Voormalig Amerikaans minister van financiën en oud-ceo van aluminiumbedrijf Alcoa Paul O’Neill is zaterdag op 84-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van longkanker. O’Neill was van januari 2001 tot en met december 2002 minister in het kabinet van George W. Bush.
Paul Henry O’Neill begon zijn werkende leven begon als een systeemanalist bij de Amerikaanse overheid om zich in de jaren daarna op te werken tot adjunct-begrotingsdirecteur onder president Gerald Ford. Na het verkiezingsverlies van Ford in 1976 verliet O’Neill de politiek en ging hij het bedrijfsleven in.
In 1987 werd hij ceo van het grootste aluminiumbedrijf van de Verenigde Staten, Alcoa. In die tijd wist O’Neill een bedrijf waarin een goed resultaat afhing van de prijs van aluminium om te bouwen naar een bedrijf dat elf van de twaalf jaar dat hij aan het roer stond winstgevend was.
Vanaf zijn eerste dag bij Alcoa liet O’Neill zijn 48.000 medewerkers weten dat zij het belangrijkst waren. Hij lanceerde een grootschalig programma om de veiligheid in de fabrieken te vergroten. Zijn doel was om letsel in de fabrieken tot nul terug te brengen. Hij gebruikte dit doel om alle bedrijfsprocessen te herzien. Zo kon hij de fabrieken reorganiseren op een manier waardoor medewerkers zich sterk gewaardeerd voelden.
In zijn tijd bij Alcoa groeide het aantal werknemers tot 140.000. Vakbonden prezen de aanpak van O’Neill en er werd zelfs over lesgegeven op Harvard.
