Post-Traumatische Stress Syndroom (PTSS) en het COVID-19

Deel 1, april 2020

In een van mijn vorige analyses heb ik geschreven over het effect van het Coronavirus op het brein als gevolg van de reactie van het lichaam door het binnendringen van het virus. In dat geval zijn er stoffen die worden uitgestoten door het lichaam als gevolg van de reactie van het immuunsysteem op het gevoel van onmacht en onzekerheid, die fysieke, emotionele en cognitieve stoornissen kunnen veroorzaken.  In dit artikel wil ik het hebben over posttraumatische stress en COVID-19.

In de jaren ’80 toen ik in een ziekenhuis in het middenwesten van Amerika werkte, heb ik een opleiding gevolgd bij het Rode Kruis over het beheren van PTSS bij een ramp. Ik wil beginnen met de definitie van een trauma. Een traumatische gebeurtenis is een gebeurtenis, die onverwachts is en ook boven en buiten de normale menselijke ervaring valt. Twee andere factoren van een trauma die belangrijk zijn, zijn de duur en de intensiteit. Een trauma kan kortdurend zijn en intense of langdurende (slepende) en niet heel intense gevoelens opwekken. Ook komt erbij het gevoel van onmacht en hulpeloosheid, dat zich bij een trauma voordoet. Hoe zit het dan met COVID-19 in Suriname en PTSS. De onverwachte gebeurtenis van het Coronavirus kan op dit moment gekwalificeerd worden als een middel-langdurige trauma, dus nog niet helemaal langdurig en slepend. Er zijn twee symptoom-groepen die zich voordoen bij een traumatische belevenis of ervaring. De eerste groep van symptomen die zich voordoet tijdens de trauma en de tweede groep symptomen die zich voordoet na de trauma, post-traumatisch. 

De symptomen  uit de eerste groep, die zich bij personen en groepen kunnen voordoen zijn: shock, verwarring, paniek, gevoel van onmacht en hulpeloosheid. Wanneer een werkbare oplossing uitblijft, begint langzaam frustratie, angst, agressie (verbaal en of fysiek) zich voor te doen.

Om deze negatieve gevoelens die onstuimig en onsmakelijk zijn te verwerken, beginnen de betrokken personen afwijkende gedragingen te vertonen, die vaak niet in lijn zijn met de sociale normen en waarden. De handelingen zijn uitsluitend gericht op de negatieve gevoelens die moeten verdwijnen. Reflectief denken (terugdenken) is tot een minimum beperkt en prospectief denken (vooruitdenken) is vernauwd. Daarom lijken de gedragspatronen buiten de norm te vallen.

Bij groepen worden deze gedragspatronen aangemoedigd en in stand gehouden door “social modeling”, waarbij de personen in de groep de leider of leiders nabootsen om het gevoel van saamhorigheid te bevestigen. Dit leidt tot een soort van groepsdynamiek. Dit groepsgedrag kan blijven doorgaan tot de groep uiteenvalt, tenzij van buiten uit een interventie wordt gepleegd.

Wanneer bij het individu de initiële symptomen van shock, angst en agressie niet verdwijnen door het afwijkend gedrag dat de persoon profileert om de onprettige gevoelens weg te maken, begint een gevoel van apathie en depressie zich in te zetten. Het is de houding van: Het kan mij niet schelen wat er verder gebeurt (ik leg mij erbij neer). Op zijn Spaans gezegd: ”Que será, será”.

Hoe langer de trauma duurt en hoe intenser die is, des te sterker de symptomen worden, omdat deze gepaard gaan met een cognitieve (denk) component die invloed heeft op de intensiteit van deze symptomen.

Zoals ik in een vorig artikel geschreven heb, heeft het denken invloed op de fysiologie van het lichaam. Er zijn gevallen bekend waarbij personen bij een langdurige blootstelling aan trauma dood zijn gegaan, zonder dat er een specifieke fysieke doodsoorzaak aanwezig was. Ook is bekend dat bij plotselinge en intense trauma mensen sterven zonder fysieke oorzaak.

