Duidelijke taal gevraagd

Het leven bestaat nu eenmaal uit het omgaan met allerlei probleemsituaties. Vraag het maar aan de gezinshoofden, managers en werknemers. Een leven zonder problemen zou de hersenen geen goede dienst bewijzen. Immers, ook op de momenten waarop wij ons van een bestaand probleem niet bewust zijn, zoekt het onderbewustzijn reeds naar oplossingsmogelijkheden daarvoor die ons op de juiste momenten te binnen schieten. Onze hersenen schijnen een gigantische voorraad aan oplossingsmogelijkheden voor talloze probleemsituaties te hebben die zich onverhoeds kunnen voordoen. De snelle reacties op volstrekt onvoorziene gebeurtenissen, situaties of omstandigheden zijn in het leven van alledag geen zeldzaamheden. Soms weten wij vaak ook geen raad met onze kopzorg. Maar gelukkig: ooit heeft iemand ‘het openbaar gezag’ uitgevonden. Iemand moet ooit, tot heil en zegen van volksgemeenschappen, hebben gezegd: ´er kome openbaar gezag’, en zie : er kwam ´openbaar bestuur´. De oplosser van al onze problemen. Daar mag je als volk dan van uitgaan, gegeven het veronderstelde probleemoplossend vermogen van de openbaar bestuurders. Het probleem is dat je als belanghebbende burger bij het overheidsgebeuren vaak niet weet wat je nu wel of niet moet geloven. Wanneer een bewindspersoon met getallen duidelijk tracht te maken dat het de goede richting opgaat met onze economie moet daarbij niet vergeten worden dat liegende ministers ons gedurende de achterliggende periode niet bespaard zijn gebleven. Daarom moeten uiteenzettingen over onze economie in bevattelijke taal geschieden. De minister van Financiën bedient zich, het kan niet anders, van de getallen. Dat moet door hem op voor een ieder begrijpelijke wijze gebeuren. Immers, geachte minister, met de verkiezingen in aantocht is een knieval voor de geloofwaardigheid heus niet overbodig. De grote fout, meneer de minister van Financiën, is dat economen hun getallen te veel zien als absolutismen, terwijl zij in wezen de uitdrukking zijn van een relativiteit. Zo is in de ondernemingswereld het begrip ‘winst’ bijzonder moeilijk te omschrijven. Gaat het om fiscale winst, commerciële winst of om boekwinst? De betekenis van het gepresenteerde getal hangt ook nog af van de psychologie van de persoon of groep die dat hanteert. Wanneer van overheidswege getallen de gemeenschap worden voorgehouden moet niet vergeten worden dat het getal zijn waarde krijgt als communicatiemiddel. De voorzitter van de Vereniging van Economen slaagt er tot nog toe aardig in zich, ook getalsmatig, op begrijpelijke wijze uit te spreken over onze economie. Getallen worden, ook in de politiek, op alle mogelijke manieren en op alle mogelijke gebieden misbruikt. Getallen die op waarheid berusten of niets meer dan verzinsels zijn, zijn vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden. Maar waarom klagen daarover? De man van de straat, de arbeider en de huisvrouw tonen toch geen belangstelling voor economische principes en wetmatigheden en evenmin voor het economische getallengeweld. De burgers hanteren hun eigen maatstaven bij de beantwoording van de vraag of het wel of niet goed gaat met onze samenleving. Begrippen als economische groei of – neergang, diversificatie, monetair evenwicht of betalingsbalans interesseren hen niet. Zij willen weten hoe het morgen, overmorgen en daarna gesteld is met kwaliteit en voortgang van het onderwijs voor hun kroost. Zij willen gezond worden na ziekte of ongeval. Zij verlangen voldoende veiligheid, zowel bij dag als ´s nachts. Niet de statusachtige wens van volksvertegenwoordigers om permanente bewaking van hun gezin of familie. Dat valt buiten het bereik van de ´gewone´burgers. Onze mensen willen wel een onderdak. Zij vragen zoveel meer. Burgers hechten geen geloof meer aan verkiezingsbeloften. En waarom zou je als persoon steeds weer het slachtoffer moeten wezen van de eigen lichtgelovigheid? Waarom zouden wij de misleidende woorden van enkele partijleiders moeten geloven dat de beoogde bundeling van de zo genoemde Afro-Surinamers geen verband houdt met de komende stembusgang? Wordt op deze simpele, van kinderlijke eenvoud getuigende wijze omgegaan met een gevoelige kwestie die langer dan een eeuw voor etnische verwijdering tussen groepen burgers in het land heeft gezorgd? Spreken de initiatiefnemers nu werkelijk tot de verbeelding van het volk in het algemeen en van hun specifieke doelgroepen in het bijzonder? Worden zij op grond van hun verdiensten voor land en volk werkelijk als boegbeelden voor de samenleving aangemerkt? Maar gun elk diertje zijn pleziertje. Want recentelijk nog heeft de voorzitter van de Oranje partij ontkend iets af te weten van de naam van zijn organisatie op gedonneerde gebruiksartikelen voor binnenlandbewoners. Gaat het in beide gevallen om doorgestoken kaarten? Geen nood. Het stemgedrag van kiezers wordt in belangrijke mate toch beïnvloed door wat met de verkiezingen in het vizier gedaan wordt voor burgers. En reken maar dat de huidige openbaar bestuurders nog heel wat te bieden hebben. Wie kan het hen kwalijk nemen waar het om trouwhartig navolgingsgedrag gaat? Trendzetters en trendvolgers begrijpen elkaar wel. De NDP, NPS, VHP en PL worden daarom eens de beste vrienden. In de Surinaamse politiek wordt het onmogelijke plotsklaps mogelijk. Het jaar 2020 zal dat wel uitwijzen.
Stanley Westerborg
 

error: Kopiëren mag niet!