Mac Andrew: “Niet lichtvaardig omgaan met schuldenlast”

2Mac Andrew “Niet lichtvaardig omgaan met schuldenlast”1Zowel individuen, bedrijven als het land kunnen volgens Steven Mac Andrew, directeur Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), niet lichtvaardig omgaan met schuldenlasten.
Volgens critici heeft vicepresident Ashwin Adhin dit onlangs op een politiek podium wel gedaan. Adhin noemt het gepraat rond de staatschuld ‘zeuren’. “Hoe gaan we het betalen? Ik zeg u, hoe we gaan betalen. Olie, goud, bauxiet, weet u wat de waarde daarvan is? US$ 200 miljard plus. Als ik investeerders haal en zeg ik haal 20% eruit, dan heb ik US$ 40 miljard. US$ 40 miljard, en dan ga je zeuren over US$ 2.5 miljard. Want je zegt ‘ik ga geen onderpand nemen’. Ik ga geen lening nemen. De tijd van ontwikkelingshulp is al voorbij. Goedoe pá dédé k’bá. Alle ontwikkelingssamenwerking in de wereld is lenen nu. Wij moeten leren, hoe wij met onderpand, 200 miljard die we daar hebben, nu gaan lenen”, zei de politicus.
Mac Andrew blijkt niet content te zijn met het idee van het opbouwen van schuldenlasten. “Als Surinamer, ongeacht VSB of individu, denk ik dat je altijd rekening moet houden met schulden die je hebt als persoon, bedrijf of land. Dat maakt dat de ruimte die je hebt om andere zaken te doen (bijvoorbeeld investeringen) minder wordt. Dit, omdat een deel van de beschikbare middelen aangewend moet worden voor de aflossing van de schuld”, meent de directeur.
Adhin gaf verder aan dat de ontwikkeling nog doorgaat en gestoeld zal zijn op het onderpand van US$ 200 miljard die hij aanhaalde. Hij ziet nog ruimte voor nog 20, 30, 40 miljard. Het hebben van een schuld is volgens Mac Andrew zeker een ernstige belemmering voor ontwikkeling. Voor wat schuldenlasten van landen betreft zijn er volgens Mac Andrew voorbeelden zat hoe menselijke ontwikkeling vast blijft zitten. “Het hebben van een schuldenlast is niet iets waar we al te licht over moeten gaan. Ongeacht in welke positie je bent en in welke hoedanigheid. Het kan de duurzame ontwikkeling van Suriname echt belemmeren. Er kunnen geen investeringen worden gepleegd in onderwijs en gezondheidssector, omdat je moet doen aan schuldaflossing”, aldus Mac Andrew.
De Vereniging van Economisten in Suriname hamert ook vaker op de schuldenlast en het uitgavenpatroon van de regering. Zij wenst echter niet te reageren op de uitspraken van de vicepresident. Zij beschouwt de uitspraken als politieke uitspraken, die alleen vatbaar zouden zijn voor politieke reacties. Op de inhoud van de uitspraken zal de VES te zijner tijd wel reageren.
In 2015 bedroeg de schuldenlast-BBP ratio circa 17 procent. In 2016 was er volgens het Planbureau sprake van een piek in de totale schuldenlastbetalingen van de overheid. Deze bedroegen circa USD 431,7 mln., waarvan circa USD 351,3 miljoen aan aflossingen en USD 80,4 miljoen aan interestbetalingen. In dat jaar zijn enkele buitenlandse schulden (deels vroegtijdig) geherfinancierd tegen een hogere rentevoet. De ratio van schuldenlast ten opzichte van het BBP en de totale overheidsinkomsten bedroegen in dat jaar respectievelijk circa 15,4 en 80,4 procent. In 2017 nam de schuldlastbetaling af tot circa USD 212,6 mln. Vanwege de stijgende schuld en het herfinancieren van schulden tegen een hogere rentevoet stegen de interestbetalingen tot circa USD 101,2 miljoen in dat jaar. Tegen eind september 2018 was er voor USD 280,5 miljoen betaald aan de schuldenlast, waarvan USD 84,0 miljoen aan interest en USD 196,5 miljoen aan aflossingen. De stijgende schulden vanwege de grote financieringstekorten, het herfinancieren van schulden tegen een hogere rentevoet, maar ook het aangaan van schulden tegen een kortere looptijd dan voorheen, zorgen ervoor dat de schuldenlastbetalingen in komende jaren zullen toenemen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!