DNA zoon ex-minister matcht niet met aangeboden sperma

De advocaten Irene Lalji en Murvin Dubois tasten nog in het duister waarom de rechter het DNA-onderzoek in de zaak van Riaaz K., zoon van een de ex-minister Roline Samsoedien, negeert. In deze zaak zit deze verdachte bijkans een maand in voorarrest. De advocaten hadden een persstilte gelast, daar zij het Openbaar Ministerie de ruimte boden om in alle rust het werk aan deze case te doen. Inmiddels is deze persstilte weer doorbroken. In het dossier staat vermeld dat het meisje aangaf dat de verdachte een handeling heeft gepleegd, waarbij er sperma op haar kleding was gekomen. In verband met dit onderzoek heeft de afdeling Forensisch Onderzoek (FO) de desbetreffende kleding van het slachtoffer in beslag genomen. FO had deze kleding doorgelicht en trof sporen van sperma aan. Het OM besloot om de spermasporen aan te bieden voor een DNA-test. De raadslieden hebben hun volledige medewerking verleend en gelasten een mediastilte in afwachting op het DNA-resultaat. Afgelopen woensdag kwam het DNA-resultaat binnen met als uitvloeisel dat de spermasporen, die gevonden zijn op de kleding van het vermeende slachtoffer, niet overeenkomen met de DNA van de verdachte.
Advocaten trekken vier conclusies
“Als je in zo een zedendelict een slachtoffer hebt, dat beweert handelingen te hebben ondergaan waarbij er sprake is geweest van een zaadlozing op de kleding, dan betekent zulks dat als nu het DNA-onderzoek als uitsluitend bewijs aangeeft dat het sperma niet van de verdachte afkomstig is, dat je daar vier verschillende conclusies uit kan trekken: het meisje liegt of de spermasporen zijn ongetwijfeld van iemand anders, die het meisje misbruikt. Een andere conclusie kan zijn dat iemand opzettelijk sperma heeft gezet op de kleding van het meisje of dat verdachte valselijk wordt beschuldigd in deze zaak. Feit is dat DNA-resultaat uitwijst dat het niet van de verdachte is”, aldus Lalji.
Verzoek 54a afgewezen
De verdediging heeft toen het OM aangeschreven, daar het resultaat overduidelijk is om de verdachte Riaaz in vrijheid te stellen. De advocaten deden op basis van dit resultaat een verzoek tot voorlopige invrijheidstelling, gebaseerd op artikel 54a van het Wetboek van Strafvordering, bij de rechter-commissaris. Rechter-commissaris (rc) Anand Charan heeft het verzoek van de raadslieden echter afgewezen. Tegen deze beslissing van de rc is de verdediging in hoger beroep gegaan op maandag 20 mei.
Waarom wordt het DNA-onderzoek ter zijde gelegd?
Maandag is Riaaz voorgegaan voor de bewaring bij rechter-commissaris Maitrie Kuldipsing. De advocaten hebben de rechter erop gewezen dat bij de bewaring sprake moet zijn van ernstige bezwaren en dat zij de bewaring moet weigeren, omdat het DNA-onderzoek uitwijst dat het aangetroffen sperma van iemand anders is. De magistraat heeft de bewaring van Riaaz toegestaan. “Wij vragen ons als verdediging af waarom het DNA-resultaat ter zijde wordt gelegd? Het OM moet nu gaan onderzoeken van wie het sperma is dat op de kleding van het meisje is aangetroffen”, aldus de advocaten. Riaaz blijft aangehouden.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!