Bronnen van energie

 Niet wat een energiedeskundige ons vertelt moeten wij voetstoots als de heilige waarheid aannemen. Niet wat op het etiket van het energiedrankje zo uitnodigend genoteerd staat moet als de zaligmakende werkelijkheid beschouwd worden. Wat over de landsgrenzen heen wordt verkondigd zal de waarheid eerder kunnen zijn. Zonne – energie is nu het mondiale woord voor de vervanger van de traditionele energieopwekking. Waterkracht energie, wind energie, vulkanische energie, geothermische energie, fossiele energie, biomassa, bio energie, kern energie spirituele energie, het zijn maar enkele begrippen uit het arsenaal van de energiebriljanten. Als leek volg je met veel belangstelling hoe het in de wereld van de energie nu eraan toe gaat. Je hoort dan praten over windmolenparken, over zonnepanelen, over aardwarmte en veel meer. Groene energie prijkt bovenaan de lijst van menselijke verlangens. Vooraanstaanden in de wereld kunnen zich maar niet verenigen in eenduidige opvattingen over de weg naar schonere lucht. Allerlei conflictsituaties hierover tussen wereldleiders  doen zich voor. Immers,  onze mensenwereld ligt bezaaid met conflicten. Jawel, het conflict als begrip dat al gauw naar het niveau van spanning escaleert. Maar ook conflicten vormen een bron van energie. Dat het kind in de mens nooit vergaat bewijst stellig wel het gedrag bij zovelen onder ons. Menigeen wordt namelijk boos bij elk conflict dat zich maar voordoet, terwijl juist in werkverband conflicten zo frequent voorkomen. En dat is maar goed ook. Want stel je maar eens voor dat wij het steeds en in alle gevallen eens zijn met elkaar. In het gezinsleven zijn conflicten tussen ouders en kinderen geen onbekend verschijnsel. Een goede zaak : er is leven in de tent. Conflicten  over zakelijke aangelegenheden zijn functioneel. Uit het gehaal en getrek komen uiteindelijk de beste oplossingen. Omarm het conflict, zolang het niet in de  persoonlijke sfeer ligt. Bij de verdeling van de beschikbare hulpmiddelen om te kunnen functioneren strijden de chefs om het beste voor hun afdeling. Er ontstaan conflictsituaties. Verwelkom die. Zij brengen ook daar leven in de brouwerij. Conflicten over de inrichting van het werk zijn zeer nuttig. Zij leiden tot kritische proces- en procedure analysen. In de politiek zijn conflicten het dagelijkse verschijnsel. Daarop volgen de spanningen. Ook een goede zaak. Het conflict begint soms reeds bij de vorming van een regeerteam. Teamgeest en teamwork vormen een vast begrippenpaar. Hoe gewichtiger de taken die door het team uitgevoerd moeten worden, hoe gewichtiger de daarachter gelegen doelstellingen, hoe serieuzer derhalve gekeken moet worden naar de samenstelling van het team. Nu kan je als huidige of toekomstige teamleider bij voorbaat rondborstig jouw lofkreten uiten over jouw werkers, maar dat lijkt niet erg voor de hand liggend. Want ook dream teams hebben ernstig gefaald. Teambevlogenheid is niet te koop. Wij zijn als ernstig gedupeerde burgers in eigen land steeds weer de slachtoffers van ondeugdelijk openbaar bestuur. De ene periode van besluiteloosheid wordt afgewisseld met een regeerteam dat van start gaat in een sfeer van vastberadenheid en passie, om zich vervolgens geleidelijk aan te doen kennen  als een bestuurlijk gezelschap dat van besturen weinig afweet. Het begrip beleidsonderzoek is onze politici klaarblijkelijk wezensvreemd. En dat is betreurenswaardig omdat beleidsvorming zonder onderzoek onmogelijk is. De beleidsonderzoeker betreedt het veld alwaar de menigte en de talloze organisaties met al haar kopzorgen, wensen, grieven en verlangens zitten. En wij weten het: elk onderzoek moet worden geleid door een probleemstelling. Hoe onzinnig is het dan toch een beleidsonderzoek aan te vangen zonder een gedegen probleemformulering. En hoe komt de onderzoeker eruit als hij niet weet dat het enkelvoudige probleem bij lange na niet identiek is aan problematiek, waarbij het om een geheel van problemen gaat die met elkaar samenhangen en waarin vooraf  de nodige ordening door de beleidsanalist moet worden aangebracht? Kijk maar hoe vaak beleidsbeslissingen genomen worden waarbij niet of in onvoldoende mate rekening is gehouden met de belangen van aangrenzende beleidsgebieden of van externe belanghebbenden. Als in vroeg stadium een conflictsituatie tussen coalitiepartners ontstaat over de plaatsing van een zogenoemde olie-en gasbeleid dan dreigt de ene deelnemer met vertrek. Geen betere manifestatie van onvolwassen gedrag. Conflicten zijn immers deel van het onderhandelen. Het hoort erbij omdat meningsverschillen goed zijn voor de gedachten-en beeldvorming. Er wordt dan in allerijl een compromisvoorstel uitgewerkt waarbij uiteindelijk besloten wordt onze toekomst op zee onder te brengen bij een departement, midden in de bruisende zee van de ambtelijke bureaucratie ,van de routines en van ondeskundigheid. De weg is daarmede geopend voor het volgende conflict als gevolg van ambtelijke beïnvloeding van noodzakelijk bedrijfsgericht management. Een criticus stelt allicht ook de vraag waarom het bestaande staatsoliebedrijf met inmiddels veel relevante werkervaring niet de aangewezen instantie mag zijn om tenminste de transitie van de aanloopfase naar de exploitatiefase ter hand te nemen. Concreet gesteld: waarom niet de NV. Staatsolie met veel ervaring in het plannen en onderhandelen de belangrijkste actor mag wezen in het exploiteren van onze rijkdommen op zee. Het partijbelang blijft hardnekkig van hogere orde. Ook al dreigt het gevaar van experimenteren met nieuw beleid in ‘’het nieuwe tijdperk’’, zoals onlangs aangehaald door de nieuwe president. Maar, zegt dan de leider van de groene partij, omwille van de zoete vrede moet je soms met het weinige tevreden zijn.

Stanley Westerborg

Organisatieanalist. 

error: Kopiëren mag niet!