Martin Atencio, afdelingshoofd van Strei! Commewijne, is niet te spreken over de manier waarop beleidmakers omgaan met de toepassing van wetgeving in Suriname. Hij meent dat het beginsel van gelijkheid momenteel geschonden wordt, als hij kijkt naar de toepassing van de rij- en voertuigenbelasting. Hij voerde onlangs op Livorno het woord in het kader van een informatieavond rond de rij- en voertuigenbelasting. De opkomst was minder dan verwacht werd.
“Het is niet gemakkelijk wanneer je gevoelens hebt voor je land. Het is ook niet gemakkelijk wanneer je ook gevoelens hebt voor je medemens. Vooral wanneer onze rechten worden geschonden. Aan de samenleving wil ik zeggen: wie de kleine niet eert, zal de grote nooit waard zijn”, zei Atencio. Hij zei dit met een emotionele blik, gezien de lage opkomst op deze informatiedag.
Atencio benadrukt het gelijkheidsbeginsel, dat in de grondwet verankerd is, maar momenteel met deze wet geschonden wordt. Hij stelt dat als burgers de grondwet respecteren, de wetgevers dat ook moeten doen. “Je neemt een wet aan, dan zit je nog onheil te stichten”, zegt Atencio. Hij verwijst hier naar de restitutie die de bushouders hebben gekregen en de vrijstelling aan truckhouders op de betaling van de belasting. “Mijn God! Waarom heb je het dan aangenomen? Laat de regering ons komen zeggen van waar ze het vandaan hebben gehaald. Men heeft tweedracht gezaaid. Geldt het gelijkheidsbeginsel niet voor eenieder? Krijgen degenen die hebben betaald hun restitutie? Degenen die nog niet hebben betaald, krijgen zij ook vrijstelling? Dit is puur corruptie. Dit is puur mensenrechtenschending. Geestelijk worden we kapot gemaakt”, gaf Atencio aan.
Hij meent dat het precies zulke omstandigheden zijn die ervoor zorgen dat mensen van de Wijdenboschbrug springen. “Het creëert huisvredebreuk. Het laat jongeren op straat hangen, ‘trong abani, trong bolletjesslikker’. Dan ga je zeggen dat het de jeugd van nu is. Het is niet de jeugd van nu. Je zegt elke keer dat de jeugd de toekomst van morgen is. En dit doe je ons aan”, aldus Atencio.
Kavish Ganesh
