Zunder: Excuses en Reparaties voor slavenhandel en slavernij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden

Twee acties van betekenis

Midden in de crisis die door de corona virus pandomie is veroorzaakt heeft de Gemeente Amsterdam medio maart bekend gemaakt dat de festiviteiten in het kader van de 1 juli herdenking in het Amsterdamse Oosterpark dit jaar in verband met de ‘social distancing’  geen doorgang zullen vinden. Enige dagen daarna volgde een bekendmaking die verder gaande gevolgen zou hebben. De excuses voor het Amsterdamse slavernijverleden die sedert vorig jaar gepland waren om op 1 juli 2020 te worden aangeboden zijn toen ook met een jaar verschoven naar 1 juli 2021.

Van recentere datum is de motie die het PvdD lid in de Eerste Kamer in Nederland Professor Mr. Peter Nicolai op 10 maart jongstleden tijdens een debat in de Eerste Kamer heeft ingediend. Het doel van deze motie is om bij wet vast te leggen dat slavenhandel en slavernij als onderdeel van het racisme, het zich superieur voelen van de gekoloniseerde volkeren zaken zijn die in het verleden hebben plaatsgevonden, misdaden tegen de menselijkheid zijn. Verder heeft de hoogleraar in dezelfde wet gepleit voor de oprichting en in standhouding van een Nationaal Monument Slavernijverleden, een Kennisinstituut over Slavernijactiviteiten en een Slavernijmuseum die in de wet moeten worden gegarandeerd. Ook heeft hij de minister van Justitie en Veiligheid gevraagd om uiterlijk binnen twee maanden aan de Kamer te rapporteren. Nicolai wenst namelijk op 30 juni aanstaande, de dag voor de herdenking van het Nederlandse slavernijverleden de motie in de Eerste kamer goedgekeurd te krijgen.

Het besluit van de Gemeente Amsterdam voor excuses

Voor de Nationale Reparatie Commissie Suriname, NRCS roept het besluit van de gemeente Amsterdam sedert de aankondiging in 2019 talrijke vragen op. In dit artikel volstaan wij met slechts zeven vragen.

  1. Waarvoor precies (op basis van welk dossier) wenst de gemeente Amsterdam excuses aan te bieden voor haar betrokkenheid bij de slavenhandel en slavernij in Suriname;
  2. Aan wie wenst de gemeente Amsterdam excuses aan te bieden en hoe is de formulering van de excuses;
  3. Waar, dat wil zeggen op welke lokatie wenst de gemeente Amsterdam de excuses aan te bieden;
  4. Wat is het natraject nadat de excuses zijn aangeboden;
  5. Is de gemeente Amsterdam wel de meest geschikte partij om excuses voor het Nederlandse slavernijverleden aan te bieden. Waarom niet de Nederlandse regering, of een andere Nederlandse autoriteit;
  6. Waarom worden de excuses slechts geconcentreerd op de Afrikanen en hun nazaten en niet ook op de Inheemsen, die door de Nederlandse kolonialisten in eigen land tot slaaf zijn gemaakt en vervolgens op uiteenlopende manieren zijn gemarginaliseerd? Waarom worden de misdaden die tegen de contractarbeiders in de koloniale tijd zijn gepleegd niet in de drang naar het aanbieden van excuses meegenomen;
  7. Welke instantie is de officiële partij aan wie de gemeente Amsterdam denkt om de excuses aan te bieden. Deze partij moet namelijk bereid zijn om de excuses te aanvaarden namens de groep of groepen van personen aan wie de excuses zullen worden aangeboden.

De opinie van de NRCS is dat de Nederlandse koning Willem Alexander de excuses in Suriname vanaf het bordes van het Presidentieel Paleis namens de Nederlandse regering moet aanbieden. Bovendien moeten de excuses gepaard gaan met een programma voor reparaties. Het Caricom Tien Punten Programma voor Reparaties, dat mede door de voorzitter van de NRCS in Carabisch verband tot stand is gekomen zou model kunnen staan voor het reparatieprogramma dat met de excuses gepaard moet gaan.

De motie van Professor Nicolai

Ook bij de bestudering van de motie van de hoogleraar valt op dat hij zich wenst te concentreren op het geweten en gemoed van de Nederlanders. Daar kan niemand bezwaar tegen hebben.

De slavernij, de slavenhandel en de driehoekshandel hebben echter in Suriname en niet in Nederland plaatsgevonden. De miljarden opbrengsten uit deze afschuwelijke handelssoorten zijn gedurende eeuwen wel naar Nederland gestroomd en zijn daar geïnvesteerd, hebben werkgelegenheid gecreëerd en hebben innovaties in uiteenlopende verwerkingsindustriëen tot stand doen komen. In diezelfde periode is er door Nederlandse koopliedenbankiers en Nederlandse regeringen nauwelijks in de kolonie Suriname geïnvesteerd. Bovendien zijn de gevolgen van het Nederlandse kolonialisme op uiteenlopende gebieden nog duidelijk zichtbaar in allerhande achterstanden in het culturele, psychologische en sociaal-economisch leven in Suriname.

Het is daarom aan te bevelen dat de professor zich niet slechts beperkt tot een aantal tastbare zaken die in een wet in Nederland moeten worden opgenomen, maar serieuser en vanuit een breder internationaal perspectief met deze materie omgaat.

Onder serieuser verstaan wij van de NRCS dat het de professor zou sieren om overeenkomstig de ‘Durban Declaratie’ van 2001 in de wet voor te stellen dat de Nederlandse regering naast excuses voor haar afschuwelijke slavernijverleden ook komt met een programma voor reparaties. Ook in deze casus kan het Tien Punten Reparaties Programma van de Caricom als voorbeeld dienen.

Huiswerk voor Suriname

In het Caraibisch gebied, in diverse Zuid-Amerikaanse landen, In diverse Afrikaanse landen, in India, in Europa en in de Verenigde Staten van Noord Amerika is de gedachte van reparaties voor het slavernijverleden en/of het koloniaal verleden en de hedendaagse gevolgen daarvan al goed op gang gekomen. Opmerkelijk was de resolutie van het Europese Parlement van 19 maart 2019 met tal van aanbevelingen op het gebied van genoegdoening voor het Europese slavernijverleden.

Zo langzamerhand begint het er op te lijken dat gezagdragers en NGO’s in Nederland met het Landelijk Platform Nederlands Slavernijverleden met Dr. Barryl Biekman aan het hoofd, voor wat het slavernijverleden en genoegdoening daarvoor enkele stappen vooruit lopen dan hun Surinaamse collega’s. De kloof kan en zou op korte termijn moeten worden ingelopen, aangezien de wandaden in de koloniale tijd in Suriname hebben plaatsgevonden.

Zeven leden uit de Nationale Assemblee van de coalitie en de oppositie zouden hiervoor met een initiatiefwet moeten komen die ingaat op het vraagstuk van slavenhandel, slavernij en contractarbeid in de koloniale tijd. Als genoegdoening hiervoor zouden excuses en raparaties van de Nederlandse en Engelse regering moeten worden geëist voor hun afschuwelijk koloniaal verleden en de gevolgen daarvan. Suriname hoeft hiervoor het wiel niet opnieuw uit te vinden, omdat Jamaica deze weg al enkele jaren geleden heeft gevolgd. Ook het buurland Guyana heeft overigens nog recent een ‘Reparations Law’ voortgebracht.

Het wordt zo langzamerhand ook in Suriname tijd hiervoor!

Namens het Bestuur van de Nationale Reparatie Commissie Suriname, NRCS.

Armand Zunder,

Voorzitter 

error: Kopiëren mag niet!