Een virusuitbraak heeft de in moeilijkheden verkerende suikerboeren in Europa getroffen, die al te maken hebben met historisch lage prijzen, een verbod op insecticiden en een milde winter die de aanwezigheid van bladluizen heeft verergerd.
De bestrijding van het bietengielvirus (BYV) is moeilijker geworden sinds de Europese Unie in 2018 een verbod heeft ingesteld op het gebruik van neonicotinoïden – insecticiden die verantwoordelijk zijn voor het doden van bijen -.
Bladluizen brengen het vergelende virus over. Infecties verschijnen meestal op individuele planten of als kleine gele vlekken op het terrein die zich uitbreiden naarmate het seizoen vordert en de ziekte zich verspreidt.
De besmetting BYV vermindert het fotosynthetische gebied van bladeren, waardoor het suikergehalte afneemt en opbrengstverliezen tot 50 procent worden veroorzaakt.
De EU is de op twee na grootste suikerproducent ter wereld. In het groeiseizoen 2018-19 produceerden de 19 EU-landen die bieten telen 17,62 miljoen ton suiker. De grootste producenten waren Frankrijk, Duitsland, Polen en Nederland, met een productie van respectievelijk 5,29, 4,2, 2,19 en 1,14 miljoen ton. Het Verenigd Koninkrijk volgt met 1,13 miljoen ton.
De dreiging van BYV zou de Franse productie in het komende seizoen met maar liefst 25 procent kunnen treffen. De verliezen kunnen oplopen tot 30 procent in Duitsland en 50 procent in België, volgens Bloomberg.
De Europese producenten hebben al een klap gekregen van de lage suikerprijzen en de dalende consumptie als gevolg van de Europese lock-down vanwege de coronaviruspandemie. De horecasector is gedecimeerd, bars, restaurants en hotels zijn gedwongen te sluiten en sport- en sociale evenementen zijn uitgesteld.
Al deze factoren zien er somber uit voor producenten die hoopten dat lage prijzen tot het verleden zouden behoren.
