We hebben al decennialang zwakke instituten

Bestuurskundige August Boldewijn stelt dat onze instituten al decennialang zwak zijn. De bestuurskundige verwijst naar de jaren ’70, waarbij de IVO, Instituut Voor de Overheidsdienst, de gehele overheidsorganisatie aan het doorlichten was, omdat mensen in dezelfde functie binnen verschillende ministeries totaal verschillend verdienden. Dit instituut werd in 1973/1974 ingesteld met afdelingen als opleiding, vorming en onderzoek. “Voorstellen zijn gedaan en deze zijn nooit uitgevoerd door de overheid. Bepaalde afdelingen waren ingesteld, zodat ministers hun mensen konden accommoderen. De afdelingen droegen niets bij aan de realisatie van de ministeries. En toen kwam de staatsgreep.” Het IVO werd veranderd in het Centraal Staf Orgaan (CSO), dit was geen directoraat meer zoals het IVO. Het CSO werd een afdeling van Binnenlandse Zaken. De kracht van het instituut werd hierdoor zwak.

Posities zonder kennis en kunde

Boldewijn zegt dat we tegenwoordig zien dat mensen vanuit hun partijen posities innemen zonder dat ze over de kennis en de kunde beschikken. De bestuurskundige verwijst naar wijlen Hans Prade als voorbeeld, die voorzitter was van de Rekenkamer en geen blad voor de mond nam. “Als iets verkeerd was, bracht hij het meteen naar buiten.” Boldewijn zegt dat dit niet wordt gewaardeerd. “De Rekenkamer is om de hele financiële huishouding te controleren. Wanneer je iets geconstateerd hebt, moet je het naar buiten brengen.”

Wet Openbaarheid van Bestuur

Boldewijn benadrukt dat we met zwakke instituten te maken hebben en een belangrijke reden is dat we niet beschikken over een Wet Openbaarheid van Bestuur. Hij verwijst naar de vorige governor van de Centrale Bank, die weg moest omdat hij geen geld monetair wilde financieren. “En juist daarom moest hij weg.” Boldewijn stelt hard dat de instituten moeten worden bemand door mensen met kennis, kunde, geweten en integriteit. Want kan je geld nemen van de overheid om luxe wagens te kopen?, vraagt de bestuurskundige verwijzend naar de andere ex-governor, Van Trikt. “Ook dit heeft met de zwakte van de instituten te maken, want er is geen controle.”

Deze zwakte heeft te maken met het ontbreken van de Wet Openbaarheid van Bestuur. “Want bij zo een wet kan men, wanneer de overheid weigert om de juiste informatie aan het publiek te geven, of aan degenen die het nodig hebben, zoals het parlement, naar de rechter. En de rechter dwingt dan de publicatie af.” Hierdoor heeft de overheid minder speelruimte om zaken buiten het zicht van de samenleving te houden. Boldewijn noemt een recent voorbeeld, namelijk de verdwenen kasreserves.

RB

error: Kopiëren mag niet!