Is wegvallen Sport- en Jeugdzaken een aderlating?

Wilgo Koster, algemeen centrumcoördinator van buurtorganisatie Stibula, kijkt naar het belang van het ministerie van Sport en Jeugdzaken. Momenteel is er een hevige discussie of dit ministerie wel of niet opgeheven moet worden. “Een eigen zaalvoetbalteam van de buurt moest worden gestopt in verband met te hoog oplopende kosten. Ook kunnen we niet voorzien in de behoeften van bijvoorbeeld tenues en bedrukking. Vandaar dat we terug keren naar talentontwikkeling in plaats van het investeren in een team”, vertelt Koster die behalve centrumcoördinator ook voorzitter van Buurtplatform Suriname is.

Vergeten

Dat het ministerie wordt opgeheven ziet Koster als de keus van de nieuw aan te treden regering. In het opsplitsen naar de twee ministeries van Regionale Ontwikkeling (RO) en Arbeid ziet Koster liever dat voor het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur was gekozen. “Want bij onderwijs was het directoraat Sport eerder al ondergebracht. We zien nog niet wat het gaat worden bij deze twee ministeries. De kans is groot dat als sport nu bij regionale ontwikkeling wordt ondergebracht, dat we als buurtorganisaties worden vergeten. Op dit moment is niet duidelijk wat die ministeries van plan zijn voor de buurtsportontwikkeling.”

Evaluatie

Koster geeft ook aan dat het ministerie van Sport- en Jeugdzaken ook geëvalueerd kon worden om te komen tot een herschikking. “Er is niet met de buurtorganisaties gesproken om te vragen wat we willen terwijl buurtsport dwars door alle politieke en religieuze lijnen heengaat. De algemeen centrumcoördinator geeft aan dat buurtorganisaties hard nodig zijn in de samenleving. Toch is Koster niet tegen het opdoeken van het ministerie, maar is wel voorstander om Sport- en Jeugdzaken als een geheel terug te laten komen bij n directoraat.”

Onderwijs

“En voor ons is het ministerie van Onderwijs logisch.” Het ministerie van Onderwijs ziet de algemeen centrumcoördinator als logisch, omdat de kinderen zijn ondergebracht bij onderwijs. “Wanneer wij activiteiten zoals sportdagen zouden organiseren, dan hoef je slechts n ministerie en niet twee ministeries te benaderen.” Koster wijst erop dat dit soort structuren er al zijn bij het huidige ministerie van Sport- en Jeugdzaken. “Ook wanneer je te maken hebt met internationale organisaties verwachten deze dat het sportgebeuren is ondergebracht bij een plek waar er educatie wordt gegeven. Want het is niet alleen: we gaan een potje voetballen, maar ook dat er een stuk educatie is verweven met de activiteiten.”

Verval en bandeloosheid

Koster legt ook de link tussen sport en volksgezondheid. “Bij kwalitatief goede sportfaciliteiten in de buurten zou de volksgezondheid ook kwalitatief toenemen. Wanneer men in buurten niet kan ontspannen glijden deze buurten af naar verval en bandeloosheid. Maar je leert mensen ook normen, waarden en discipline.” “Het is dus echt meer dan alleen dat potje voetbal”, accentueert Koster vanuit zijn jarenlange ervaring met het buurtwerk. “Het sportgebeuren op buurtniveau zou nu al veel verder moeten zijn wanneer we beter zouden omspringen met de middelen.” De coördinator wijst op de vele scholensport- en buurttoernooien die zijn georganiseerd. Koster verwijst zelfs naar internationale activiteiten waarbij gevraagd werd naar het sportgebeuren op buurtniveau. De rol van het sportgebeuren moet niet onderschat worden. “Want daar wordt het talent ontdekt. Het aantal kinderen dat zich rechtstreeks op een club inschrijft is minder voor de hand liggend dan wanneer kinderen via de buurtontwikkeling kennis maken met een sport.”

Verlies?

Dat er nu nationaal breed wordt gediscussieerd  over het wel of niet opdoeken van het ministerie van Sport- en Jeugdzaken waarbij het voor sommigen lijkt op een aderlating is voor Koster wel herkenbaar, maar zelf ziet hij het verdwijnen van het huidige ministerie niet als een groot verlies. “Want we hebben gemerkt dat opeenvolgende regeringen, wanneer zij merken dat buurtorganisaties niet tot de overheid behoren, zij dan anders worden behandeld. Het ministerie heeft de afgelopen 10 jaar wel zijn nut bewezen voor de activiteiten die tijdens de schoolvakanties zijn georganiseerd.” Zo kon Koster in de vakantie via Jeugdzaken vakantiejobbers inzetten op Stibula. “Maar verder zijn er geen activiteiten geweest.”

De projectcoördinator zegt dat er wel is geïnventariseerd, maar faciliteiten zoals een kunstgrasmat heeft Stibula zelf voor moeten zorgen. “We hebben wel ondersteuning gekregen in personeelszorg doordat er personeel ter beschikking is gesteld, maar jaarlijkse subsidies om sport te ontwikkelen is niet voorgekomen.”  Koster geeft voor de volledigheid wel aan dat er een klankbord was waar je naar toe kon gaan. “Velen denken dat we goed worden voorzien door de overheid maar dat beeld klopt niet. Het zal bij ons niet veel verschillen of sport nou een ministerie, directoraat of onderdirectoraat is. Van de nieuwe coalitie heb ik het beleid nog niet gezien, maar op basis van de ervaring uit de afgelopen 40 jaar is het nog niet anders gegaan”, aldus de centrumcoördinator van Stibula.

RB

error: Kopiëren mag niet!