
“Op grond van artikel 1 van het Gouvernementsblad van Suriname (GB 1961 no. 101) geldt het gesloten seizoen voor alle kwie-kwie soorten. De wet maakt daarbij geen onderscheid tussen Surinaamse of bijvoorbeeld Braziliaanse kwie-kwie’s. Waarom worden dan alleen de marktverkopers op de bon geslingerd?”, vraagt Gobind zich in gesprek met Dagblad Suriname af. Hij constateert namelijk dat de verkoop van kwie-kwie’s in de goed gesorteerde supermarkten als een normaal fenomeen wordt beschouwd, terwijl de wet niet op hen wordt toegepast. “Dit is een zeer gebrekkige controle, want volgens artikel 5 lid c van de Visstandbeschermingsverordening 1961 (GB no. 44) is niet alleen het verkopen van kwie-kwie’s verboden in het gesloten seizoen, maar ook het kopen, ruilen, schenken, leveren en vervoeren van deze vissoort is totaal niet toegestaan”, brengt de jeugdvertegenwoordiger in herinnering. Dit gesteld hebbende moet wel opgemerkt worden dat de Visstandbeschermingsverordening tot doel heeft de visstand in Suriname te beschermen. Indien aangetoond kan worden dat er in deze sprake is van buitenlandse kwie-kwie, dan is er geen overtreding van de Wet Economische Delicten.
Er is tevens nog een clausule in dezelfde wet die de ruimte biedt om van 1 april tot en met 4 april van elk jaar de gevangen kwie-kwie’s te vervoeren naar de plaats van bestemming, mits het voor 1 april is gevangen. “Maar het blijkt toch dat kwie-kwie’s momenteel verkocht worden in de winkels. Het is niet rechtvaardig als men selectief te werk gaat bij het verrichten van de controlewerkzaamheden. Waarom worden kwie-kwie’s wel normaal verkocht in de supermarkten, maar op de markt krijg je meteen een boete? Hoe moet de gemiddelde burger het verschil kennen tussen Surinaamse en buitenlandse kwie-kwie?”, luidt de reactie van Gobind tot slot.
KSR
