De medewerkers van het Surinaams Postbedrijf (Surpost) hebben gisteren een protestbezoek gebracht aan het ministerie van Financiën. Het blijkt dat het bezoek aan het kabinet van de vicepresident de werknemers niet vooruit heeft geholpen. Vicepresident Ashwin Adhin heeft na nota te hebben genomen van de problemen van de werknemers, de kwestie op het bord van de Financiënminister geschoven. Er werd in dit kader wederom een gesprek gevoerd met Surpost-directeur John Power, waarna de gemoederen verhit raakten.
“Ons directeur zei vandaag (dus gisteren) aan ons, dat wij geen aanspraak maken op de koopkrachtversterkingstoelage. Wij hebben gevraagd als de directeur een schrijven heeft van de minister waaruit dit blijkt. Eerder zei hij dat hij het wel had. Toen ik hem vroeg naar een kopie, zei hij dat hij het niet heeft. Toen werd de case gesloten. Wij zijn naar de minister gekomen om te vragen wat onze status is en waarom wij geen aanspraak maken op de koopkrachtversterkingstoelage”, vertelt Carla Doelam-Narain, penningmeester van de bond.
Minister Gilmore Hoefdraad was niet op kantoor. De werknemers werden aangehoord door de directeur van Financiën. Walter Uiterloo, secretaris van de bond, stelt dat de directeur van Financiën, sinds het bezoek aan de bond aan de vicepresident, op zoek is naar de directeur van Surpost. “Ik ben zelf door de secretaresse van de directeur medegedeeld dat het kabinet op zoek is naar de directeur. Nu wij verhaal halen bij de directeur, zegt hij gewoon dat hij ‘uitgediscussieerd’ is. Hij heeft zelfs gedurfd een personeelslid de deur te wijzen, omdat die zogenaamd niet erbij mocht zijn tijdens het overlegmoment. Dit bewijst hoe dictatoriaal deze man werkt”, stelt Uiterloo.
Op basis hiervan benadrukt Uiterloo dat de werknemers nog steeds het vertrek van de directeur als tweede eis op agenda stellen. Na het gesprek met de directeur van Financiën konden de werknemers ook niet met een gerust hart naar huis keren. Gezien de directeur zijn minister nog moet informeren over hetgeen hij heeft moeten aanhoren, zal de kwestie mogelijk langer duren. De gemoederen zijn volgens Uiterloo echter gekoeld, aangezien de klachten zijn voorgelegd. De directeur is ook gevraagd om de minister te vragen wat tijd vrij te maken op zijn agenda, om te praten over de rechtspositie van de Surpost-medewerkers.
Uiterloo vraagt zich af hoe het komt dat de Surpost-werknemers al onder twee kopkrachtversterkende maatregelen zijn gevallen (koerscompensatie + heffingskorting van SRD 125 conform de staatsbesluiten), terwijl een derde tranche nu vanwege onbekende reden uitblijft. Daarnaast merkt hij ook op dat de bond ook aangesloten is bij de Centrale voor Landsdienarenorganisaties (CLO). “Dat zegt al dat wij lanti-mang zijn. De wet zegt duidelijk dat de minister van Financiën belast is met het postwezen. Hoe zijn wij dan niet gelijkgesteld aan de landsdienaren?”, vraagt hij zich af.
Op 15 december 2017 is het personeel van Surpost in beraad gegaan vanwege de uitbetaling van de koopkrachtversterkingstoelage. Dit is namelijk een versterkingsmaatregel die de overheid uitkeert aan de landsdienaren en aan hen gelijkgestelden. De directeur zou de eerste en tweede tranche, bestaande uit de koerscompensatie van SRD 100 en heffingskorting van SRD 125, reeds hebben uitbetaald. Echter weigert de directeur om redenen die onbekend zijn voor de bond om de derde tranche van SRD 375 (van april tot en met juli 2017), inmiddels verhoogd naar SRD 500 (augustus tot en met december 2017) uit te betalen.
Bij Wet van 4 april 1993 is het Surinaams Postbedrijf ‘Surpost’ ingesteld. Surpost werd opgericht als rechtspersoon “sui generis”, aangezien deze rechtsvorm voorziet in de uitoefening van overheidsinvloed op de openbare nutstaken van het postbedrijf. Het postbedrijf wordt bestuurd door een algemeen directeur, bijgestaan door een financieel directeur, een managementteam, stafleden en cao- medewerkers. Een door de minister van Financiën benoemde raad van commissarissen oefent controle uit op het door de directie gevoerde beleid.
Kavish Ganesh
