartoe krijgt? Sympathie koesteren voor onze werkkring en zelfs voor wat meer geld niet weglopen moet op een of andere wijze toch wel context gebonden zijn? Zijn het de werkomstandigheden, de uitdagingen in het werk, het werkklimaat of de ontplooiingsmogelijkheden? Waaraan ligt het dat iemand baalt van het werk dat in deze organisatie op deze plek verricht moet worden, maar hetelfde werk, verrassend genoeg, elders met plezier verricht? Wij moeten samenwerken om ons land gezamenlijk weer op de rails te krijgen. Deze  kreet van de nieuwe leider galmt over het land. Het gebeurt immers luidkeels. Dat is maar goed ook, want soms krijg je als burger nu vooral het gevoel van een soort gedeeld politiek leiderschap in ons land. Maar de vraag is: hoe krijg je de burgers tot gezamenlijke inspanning? Hun geloof in de oprechtheid van volksvertegenwoordigers en bestuurders is reeds tijden verdampt. Samen werken doen versmelten tot samenwerken? Ja, hoe doe je dat in een land waarin de mensen mentaal kapotgemaakt worden door politici? Een aaneenrijging van falende kabinetten staat aan de basis van de algehele frustratie bij het Surinaamse volk. Volgens de systeemleer werken gebeurtenissen, zelfs uit het verre verleden iedere dag nog door, vooral wanneer gedaan wordt alsof die nooit hebben plaatsgevonden. Verleden, heden en toekomst zijn vervlochten. Alle neuzen in dezelfde richting? Niet doen, want dan verdwijnt ook de kritische geest van de groepsleden. Het parlement dat ook nu weer de regering kritisch zal begeleiden, zegt de nieuwe voorzitter. Hoezo? Moet ook dit eensgezind geschieden? Maar in de democratie is de botsing van meningen toch juist zo kenmerkend? Of wordt aan conflictenergie geen waarde meer gehecht? Nergens in de grondwet is een begeleidende taak het parlement toebedeeld. Controleur en controleobject mogen nooit in elkaar vloeien. Wie de andere begeleidt, is overigens mede verantwoordelijk voor het resultaat. Professionals behoeven overigens geen begeleiding. En voor ‘s lands bestuur heb je inderdaad professionals nodig, al ligt de werkelijkheid vaak anders. Het nieuwe ministersteam zal eensgezind optreden, wordt ook nu weer gezegd. Maar eensgezindheid veroorzaakt wel unanimiteit doch verzwakt het kritische denkvermogen van het individu. Benadrukken van de eenheidsgedachte binnen het ministersteam veroorzaakt mooie gemeenschappeljkheid, terwijl juist diversiteit in het denken hier noodzakelijk is. Tegenspreken zou in deze sfeer kunnen overkomen als tegenwerken. Overdreven voorzichtigheid in de wisselwerking tussen beleidsgebieden leidt allicht tot oppervlakkigheid. In de bovenstroom lijkt alles soms wel koek en ei, terwijl het in de onderstroom broeit en gloeit. Merkbare eenheid in teams kan bedriegelijk zijn. Op vertederende wijze zeggen dat het wel goed komt met het volk van Suriname en daartegenover de harde werkelijkheid zijn niet altijd elkaars bondgenoten. De bijdrage van eenieder, dus ook van ministers is daarom vereist, maar dan wel met behoud van het recht op een eigen mening en, waar nodig, op een eigen vrije speelruimte in het werkproces.

Stanley Westerborg

Organisatieanalist

error: Kopiëren mag niet!