Adhin en de agrarische revolutie

Adhin en de Agrarische Revolutie1“Onze inkomsten groeien elk jaar met een agrarische revolutie, die nu gaande is, en het verder exploiteren van de reserves in natuurlijke hulpbronnen. Met deze groeiende inkomsten uit alle sectoren zullen wij altijd in staat zijn onze schulden af te lossen.” Dit schreef vicepresident Ashwin Adhin op zijn facebookpagina enkele dagen na de massameeting van de Nationale Democratische Partij (NDP) in Ocer.
De vicepresident blijkt echter hier nog over een wenselijkheid te hebben gesproken. Landbouw is 28 keren genoemd in het concept Jaarplan 2019 van de regering, terwijl de agrarische sector 36 keren wordt genoemd. Wat de agrarische sector betreft, blijkt de overheid echter in de afgelopen jaren niet voldoende prioriteit aan te hebben gegeven dan de prioriteit alleen te benadrukken in de formele documenten.
De agrarische sector levert een belangrijke bijdrage aan de economie. Vergeleken met andere sectoren is deze bijdrage gedefinieerd als een relatief groot aandeel in de exportopbrengsten in USD of het BBP en de werkgelegenheid. Het relatief aandeel van deze sector in het totale BBP is in de periode 2011-2015 min of meer constant gebleven en bedroeg ongeveer 6%. In 2016 was er een lichte stijging naar 7%. De visserijsector draagt met 57% het meest bij aan de totale waarde van het agrarische BBP, gevolgd door landbouw met 31% en veeteelt met 12%.
De stijging van de exporten uit Suriname (tot en met september 2018) met circa 6.7% is niet alleen toe te schrijven aan exporten uit de mineralensector. Deze stegen volgens het Planbureau met 2,9% ten opzichte van dezelfde periode in 2017. De waarde van niet-mineralenexporten daarentegen steeg in deze periode met circa 13,8%. Het gaat hierbij vooral om de export van rijst, hout en houtproducten en voedingswaren. De exportwaarde van goud op kasbasis steeg minimaal met 1% tegen eind september 2018 ten opzichte van september 2017. In 2018 is circa 64% van de exportwaarde van goud toe te schrijven aan de exporten van de multinationals en 36% aan de kleine en middelgrote goudbedrijven.
Vanwege de lage overheidsinvesteringen in de afgelopen jaren is de economische bedrijvigheid van de lokale economie (de niet-minerale productiesectoren) weinig gestimuleerd, met als gevolg dalende en zelfs significant negatieve groeicijfers binnen deze sectoren. De groei van de niet-minerale lokale economie bedroeg negatief 14,7% in 2016.
Het Planbureau schrijft in zijn laatste analyse dat in 2019 de exporten naar verwachting sneller zullen toenemen dan de importen, vanwege stijgende goudexporten. De importen zullen geleidelijk aan steeds meer convergeren naar de exportopbrengsten. De focus is hier dus nog steeds op de mijnbouw in plaats van de agrarische sector. Daar is ook het allergrootste deel van de conceptbegroting van de overheid voor het dienstjaar 2019 op gestoeld. In Suriname is in 2017-2018 sprake geweest van enig herstel van de groei en een zekere mate van stabiliteit van de economie met een stabiele wisselkoers van de SRD ten opzichte van de USD en lage inflatie. Ook zijn er vooruitzichten dat de economie op middellange termijn rond de 2 % zal groeien.
Echter, gezien de nationale en internationale situatie is de huidige stabiliteit volgens het Planbureau zeer fragiel. Daarom zullen de voornaamste economische actoren in de Surinaamse economie, geleid door doortastend beleid van de overheid, een pakket van maatregelen moeten nemen, gericht op duurzaam behoud van stabiliteit en vergroten van de economische groei.
Kortetermijnmaatregelen die genomen moeten worden, hebben betrekking op het drastisch terugbrengen van het financieringstekort en de stijgende staatsschuld door inkomsten te verhogen via onder andere het hervormen van het belastingstelsel en het beperken van (lopende) uitgaven. De lange termijn (structurele) maatregelen moeten het ondernemersklimaat aanzienlijk verbeteren. Een strategisch diversificatieplan voor de economie is dringend vereist en investeringen in de kennissector en human capital moeten daarop worden afgestemd. Het lokaal bedrijfsleven moet gestimuleerd worden door fiscale incentives, versnelde toegang tot grond en betaalbaar kapitaal. Toegang tot goede en adequate internetfaciliteiten is bovenal onmisbaar voor de ontwikkeling van het investeringsklimaat. Een goed draaiende Investsur, het optimaliseren van de NOB en de opzet van een Exim Bank kunnen bij dit alles een sleutelrol vervullen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!