Brunswijk zwijgt over gooi naar vicepresidentschap

‘Ik bepaal niet’

Assembleevoorzitter Ronnie Brunswijk zwijgt in alle talen wanneer hem wordt gevraagd dat hij ook ambitie heeft om vicepresident van Suriname te worden. “Ik heb dat nergens gezegd. Je kunt voor geen enkele functie gaan. Je wordt voorgedragen voor een functie. Ik bepaal niet”, zei Brunswijk gisteren op vragen van journalisten. Brunswijk heeft nog de mogelijkheid om bij de verkiezing van de president en vicepresident in juli, zich kandidaat te stellen voor vicepresidentschap. De Abop-topman houdt zijn kaken ook stijf over wie dan wel de presidentskandidaat en ministerskandidaten zijn van de geel-zwarte partij. “Ik weet het niet. Ik wil geen antwoord daarop geven, want het is nog niet bekend bij de partij”, benadrukte Brunswijk. Hij voegde eraan toe dat er wel veel mensen in beeld zijn voor de invulling van al de posten. Vandaar dat hij geen namen wilt noemen.

‘Het is niks van gridi’

Dat de Abop terug is gekomen op eerder gemaakte afspraken en het ministerie van Olie en Gas terug heeft geëist van de NPS, typeert Brunswijk niet als hebzucht. Hij legde uit dat tijdens de hearings met de verschillende groepen geconstateerd werd dat Staatsolie alle rechten heeft voor Gas en Olie, waardoor allereerst naar het parlement zou moeten worden gegaan om een nieuwe wet te maken, zodat dit ministerie kon worden opgericht en afgesplitst van NH. Daarom werd hiervan afgezien. Ook van onderministeries is afgezien, vanwege de reacties van maatschappelijke groeperingen. “Het is niks van gridi”, aldus Brunswijk, die stelde dat er nooit een spanning was onder de vier partijen VHP, Abop, NPS en PL.

FR

error: Kopiëren mag niet!