Bron van ergernis

Iedereen ergert zich wel eens. Bijvoorbeeld aan de file, die juist ontstaat op het moment dat jij haast hebt. Of aan de kopieermachine die stuk is als jij hem dringend nodig hebt, aan hondenpoep op de stoep, aan het weer, in de rij moeten staan enz. Maar behalve aan situaties ergeren we ons vooral aan andere mensen. Bijvoorbeeld aan hun gedrag. Zo is het mij al een paar keer overkomen dat ik bezig ben aan een loket en een collega of vriend van die man of vrouw komt er tussen om torie te babbelen. Die man aan het loket laat mij dan rustig wachten en babbelt en lacht met zijn collega of vriend. Terwijl ik van binnen woedend ben over dit onbeleefde gedrag, is het mij tot nu toe gelukt om rustig te kunnen zeggen: “ziet u niet dat ik bezig ben met uw collega.” Ik schrik soms heel erg van die woede die dan in me opkomt omdat ik weet dat het een moment situatie is die explosief kan uitpakken.
Ergernis betekent in het Grieks skandalon.(valstrik). Skandalizo betekent ten val brengen. Misschien wordt daarmee bedoeld dat irritatie ons ten val kan brengen, ons dingen kan laten doen die wij normaal niet doen. Irritatie en ergernis kan, leiden tot een woedend hart waardoor de ergernis alleen maar groeit. Dát een mens zich ergert is nog niet zo’n probleem, dat kan gebeuren en is vaak een indicator van iets anders, van belang is wát je ermee doet.
De vraag die mij bezig houdt is, waarom erger ik me? Is het omdat de dingen niet gaan zoals ik het wil? Ik wilde tijdens dat gesprek aan de balie niet gestoord worden, ik ergerde me aan diegene die het gesprek kwam verstoren. En toch denk ik dat de bron van ergernis zelden buiten onszelf ligt, maar vaak besloten ligt in ons eigen hart. Het is door iets in ons waardoor we boos reageren, we ontvlammen niet door een externe vonk maar door de brandstof die we soms nog met ons meedragen. Op basis hiervan zou ik kunnen concluderen dat ergernis misschien de vrucht is van een egoïstisch, zelfzuchtig hart dat alles naar zijn eigen hand wil zetten. Wij hebben een bepaalde verwachting, een eis van hoe de wereld om ons heen zou moeten zijn. Wanneer dat niet gebeurt, trekken we ons dat soms erg aan en gaan ons eraan ergeren. Je zou dus kunnen zeggen dat ergernis een valstrik is die je ten val brengt en voortkomt uit een vorm van egoïsme. Je ergert je weliswaar aan die persoon of die gebeurtenis, maar dat is niet altijd verkeerd omdat die persoon waarover jij je ergert, soms ook iets kan openbaren over jouw eigen hart of gemoedstoestand van dat moment. Een ergernis aan een ander kan ontspruiten uit innerlijke onvrede. Het hangt van onze eigen geestelijke volwassenheid af hoe we met zo’n moment omgaan. Dus ergernissen hebben ook hun nut:
– Ze kunnen leiden tot zelfinzicht. Juist omdat ergernissen kennelijk zoveel te maken hebben met de persoon die je bent of het gedrag dat je vertoont, kun je veel van je ergernissen leren, maar dan moet je wel bereid zijn eerlijk naar jezelf te kijken. Je kan een ander niet veranderen, maar wel jezelf. Als je bij jezelf leert herkennen wat de achterliggende feiten bij ergernissen zijn, ben je al een heel eind. Ergernis is dan niet meer alleen een naar gevoel dat je overkomt door toedoen van een ander, maar ook een signaal om over je eigen karakter en handelen na te denken. Door dit zelfinzicht zou jij je ook kunnen voorstellen dat een ander zich aan jou ergert. Ieder mens heeft een blinde vlek. Dat wil zeggen: eigenschappen waarvan hij of zij geen besef heeft. Als je je bewust bent van je ergernissen, houdt het je scherp. Je maakt je ergens druk om waardoor er een lading energie vrijkomt die je in staat stelt om actie te ondernemen. Stel dat jij je nooit zou ergeren, dan zou je niet snel iets aan een verkeerde situatie kunnen doen.
– Ergernis kan je ook confronteren met je eigen zwakheden. Als je ontstemd bent over iemands gedrag, kan dat ook te maken hebben met een soort jaloersheid. Iemand is bijvoorbeeld erg extravert en krijgt daardoor veel aandacht. Als je zelf introvert bent en graag wat meer in de belangstelling wilt staan, kun jij je snel ergeren aan een extravert persoon. Dan zou je kunnen denken: ‘zij wil ook altijd in het middelpunt staan.’ Terwijl je misschien diep vanbinnen ook zo zou willen zijn.
– Ook negatieve trekken van jezelf waar je voortdurend tegen vecht kunnen ergernis opwekken als je ze bij andere mensen uitvergroot ziet. Als je bijvoorbeeld van nature niet erg besluitvaardig bent, maar daar hard tegen vecht, is het moeilijk te verkroppen als een ander ook traag in de besluitvorming is en geen enkele poging lijkt te doen daarin te veranderen.
– Ergernissen hebben soms ook te maken met emotionele labiliteit. Juist op momenten dat je niet lekker in je vel zit, erger jij je sneller.
– Ergernis wekt agressiviteit op. Als jij je ergert, ga je snel dingen zeggen of doen waar je achteraf spijt van hebt.
Je ergeren is over het algemeen geen prettige emotie, het wekt agressiviteit op, heeft een negatief effect op ons humeur en kan zelfs relaties verstoren. Je kunt niet zeggen: ‘nu erger ik me niet langer!’ Je ergert je aan dingen waar je geen invloed op hebt. Het referentiekader voor ergernissen ligt echter vaak bij jezelf. Conclusie: ergernissen leren je veel over de ander maar vooral over jezelf. Als je begrijpt waarom je een hekel hebt aan het gedrag van een ander, kun jij je eigen ergernis relativeren, of er op z’n minst beter mee omgaan. Dus als jij je ergert aan iets of iemand, neem dan de moeite om naar het waarom te zoeken. Met zo’n opstelling kunnen misschien al je bronnen van ergernis voorgoed opdrogen.
“Je bent niet gelukkig door wat je meemaakt, maar je bent gelukkig door de manier waarop je ermee omgaat.”
Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!