Verkiezingsthema’s

Wat worden de verkiezingsthema’s voor mei 2020? Hier zijn een paar.

Straffeloosheid
Wat vroeger klein was, is nu heel groot geworden. In 2010 is de deur wijd opengezet voor dieven; en velen zijn naar binnen gegaan om hun slag te slaan. De ogen werden gesloten voor gesjoemel in de bovenlaag en bij ontdekking werd het snel weggemoffeld of uitgewist, evenals de politieke verantwoordelijkheid. Schouderophalend liep men verder. De sjoemelaar verdween van de ene hoge positie en dook later weer op in een andere hoge positie. Dus loopt er een spoor van geknoei, gedraai en onbetaalde rekeningen door het land. De huidige bestuurders hebben vanwege hun list en bedrog een naam opgebouwd en worden ook als zij de waarheid spreken niet meer vertrouwd. Iedereen ploetert zo’n beetje voort zonder dat er iets wezenlijks verandert. Verbijsterend is het aantal personen dat op social media en de staatsmedia de schandalen van de afgelopen jaren goedpraat. Deze mensen werken niet met hun hoofd of hun hoofd werkt niet. De aarde is plat en de maan is een grote peer. Er is geen speld tussen te krijgen. Men laat zich niet overtuigen door feiten. Jammer dat deze mensen stemrecht hebben. Hun gebrek aan inzicht remt de ontwikkeling van allen. Het zijn ruwe zielen zonder het vernis van beschaving (of het vernis is afgebladerd door omkoperij of gratis eten). De zelfverrijking van bestuurders vinden ze acceptabel. Het gewoeker bij de Surinaamse Postspaarbank (SPSB) keuren ze waarschijnlijk ook niet af. “Het mag, waarom niet, vroeger gebeurden zulke dingen toch ook?” aldus de gedachtegang. Alsof slaven weer verkocht mogen worden op de markt, omdat het vroeger ook gebeurde. In Suriname is ‘een telefoontje’ van één persoon voldoende om corruptie niet af te remmen. Het is de normale werkwijze. Opeens schiet me te binnen de nieuwe governer van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), die in het SPSB-schandaal – dat hem ook een beetje in opspraak heeft gebracht – voorbarig riep: “niets aan de hand”, om pas na een maand van mysterieus zwijgen te draaien en te komen met een lariekoekverklaring dat hij mensen wilde geruststellen. Het is weer een flinke deuk in het vertrouwen van de CBvS. Ofwel in gewone taal: er zit een luchtje aan de gesoigneerde governer.
Wanbeheer en corruptie
Ze gaan hand in hand. In dit verband moet worden genoemd de vele portefeuillewisselingen. Ministers worden bij wijze van spreken elke vijf minuten vervangen, alsof ze po’s zijn. Men kent ze alleen nog als minister-dinges-hoe-heet-die-ook-weer. ‘Nieuwe minister’ is een erg flatteuze uitdrukking geworden, want er verandert niets. Kost alleen geld, levert niets op. De president pikt zijn bestuurders kennelijk uit voor de eigen behoefte. De overheidsdienaren zullen moedeloos zijn geworden van al die eendagsvliegen. In België zijn ministers vaak hooggeschoolde vijftigplussers en van beroep jurist, ingenieur, arts, doctor en professor. Ze hebben studies gevolgd aan universiteiten met een goede reputatie en zijn al enige tijd bezig met een carrière in het bedrijfsleven, aan de universiteit of in het hoger bestuur wanneer ze bereid gevonden worden om hun tijd en vakkennis in te zetten voor het land. Ze wekken niet de indruk dat het trekpoppetjes zijn van een macht die heerst in schaduw en stilte. In Suriname hoeven politici met beslissings-bevoegdheden zich niet of nauwelijks te verantwoorden. Het is een bron van zelfverrijking. En het gegraai in de bovenlaag geeft de onderlagen een reden om ook hun slag te slaan.
Polarisatie
Dit is net zo diep geworden als de kloof tussen beloften en praktijk. Het land is ge-po-la-ri-seerd. Elk incident wordt gepolitiseerd; iedereen scheldt elkaar uit en er is geen redelijk debat op basis van feiten. Kijk maar als voorbeeld naar het 8 Decembermoordenproces, de zelfamnestiewet en het inzetten van artikel 148. Twee helften van Suriname zien twee heel verschillende dingen. Families zijn gespleten. De grootste bron van polarisatie is de verzwakking van instituten en ‘checks and balances’ door een populistische leider – tevens verdachte en veroordeelde ; niet echt een licht van het vaderland – die meent dat hij geen verantwoording hoeft af te leggen aan rechter of parlement – reden waarom staten mislukken. De duistere financiering van verkiezingscampagnes draagt eveneens bij aan de polarisatie. Verdeeldheid ontstaat ook doordat sommige groepen hard werken, terwijl andere lui zijn of stelen. De ene groep parasiteert op het zweet van de andere. Splijtende bestuurders zaaien verdeeldheid door zich te gedragen als lichttorens die alleen sommigen naar de veilige haven brengen en de rest aan de haaien overlaat. Een andere bron van verdeeldheid is het omkopen van belangrijke etnische spelers van andere partijen. Dus: de jonge politicus die gisteren nog het programma van de tegenpartij vernietigend noemde, omarmt vandaag hetzelfde programma liefdevol, nadat hem in de nachtelijke uren een flinke worst is voorgeschoteld. De omkoper hoeft niet eens persoonlijke vragen te stellen aan de overloper-in-spe. Zijn handel en wandel zijn al voor dat hij de uitnodiging van een tussenpersoon ontvangt door de koper uitgeplozen, en de gegevens wijzen op een leugenachtige inborst. De overloper-in-spe heeft het vooronderzoek al doorstaan en krijgt in het overloopgesprek alleen het verblindend aanbod dat zijn beloften aan zijn achterban als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Mensen vergeten voor veel poen de democratie.
Tot slot, etniciteit en godsdienst. Dit zijn geen verkiezingsthema’s in Suriname en dat is maar goed ook. Want belangrijk is de economie en niet het haartype of de geloofsovertuiging. Maar beide spelen altijd wel een rol bij verkiezingen. Alle politieke partijen doen zonder uitzondering aan ‘etnisch profileren’ – in positieve zin – om stemmen te winnen. Ze stellen hun kandidaten op basis van etnische en religieuze kenmerken op. Want de meerderheid van de kiezers discrimineert en let op naam, afkomst en religie van de kandidaat. Surinamers stemmen vooral etnisch, en niet zozeer op beleidslijnen. Afgezien van ernstige misleiding springen kiezers alleen bij grote aantasting van hun koopkracht over naar een andere partij, uit angst voor nog ernstiger waardedaling van de Surinaamse munt. Dat is logisch: niemand wil verarmd worden. In Suriname is er geen godsdienst die de staat omver wil werpen. Extremisme wordt snel de kop ingedrukt. Godsdienst wordt wel ingezet in verkiezingscampagnes om zieltjes te winnen. In sommige gevallen zijn kerk en geldzucht opmerkelijk verstrengeld geraakt. Maar hierover misschien een andere keer.
Al het bovenstaande kan zo kort worden samengevat: wie in mei 2020 stemt op het gespuis, komt vast en zeker weer van een koude kermis thuis. U laat uw huis toch ook niet beschermen door een bandiet?
D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!