OP DE POF LEVEN

Op de pof betekent ‘op krediet’, ‘zonder direct te betalen’. Als je iets op de pof koopt, betaal je er niet meteen voor en maak je dus schulden. De normale gang van zaken is dat je werkt, een maandsalaris krijgt en op een verantwoorde manier leeft naar dat maandsalaris. Sommige mensen kunnen het zich permitteren om bijvoorbeeld een auto, ijskast of wasmachine contant te komen. Velen kunnen dat echter niet en kopen op krediet. Dat kan, maar dan alleen als jij je de maandelijkse aflossing kan permitteren. Het komt maar al te vaak voor dat mensen weten dat ze zich die uitgaven niet kunnen veroorloven en het toch doen. Kopen op de pof vraagt een enorme discipline van een mens en niet iedereen is zo gedisciplineerd. Geld lenen kost geld. Een verstandige kredietverstrekker leent pas geld na eerst onderzoek te hebben gepleegd naar de gezinssamenstelling, het inkomen, dienstverband en financiële verplichtingen. Dan kan hij berekenen hoeveel jij maximaal verantwoord kunt lenen.                                                                                    Sociale media speelt een grote rol bij koopgedrag. Hierdoor kan een druk ontstaan om meer te consumeren dan verstandig is, vooral bij jongeren want die houden een andere kijk op consumeren op na dan hun ouders. Jongeren lenen gemakkelijker geld om spullen te kunnen kopen. Een goede basis om met je financiën te kunnen omgaan, begint thuis. Kinderen horen thuis de basis geleerd te krijgen over omgaan met huishoudgeld. Veel ouders hebben hier moeite mee. Zo geven ze toe aan sociale druk voor te grote uitgaven en daardoor krijgen kinderen het verkeerde voorbeeld mee. Als ouders boven hun stand leven, zeggen ze eigenlijk dat dit oké is. Zijn jongeren eenmaal gewend boven hun stand te leven en gevoelig voor sociale druk, dan ligt het gevaar van schulden maken om de hoek. Ouders kunnen schulden maken helpen voorkomen, door kinderen al vroeg in omgang met financiën op te voeden.”

Niet alleen individuen maar ook overheden van landen kunnen op de pof leven.                                                  Er zijn landen die hun huishoudboekje prima op orde hebben en een verstandig beleid voeren van inkomsten en uitgaven. Er zijn echter ook landen waar de begroting een puinhoop is. Ze hebben geen zicht op hun inkomsten en uitgaven en kampen met grote tekorten. Daar de vaste lasten moeten worden betaald, gaan ze lenen. Lenen is op zich niet erg, soms is het zelfs goed voor de economie, maar dan moet het wel verantwoord gebeuren. Als een land geld leent bij een ander land, moeten er goede afspraken worden gemaakt met de schuldeisers want daar kan het mis gaan. China staat er bijvoorbeeld om bekend dat het veel geld uitleent aan vooral kwetsbare landen en een kritiek punt is dat hij er niet altijd transparant over is hoeveel er aan wie wordt uitgeleend. Ook de landen die lenen zijn er niet open over. Daar is Suriname een goed voorbeeld van. Er is geld van China geleend maar hoeveel en op welke voorwaarden, is niet geopenbaard. Als de voorwaarden niet duidelijk zijn, noemen economen dit’ verborgen schuld.’ De kleine lettertjes in het contract vormen het grootste gevaar. Want wat gebeurt er als een land zijn schuld aan China niet kan terug betalen? Een goed voorbeeld hiervan is Sri-lanka. Toen ze hun schuld niet konden terugbetalen, bleek er in de kleine lettertjes te staan dat ze hun haven voor 99 jaar moesten leasen aan de Chinezen. Het is een vorm van onteigening. Nog een addertje in het gras met China als geldschieter, is de marktmacht. Als de ene grote economie (VS) geld leent van een andere grote economie (China), wie is dan de baas? China kan het als troef in de handelsoorlog met de VS gebruiken. Het is een machtig wapen. Als China besluit alle staatspapier van de VS op de markt te verkopen dan keldert de waarde van de dollar. Daar ook China hier nadeel van zou ondervinden, zal dit niet gauw gebeuren.                                                                        Leningen moeten worden terugbetaald dus voordat er geleend wordt, moet er eerst worden bekeken of de lening plus de rente kan worden terugbetaald en welk bedrag daarmee gemoeid is. Als je ziet dat terugbetaling niet zal lukken, kan je beter niet lenen, vooral niet van landen als China die er bewust op uit zijn om zulke kwetsbare landen in hun greep te krijgen. Er zijn echter overheden, zoals in Suriname, die in de Chinese val zijn getrapt. Ze hebben veel geleend en moeten zich staande houden van geleend geld. Het gevolg is dat ze niet alleen geld schuldig zijn aan de buitenlandse geldschieters maar ook in eigen land alle uitgaven op de pof moeten doen. Ze leven dus dag in dag uit op de pof. Het is prima dat bedrijven de staat, die in nood is, tegemoet willen komen en op de pof de spullen leveren waar ze om vragen. Het nadeel hiervan is echter dat de bedrijven hier niet eeuwig mee kunnen doorgaan. Ze hebben ook gezinnen en moeten dus uiteindelijk betaald worden. De staat kan de aflossing niet eeuwig voor zich uit blijven schuiven. Er moeten te vaak mensen maandenlang op hun geld wachten (bushouders). Als de boekhouding van een land klopt, zal er elke maand stipt op tijd geld worden gestort. Precies zoals de president en de ministers hun salaris elke maand stipt op tijd gestort krijgen. De mensen zijn er echter zo aan gewend geraakt dat de uitbetaling maandenlang achterloopt, dat ze het normaal zijn gaan vinden om te moeten staken en vechten om betaald te krijgen. Als ook de pakketten op de pof moeten worden geleverd, zijn de noodlijdende mensen wel tijdelijk geholpen maar de staat raakt hierdoor dieper in de schulden. De mensen die de pakketten in ontvangst nemen, zijn natuurlijk blij en dankbaar dat ze in nood even worden geholpen. De mensen weten dat het land bankroet is dus dat er geen geld is voor pakketten. Ze zijn echter gewend hun handje op te houden en afhankelijk te zijn, dus zullen ze zich niet bezighouden met de vraag hoe de regering aan het geld komt of als de pakketten op krediet worden geleverd. Ze maken zich nog minder druk over hoe het moet worden terugbetaald. Ze leven per dag en kijken niet verder in de toekomst. Ze staan er niet bij stil dat later op de een of andere manier het geld moet worden terug betaald. (misschien via de belastingen) Het is voor hen slechts een momentopname, nu heb ik te eten, morgen zie ik wel. Het is verkeerd van de regering om het voorbeeld te geven dat op de pof leven heel normaal is.  Dus beste mensen de opvoeding van de kinderen om op een verantwoorde manier met geld om te gaan, ligt niet alleen thuis maar ook bij de staat. Beide moeten het goede voorbeeld geven.

“It’s easier to fool people than it is to convince them, they have been fooled.”

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!