Distance Learning, waar praat men over?!

Computer Technologie in het Surinaams onderwijssystem is als de zoektocht naar bronwater door deskundige arbeiders van SWM, die meterslange staalharde boorkoppen in de grond verslijten om aan het water te komen.

Dat is de arbeid die de nieuwbakken minister van Onderwijs te wachten staat om een beetje vat te kunnen krijgen op de integratie van ICT in het Surinaams onderwijs.
Maar is het zo dat het wiel opnieuw uitgevonden moet worden?

Op 17 november 2015 vond de eerste ‘TechCamp Suriname” plaats in het Marriot hotel.
Dat was een zeer leerzaam evenement, waarbij gebrainstormd werd over ICT in educatie met de mensen uit het veld en experts uit SU en de US.
Daaruit zijn tal van voorstellen gedaan voor ICT-integratie in het Surinaams onderwijs . Stichting Probitas en The Backlot waren er ook bij en hebben een wezenlijke bijdrage geleverd.
De toenmalige minister van Onderwijs, Robert Peneux, geloofde in dit project en spoorde alle participanten aan te denken aan mogelijkheden om ICT als onderdeel van het onderwijssysteem te laten worden. Aan het eind werden de bevindingen door nationale en internationale deskundigen aan de heer minister gepresenteerd. De resultaten zouden als BASIS dienen om ICT te integreren in het onderwijssysteem, vanaf 2015 tot de verre toekomst. Is er dan wat van terecht  gekomen? Duidelijk niet! Want anno 2020, kunnen wij gerust concluderen dat de regeringen Bouterse 1 en 2 niet bij machte zijn geweest ICT in het onderwijscurriculum door te voeren.
Ik onderbouw mijn conclusie met 3 voorbeelden van grote projecten, die niet tot hun recht zijn gekomen:

  1. Tech Camp, een project die door de Amerikaanse Ambassade gesponsord is geworden.
  2. ICT-project Nucleus Centrum Brokopondo en Albina, gesponsord door Kosmos Energy.
  3. Diverse projecten van de First Lady Bouterse-Waldring om alle scholen in Suriname van computers te voorzien.

Deze zijn slechts enkele projecten die blijkbaar geen prioriteit hadden van de regeer coalitie Bouterse-Ameerali en Bouterse-Adhin.

De onbeantwoorde vragen…
1. Waaraan heeft het gelegen?
De bronnen zijn geboord, maar er komt geen druppel water uit de kraan!
Met andere woorden: grote geldbedragen werden tegenaan gegooid, met een zeer pover resultaat.
Er zijn voldoende trainingen verzorgd, maar de praktische toepassing is uitgebleven.
2. Waar praat men dan over, als wij nu horen dat MINOWC aan ‘Distance Learning’ wilt beginnen, zonder dat daarvoor een goede basis gelegd is?

3. Beschikken wij landelijk over voldoende geschikte locaties waar leerlingen (en leerkrachten!) op gepaste wijze kunnen leren omgaan met een computer?

Waar praten we dan over. 
4. Is de internetverbinding in Kawemhakan of Langu voldoende geschikt voor ‘data transfer’. Of mogen zij het onderwijs ontberen, zoals dat gebeurd is de afgelopen weken sinds het Corona virus oversloeg in het gehele land? 

Waar praten wij in Gods naam over. 
5. Hoe staat het met 24/7 elektriciteit? Is er al in kaart gebracht, in samenspraak met NH, hoe dat op te lossen voor primair de leerlingen in het binnenland en de achtergestelde buurten in de kustvlakte? Waar praat men dan over.. 
‘Distance Learning’ is zeker weer een van de zoveelste projecten waarvan wij nu al weten dat het gedoemd is te falen onder de huidige omstandigheden!.

Op 25 mei 2020 heeft het volk anders gekozen en deze gasten weggestemd. 

Dus aan de toekomstige Minister van Onderwijs Wetenschap en Cultuur, breng ik het volgende onder de aandacht:
Werk aub aan het afronden van de eerder geïnitieerde  projecten met betrekking tot ICT-integratie in het Surinaams onderwijs. 
Het volk wilt daadkracht zien en geen mooie speeches aanhoren (net een ring aan de neus van een varken)!
Wellicht kunnen wij dan de uitspraak over ‘distance learning’ geloven en niet meer hoeven te klagen over ons achtergesteld onderwijssysteem. De kreet “Waar praten we over” zal dan veranderen in de nieuwe kreet, “Daadkracht, men weet wel degelijk waarover men praat!”.  Succes.

SF620 

error: Kopiëren mag niet!