De Amerikaanse president Donald Trump heeft een krachtig antwoord gezworen op de controversiële Chinese nationale veiligheidswetgeving inzake Hongkong.
Op 28 mei keurde het Chinese Nationale Volkscongres een wetsvoorstel goed om de nationale veiligheidswetgeving in Hongkong op te leggen. De antispeditiewet zal Chinese veiligheidsagentschappen in staat stellen om in Hongkong te opereren in een poging de pro-democratische protesten die Hongkong sinds juni 2019 teisteren, uit te roeien.
Wetgevers op het voormalige Britse grondgebied hebben op 4 juni ook een omstreden wetsvoorstel goedgekeurd waardoor het een misdaad is om het Chinese volkslied, March of the Volunteers, te beledigen.
Washington zou het grondgebied kunnen ontdoen van de Amerikaanse preferentiële handelsstatus. Dit zou echter gevolgen kunnen hebben voor meer dan 1.300 Amerikaanse bedrijven en 85.000 Amerikaanse inwoners die in Hongkong actief zijn. Peking zal waarschijnlijk wraak nemen door een einde te maken aan de huidige handelsoorlogswapenstilstand.
Trump gaf aan dat de Verenigde Staten de visa van duizenden gediplomeerde studenten van Chinese universiteiten die aan het Volksbevrijdingsleger zijn verbonden, konden annuleren.
Trump riep ook op tot sancties tegen personen uit Hongkong die betrokken zijn bij pogingen om de protesten te onderdrukken, evenals tegen ambtenaren op het Chinese vasteland, waaronder leden van het machtige Politbureau.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken is naar verluidt ook van plan beperkingen op te leggen aan door de staat beheerde Chinese media op Amerikaanse bodem. Het gaat onder meer om CCTV, het belangrijkste staatsnetwerk, en China News Service, het op één na grootste staatsnieuwsagentschap van het land.
In februari legde het kabinet Trump beperkingen op aan vijf grote media-entiteiten met Amerikaanse operaties: Xinhua News Agency, China Global Television Network, China Radio International, China Daily Distribution Corp. en Hai Tian Development USA, Inc.
