Raadsman Gorré: ‘Cliënt is niet in staat mij te instrueren’

Arthy Gorré
Arthy Gorré
Advocaat John Kraag, raadsman van de verdachte Arthy Gorré, is niet in staat om een pleidooi voor zijn cliënt te houden in het 8 decemberstrafproces. “Mijn cliënt is ernstig ziek, waardoor hij niet in staat is mij als raadsman te instrueren”, zei Kraag dinsdag bij de aanvang van het strafproces. Het Openbaar Ministerie houdt Gorré strafrechtelijk mede aansprakelijk voor de gepleegde moorden op 15 critici van het toenmalige militaire bewind op 8 december 1982. Daarom heeft het OM eerder ook 20 jaar celstraf tegen hem gevorderd. Kraag voerde aan dat het belangrijk voor hem is dat de verdachte, die volgens hem vanwege ernstige ziekte proces-onbekwaam is, begrijpt waarover de zaak gaat. Nu dat niet mogelijk is, is het moeilijk voor hem als raadsman om deze verdachte te verdedigen. Auditeur-militair Roy Elgin vond dat Kraag zijn verzoek op basis van artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering moest richten aan de Krijgsraad. Hoewel hij niet de mening is toegedaan dat in dit geval Gorré krankzinnig is geworden, is Elgin er voorstander van dat de toestand van de verdachte door een deskundige psychiater wordt getoetst. De Krijgsraad gevormd door de rechters Cynthia Valstein-Montnor (president), Rewita Chatterpal en Suzanne Chu besliste na een korte schorsing toch meer ruimte nodig te hebben zich adequaat over dit verzoek te buigen. De raadsman zal tijdig een reactie ontvangen.
Gorré was commandant elitekorps ‘Echo Compagnie’
Gorré maakte deel uit van de ‘groep van 16′ die op 25 februari 1980 de staatsgreep pleegde en werd daarna benoemd tot commandant van het elitekorps ‘Echo Compagnie’. De Echo Compagnie kreeg van Roy Horb, die de tweede man was in de legertop, de opdracht om geweersalvo’s in de lucht te schieten. Gorré is van oordeel dat hij vanwege rancune op de verdachtenlijst is terechtgekomen, daar hij niet had meegewerkt om toenmalige bevelhebber Bouterse uit te schakelen. Gorré verklaarde eerder dat hij niet constant in het fort aanwezig was, maar zich ten tijde van de moorden in nachtclub Diamond bevond met vrienden om naar ‘striptease te kijken’. Verschillende getuigen hebben echter verklaard dat de commandoleider wel in Fort Zeelandia aanwezig was. Zo verklaarde een in het fort aanwezige militair, die een oud-medewerker was van het slachtoffer Andre Kamperveen, dat Gorre hem had verboden om Kamperveen een glas water te geven. Gorré zou de militair daarbij zelfs bedreigd hebben hem in dezelfde cel met Kamperveen te gooien als hij dat zou doen. De vervolging benadrukte eerder geen enkel bewijs te hebben dat deze verdachte zelf op de slachtoffers zou hebben geschoten. Het feit dat hij wel op de hoogte was van de plannen uit het draaiboek en deelgenomen heeft om de plannen uit het boek uit te voeren, is reden genoeg volgens hem om hem aan te merken als medepleger.
FR

error: Kopiëren mag niet!