Castelen over noodwet

“We moeten niet terug naar de tijd van stokslagen”

Guno Castelen

De advocaat Guno Castelen zegt dat het normaal is dat er een conceptwet is voor het geval de situatie uit de hand loopt. Castelen merkt daarbij direct op dat om een conceptwet te verheffen tot een noodwet er heel veel aan de hand moet zijn. “De grondwet geeft de situaties die het afkondigen van een noodtoestand mogelijk maken. We moeten ons ook afvragen wat zo een wet uitzondering burgerlijke participatie inhoudt. Alle burgerrechten worden buiten werking gesteld en dat is zeer verregaand”, merkt Castelen op. “De regering krijgt volmacht om te handelen en inbreuk te doen op de situatie van burgers en we moeten ons afvragen of de situatie ons daartoe dwingt”. Castelen vindt dat Surinamers zich moeten afvragen of de samenleving de regering zo een grote vrijheid moet geven. “Ik denk dat we een brede maatschappelijke discussie hierover moeten voeren, ook in het parlement.” Castelen zegt dat de grondwet jammer genoeg niet spreekt over een tweederde meerderheid bij het aannemen van zo een wet. Een ander risico waarop gewezen wordt is dat net zoals een burgerlijke uitzonderingssituatie kan worden gecreëerd, kan er ook burgerlijke ongehoorzaamheid onder de bevolking gaan ontstaan. “Dit komt wanneer men het gevoel heeft dat de rechten van de mens onnodig aan het volk worden ontnomen.” Vandaar dat Castelen de regering vraagt om de eventuele beslissing weer te heroverwegen. “Want tot nu toe hebben we maar 1 Coronabesmetting die lokaal is, de rest is allemaal import.”

Punt voor noodwet nog niet bereikt

“We zijn van oordeel dat we momenteel niet het punt bereikt hebben dat we de noodklok moeten luiden.” Castelen vindt het wetsvoorstel zoals hij die gezien heeft nog erg vaag en onduidelijk. De criteria om de wet middels een andere wet in te trekken zouden er volgens hem ook moeten zijn. Verder noemt hij de omstandigheden, de soort maatregelen en welke burgerrechten ingeperkt worden als voorbeelden die mensen in de samenleving bezighouden en waarover er duidelijkheid moet komen. “We willen geen situatie dat mensen voor ons bepalen en dat we terug gaan naar de slavernij waarbij we geen rechten meer hebben”, stelt Castelen bezorgd. De advocaat wijst er ook op dat voor een wet van dergelijk gehalte een brede maatschappelijke discussie noodzakelijk is want de hele samenleving is in deze belanghebbende. Castelen noemt als enkele voorbeelden het bedrijfsleven, de vakbeweging, het Comité van Christelijke kerken en verschillende andere organisaties. Voor Castelen is het belangrijk dat met al dit soort groepen overleg wordt gevoerd om de burgerrechten te waarborgen. “We moeten niet terug naar de tijd van zweep- en stokslagen”, merkt de advocaat tevens politicus op. Volgens Castelen komen ook zaken als de vrije pers en rechtsspraak onder druk te staan. Niet iedereen is het gewend om terug te gaan naar de oudheid waardoor er weer stammenoorlogen kunnen ontstaan vreest Castelen. “Het punt om deze maatregel te nemen hebben we nog niet bereikt.”

Toch blijft er nog veel ruimte voor discussie in de samenleving over de noodwet. Castelen verwijst naar de wet waarin verwezen wordt naar artikel 23 van de grondwet “en daarin wordt gesteld dat alle burgerrechten komen te vervallen”. Ook in het geval dit via staatsbesluiten zou worden opgevuld wil Castelen dat duidelijk wordt aangegeven welke rechten beperkt moeten worden. Maar als het zo onuitgewerkt blijft bepaalt de regering welke rechten beperkt worden en welke niet. Tot slot merkt de advocaat op dat mensen ook bang kunnen worden voor hun buren “omdat je dan niet meer weet wie een inlichtingenman of -vrouw is”.

RB

error: Kopiëren mag niet!