Is de mens een sociaal wezen?

‘We moeten het samen doen, samen staan we sterker,’ zijn van die pakkende zinnen die continu opflitsen tijdens campagnespotjes op de televisie of als schreeuwende teksten op aanplakbiljetten de aandacht trekken. Vooral tijdens de verkiezingen zijn mensen hier gevoelig voor. Het klinkt allemaal zo mooi als mensen op deze manier worden gestimuleerd om samen te werken maar nog mooier is het om daadwerkelijk al die helpende handen in de praktijk bezig te zien. (Inzameling en verdeling van kleding en voedsel bij rampen). En dan wordt plots van het ene op het andere moment mijn vreugde getemperd omdat ik het tegenovergestelde over de beeldbuis zie flitsen. Neem bijvoorbeeld de economische crisis. In geval van nood is het logisch dat mensen elkaar willen helpen en samenwerken om de problemen te lijf te gaan. Maar in de praktijk zie ik steeds weer hoe velen in de eerste plaats handelen in eigen belang. Huisbazen maken misbruik van de crisissituatie en verhogen van de ene op de andere dag de huurprijzen. Ze houden er geen rekening mee dat de huurder ook in de noodsituatie moet zien te overleven en dat zijn of haar salaris hetzelfde blijft. Ze hebben geen extra kosten aan de huizen zoals verhoging van elektra of water en de huizenverhuur is niet hun enige bron van inkomsten en toch verhogen ze de huur uit hebzucht. Laatst zag ik ook op de televisie hoe Amerikanen in verband met de dreiging van het corona virus, massaal wapens aanschaften. Ze verwachtten door die crisis geen hulpvaardig gedrag van hun medemens maar juist het vernietigen of beroven van elkaar. Daarom was hun eerste gedachte een wapen kopen om zichzelf te beschermen. Het was zo’n deprimerend gezicht. Is de mens al zo ver afgezakt dat hij niet meer kan denken in termen van hulp, zien we elkaar echt als een bedreiging of gebruiksvoorwerp? Dit tegenstrijdige gedrag is erg verwarrend omdat mensen aan de ene kant pro sociaal gedrag vertonen en anderen willen helpen om de pijn en ellende te verlichten. (Voedselpakketten en kledinginzameling bij rampen) en aan de andere kant egoïstisch gedrag. Ik vraag me dan vaak af of dat sociale gedrag werkelijk getuigt van altruïsme, of dat het slechts een hogere vorm van egoïsme is, waarin het de helper enkel te doen is om de voordelen die pro sociaal gedrag hemzelf opleveren (zoals een goed gevoel). Ook vraag ik me af of mensen pas egoïstisch gedrag gaan vertonen als anderen zich ook egoïstisch opstellen, een soort zien doen, laat doen? Ik heb altijd gedacht dat mensen van nature sociale wezens zijn. Vroeger konden mensen immers alleen overleven als zij de bescherming en de gebundelde krachten van de groep genoten. Daarom hadden genen die determineren voor sociaal gedrag de grootste kans om te worden doorgegeven aan volgende generaties. Ik geloof echt dat sociaal gedrag niet alleen maar een kwestie is van cultuur, het is wel degelijk ook een kwestie van natuur. Maar hoe komt het dan dat mensen in een noodsituatie hun sociale gevoel kwijtraken? Zodra er een crisis toeslaat, wordt het elk voor zich in plaats van samen staan we sterker. Kijk maar naar de voedseldropping in crisisgebieden. De mensen vertrappen elkaar om het eerst zo’n voedselpakket te kunnen bemachtigen. Een goed observeerder kan zien dat de mens zich zeer sociaal opstelt als de crisis of de ramp hem of haar niet rechtstreeks raakt. Op afstand helpen gaat de mens gemakkelijker af. Echter zodra ze allemaal samen in dezelfde levensbedreigende situatie zitten, verdwijnen al die sociale gevoelens en handelt elk in het voordeel van zichzelf. Niemand kan het de ander kwalijk nemen dat hij of zij op zo’n levensbedreigend moment in de eerste plaats denkt aan het eigen welzijn. Je moet eigenliefde, of, preciezer gezegd, ‘je eigen welzijn wensen’ en egoïsme niet met elkaar verwarren. Eigenliefde leidt normaal bij de gewone mens tot een verlangen naar zelfbescherming, maar bij egoïsme wil je uitsluitend dat verlangen bevredigen. Nog een groep die zich in het dagelijks leven zeer egoïstisch opstelt, zijn mensen met macht. Mensen met macht hebben geen levensbedreigende situatie nodig om zich egoïstisch op te stellen. Op het moment dat iemand invloed krijgt, verandert er van alles in zijn denken en doen. Hij denkt dat hij weinig verantwoording hoeft af te leggen voor wat hij doet en zich meer kan permitteren. Hij heeft minder moreel besef, is vaker onbeleefd of respectloos. Hoge piefen komen vaak te laat, praten hard, vallen een ander vaker in de rede, leggen hun voeten op tafel of gaan uitgebreid zitten bellen tijdens een vergadering. Mensen met macht en geld bedriegen ook makkelijker een partner. Ze vinden het ook gerechtvaardigd om geen belasting te betalen, of hoge onkosten te declareren. Allemaal manieren om te laten zien: ik ben hier de baas en hou rekening met niemand. Kortom macht maakt mensen tot een heel asociaal persoon en hypocriet bovendien. Vele mensen in de huidige regering zijn daar het voorbeeld van. De vraag die mij echter blijft bezighouden is, wordt wie macht heeft nu een asociaal mens of komen immorele mensen relatief vaak aan de macht? Ik denk dat het een wisselwerking is. Als je al egoïstisch en narcistisch bent, kies je wellicht sneller voor een commerciële functie die je naar de top brengt. De bedrijfscultuur en het bonussysteem belonen je egoïstische gedrag vervolgens waardoor het sterker wordt. Je wordt steeds immoreler. Daardoor krijg je een steeds hogere positie waarbij je nog minder gecontroleerd wordt en makkelijker toegang hebt tot geld, wat corruptie in de hand kan werken. Daartegenover staan uiteraard ook mensen die door respect en expertise de top bereiken en wél sociaal zijn. Die zullen niet ineens veranderen in asociale machtswellustelingen. De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat de mens goedheid in zich heeft en die goedheid kan wel verborgen maar niet gedoofd worden. De mens is van nature een sociaalwezen, echter in noodsituaties, zal hij in de eerste plaats altijd denken aan bescherming en het welzijn van zichzelf. Geen mens kan hem dat kwalijk nemen. Een waarschuwing is echter op z’n plaats: ‘Laat hebzucht nooit zegevieren.’

 “Waar een mens uiteindelijk op wordt beoordeeld is niet waar hij staat op momenten van comfort en gemak, maar waar hij staat in tijden van uitdaging en crisis.”

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!