Florence Nightingale, de grondlegger van de moderne verpleging, werd 200 jaar geleden geboren. Haar benadering van de zorg voor gewonde soldaten en de opleiding van verpleegkundigen in de 19e eeuw heeft talloze levens gered en verbeterd. Vandaag de dag, nu landen over de hele wereld worstelen om manieren te vinden om de coronaviruspandemie te bestrijden, klinken haar ideeën over gezondheidszorg en goede hygiëne nog steeds even sterk door.
Florence werd op 12 mei 1820 in Florence, Italië, geboren in een rijke Engelse familie en werd naar de stad vernoemd. Ze werd beroemd door haar vernieuwingen in de verpleegkundige zorg in het Scutari ziekenhuis in het moderne Istanbul, waar ze Britse soldaten behandelde die gewond waren geraakt in de Krimoorlog, waarin Britse, Franse en Ottomaanse strijdkrachten tegen het Russische Rijk vochten.
Elke nacht maakte ze rondes door de kampen, waarbij ze elke soldaat controleerde, een praktijk die haar de bijnaam “Dame met de Lamp” opleverde.
In een smerig ziekenhuis in een barak aan de Aziatische kust van de Bosporus zag ze duizenden soldaten sterven aan besmettelijke ziekten in plaats van aan hun wonden, wat haar ertoe aanzette om te proberen de omstandigheden te verbeteren.
Als kind blonk Nightingale uit in wiskunde en wetenschap, en haar vader introduceerde haar bij een vooraanstaande beoefenaar van de statistiek, toen een nieuw academisch veld. Tijdens en na de Krimoorlog, gebruikte Nightingale statistieken als een manier om de effectiviteit van verschillende interventies te bewijzen.
Ze produceerde haar beroemde “roos” diagrammen, die het hoge aandeel van de sterfgevallen veroorzaakt door ziekte in tegenstelling tot de gevechtswonden aantoonde. Als gevolg van dit werk werd ze in 1858 de eerste vrouw die werd toegelaten tot de London Statistical Society.
Tegen de tijd dat Florence Nightingale stierf, op de leeftijd van 90 jaar, in 1910, had er een revolutie in de gezondheidszorg plaatsgevonden.
