Vrije pers onder druk

Op 3 mei is door vooral de vakverenigingen in de wereld Press Freedom Day herdacht. De VN geeft aan dat terwijl de Covid-pandemie gaande is, de journalisten in veel landen onder druk staan en worden aangevallen. Suriname lijkt in veel opzichten op de Afrikaanse en de Aziatische landen die het niet goed doen. Journalisten worden hier op de overheidsmedia uitgemaakt voor lummels en vergeleken met dieren, terwijl journalisten, mediawerkers en programmamakers gewoon mensen zijn. Maar men erkent dat niet. De vrije pers die kritisch is naar zowel de regering, als politici van oppositie en coalitie en andere burgers, wordt voor alles uitgemaakt, er wordt opgeroepen om met ze af te rekenen. De vrije pers wordt, om haar te schaden, in verband gebracht met politieke partijen, als zouden ze een afdeling zijn van een of enkele politieke partijen. We zien in landen met een beter ontwikkelde democratie, zoals Nederland, dat de overheidsstations, helemaal geen reclame maken voor de premier, de ministers en de maatregelen die de regering neemt. Er wordt geen propaganda gemaakt voor de politieke partijen die in de regering zitten. Er is geen intimidatie en bedreiging van andere stations en van kranten. Sterker nog, op NPO (stichting Nederlandse Publieke Omroep) wordt er ook nog eens veel aandacht besteed aan kritiek op de premier. De premier wordt op NPO niet aanbeden als een halfgod die door God zelf op de stoel is gezet, en gezalfd te zijn door een door God gezonden profeet. Noch minder hoor je allerlei achterlijke liederen die de premier de hemel in prijzen, waar de okrololi van afdruipt. Ja, maar de singimans van Switi Sranan moeten ook leven dus, ze verkopen even hun ziel en geven hun onafhankelijkheid op just to survive…  Dat is een heel verschil met Surinam, waar mediawerkers bij de publieke omroep wanneer het hun goed uitkomt stemadviezen geven en ook rondhuppelen op de podia van de regeringspartij. Deze stations zijn in Suriname dus afdelingen van de regeringspartij, het oneerlijke daarbij is dat voor reclame van de NDP, overheidsgeld wordt gebruikt. Hele stations worden voor de regeringspartij betaald door de belastingbetaler. De kritische pers wordt geïntimideerd en uitgescholden.

In de buurt waar de pres op bezoek was, op Flora (voormalig Sosis-terrein) hebben onbekenden in het weekend tientallen pakketten zitten verdelen. Iedereen zat op elkaars lippen, samenscholingsregels en social distancing werden niet in acht genomen. De gemeenschap ziet het en rapporteert de politie. De politie rukt heel correct uit en spreekt de menigte aan. De menigte ter plekke, naar verluidt ‘buschauffeurs’, lappen alle instructies aan hun laars. De aanwezigheid van de politie wordt niet op prijs gesteld, noch minder van de vrije pers. Een journalist wordt aangevallen, zijn camera wordt vernietigd. De politie ziet het en op den duur wordt aangifte gedaan en zal de politie de vandalen opsporen en vervolgen, totdat ze worden teruggefloten door, jawel ‘hogerhand’. Nu blijkt dat geen enkele bushoudersorganisatie op de hoogte was van deze pakkettenverdeling. Wie zijn deze buschauffeurs dan? Gaat het om het zwarte openbaar vervoer dat opeens door de hosselaars is overgenomen met ‘Noah’-busjes. De regering verbiedt de vergunninghouders van openbaar vervoer om personen te vervoeren, maar Ondrobong heeft nu andere bushouders, illegaal met illegale hoge tarieven. En het is bekend dat deze illegale en informele mensen geliefd zijn bij de top van onze regering. Wordt het geld van het Noodfonds al gebost aan deze illegalen en de ‘stratimangs’, de illegalen, die geen belasting betalen en een soort van natuurlijke affiniteit hebben met onze regeringspartij? Waarom wordt er door de regering en NCCR en het Covid-team niet opgetreden tegen de kleine busjes, die op zijn Guyanees te werk gaan en burgers ook nog bijna afpersen? Waarom mocht de pers de verdeling van de pakketten niet vastleggen?

Een nieuwe mode die ook onze regering heeft overgenomen is dat van nepnieuws (fake nieuws). Alles is nepnieuws, zelfs als het gefilmd en gepost is door mensen van de regering zelf. Tal van landen gebruiken de coronacrisis als voorwendsel om nieuwe wetten tegen de verspreiding van ‘nepnieuws’ in te voeren, zegt Amnesty International. Die achterlijke fout moeten wij in Suriname niet maken. Dat gebeurde wel onder meer in Azerbeidzjan, Hongarije, Rusland, Oezbekistan, Cambodja, Sri Lanka, Thailand, Tanzania en verschillende Golfstaten. In de meeste gevallen is het aan de autoriteiten om te bepalen wat nepnieuws of verkeerde informatie is. Dat kan ook kritiek zijn op de wijze waarop autoriteiten de coronacrisis aanpakken. In Hongarije bijvoorbeeld veranderde de regering van Viktor Orbán het Wetboek van strafrecht waardoor iedereen die valse of verdraaide feiten publiceert die de ‘succesvolle bescherming’ van het publiek verstoren of die het publiek ‘alarmeren of opruien’, kan worden gestraft met maximaal 5 jaar gevangenisstraf. Dit nieuwe misdrijf is niet in overeenstemming met de internationale mensenrechtenwetgeving. Journalisten meldden ook dat ze worden lastiggevallen, bedreigd en besmeurd omdat ze de corona-aanpak van de autoriteiten onder de loep namen. In Bosnië werd een arts aangeklaagd vanwege het verspreiden van ‘misinformatie ’en het aanwakkeren van ‘angst en paniek’ nadat ze op sociale media een bericht postte over het gebrek aan instrumenten in een lokaal ziekenhuis. Ze kan hiervoor een boete tot 1.500 euro krijgen. En in Myanmar waarschuwen de autoriteiten dat iedereen die ‘nepnieuws’ over het coronavirus verspreidt, vervolgd kan worden. Bovendien liet het ministerie van Gezondheid weten een strafzaak te zullen beginnen tegen iedereen die zich uitspreekt over het gebrek aan beschermende kleding in ziekenhuizen. Suriname en Surinaamse mediaorganisaties zijn altijd opgekomen voor hun recht van meningsuiting en recht op de vrije pers. Dat heeft gemaakt dat de sterke repressie vanuit de regering vanaf 2010 enigszins is gaan tanen. Mensen zijn zich waarschijnlijk gaan schamen. Op de persvrijheidsindex staan we relatief niet te laag, maar er wordt nog steeds veel zelfcensuur in Suriname toegepast. De media in Suriname durven niet alles te schrijven, ze durven ook niet om namen te noemen. In deze kleine samenleving is er namelijk nog teveel rancune.      

error: Kopiëren mag niet!