“Ze horen boem en rennen naar de mijn”
Michel M. hoorde rechter Dayala de eis van officier van justitie Roy Elgin overnemen. Het is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het illegaal goudwinnen. Het wordt Michel M. zwaar aangerekend dat hij zich heeft begeven in een concessiegebied, terwijl hij daarvoor niet bevoegd was. Het gedooggebied is doelbewust overgeslagen door de verdachte, ook al was hij niet de enige. De verdachte die eerder al betrapt was en toen met een geldboete de dans kon ontspringen, vond in de officier nu een eindhalte. Michel M. was in de gelegenheid gesteld om dit economisch delict eerst buiten proces af te handelen, echter kon hij niet aan de voorwaarden voldoen. De officier vindt de gepleegde daad een vorm van normloosheid. “Het feit dat mensen beweren dat ze grondenrechten hebben, mag niet getolereerd worden dat als ze boem horen ze naar de mijn rennen.” De officier vindt ook dat dit gedrag een ondermijning is van het gezag van de politie en vindt dat dit gedrag bestraft moet worden voor de preventieve werking die ervan uitgaat. De officier voerde aan dat tegenover een overtreding sancties bestaan, die de normen moeten handhaven. De eis van de officier, 12 maanden hechtenis, waarvan 4 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen werd overgenomen door de rechter. De veroordeelde kan binnen 2 weken hoger beroep aantekenen.
RB