Een voorbeeld hiervan is dat wanneer één van de partners in een langdurig huwelijk plotseling komt te overlijden, het kan gebeuren dat de andere partner niet lang daarna komt te overlijden zonder een fysieke terminale aandoening.

We zien dat de trauma van COVID-19 wereldwijd en in Suriname afwijkend gedrag bij mensen veroorzaakt, vooral omdat het normale ritme van hun leven verstoord is. Dit komt vooral voor bij jongeren die nog geen volwassen brein hebben. (Het brein wordt volwassen tussen 25-27 jaar, afhankelijk van de sociaal-intellectuele-vorming). Dus zien wij dat jongeren, ondanks het uitgangsverbod, toch op straat komen en zelfs barricades opwerpen. Ook is er destructieve gedrag merkbaar zoals: drugsgebruik, overmatig alcoholgebruik, onbeschermde sex en het opzoeken van de grenzen van het toelaatbare. Dit gedrag is niet goed te spreken, maar kunnen met onderliggende factoren die met opvoeding, volwassenheid en onmacht te doen hebben.

Bij volwassenen neemt het overweldigend gevoel en het gevoel van onmacht soortgelijke vormen van afwijkend gedrag aan, die destructief zijn (alcoholmisbruik, drugsgebruik, misbruik van psychofarmaca, dobbelen, geweld tegen familieleden enz.). Ook bij gezagsdragers zijn bovengenoemde norm overschrijdende gedragspatronen merkbaar. Ik denk in deze aan afgelopen Goede Vrijdag op Flora.

Afwijkend gedrag kan zich ook voordoen bij dienstverleners (medisch personeel, politie, militairen en brandweer). De oorzaak hiervan is dat bij een ramp (trauma) de normale “beroepsspelregels” vaak niet adequaat zijn om de taken naar behoren te vervullen. Bij medisch personeel is het vaak omdat het aantal doden ondanks heldhaftige inspanning niet beteugeld kan worden. Het gevoel bekruipt het personeel vanwege haar falen ondanks specialistische training. Gelukkig is het nog niet zo ver in Suriname. Bij politie en militairen ligt het gevoel van onmacht bij het houden van de orde of het beschermen van de burgers. Dit gevoel van onmacht ontstaat, bij deze twee groepen die worden opgeleid om met machtsvertoon tegenstand te onderdrukken (uiteraard binnen de wettelijke bepalingen), wanneer deze benadering niet adequaat werkt. We kunnen terugdenken aan de gruwelijke taferelen van de binnenlandse oorlog (Moiwana). Recentelijk is gerapporteerd dat door vier politiemannen een beveiligingsagent, die op de bedrijfsbus wachtte om naar het werk te gaan, werd mishandeld. Deze gedragspatronen zijn grensoverschrijdend omdat de grens van het toelaatbare overschrijden niet nodig was om het doel van orde en bescherming te bereiken. Bij de brandweer is het fenomeen hetzelfde als bij de medische staf wanneer ondanks hun heldhaftige pogingen toch doden vallen bij een ramp of brand, vooral als de lijken gruwelijke verminking vertonen. De symptomen die ik besproken heb, doen zich voor tijdens de ramp (trauma) en ik heb ze meegemaakt in de afgelopen tietallen jaren in mijn praktijk in Amerika en ook in mijn werk als docent neuropsychologische diagnostiek. In deel 2 zal ik posttraumatische symptomen en behandeling bespreken.

Lezers die vragen hebben mogen contact maken met de schrijver, via:

[email protected] of tel. en appen naar 8996441

Dr. R.S. Ellecom, Psy.D.,Dr.P.H., HSPP

Klinische Neuropsycholoog

Medische Voedingskundige Specialist

error: Kopiëren mag niet!