Japan zal koelfaciliteit Commewijne financieren

Japan zal koelfaciliteit Commewijne financieringSuriname krijgt van Japan op gezette tijden op het gebied van landbouw en visserij de nodige ondersteuning. De mogelijkheid bestaat er volgens de minister van Buitenlandse Zaken, Yldiz Pollack-Beighle, dat Japan een koelfaciliteit in het district Commewijne zal financieren. Vorig jaar, tijdens een bezoek van de Japanse minister van Buitenlandse Zaken, Kentura Senora, aan Suriname is er een bezoek gebracht aan deze faciliteit in Commewijne. “Toen is vastgesteld dat er een behoefte bestaat aan het bouwen van zo een visfaciliteit, waar alle vis naar binnen komt. De ambassadeur heeft mij verzekerd dat zodra Suriname het projectvoorstel gedegen dropt bij de Japanse autoriteiten, wij mogen toezien op de facilitering van dit proces”, zegt de minister. Dit plaatje moet met een gedegen begroting nog van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij komen. Met betrekking tot de visserijsector denkt de bewindsvrouw aan misschien het opzetten van een ‘canning factory’ om eigen vis in blik te kunnen aanbieden. “Wij praten over de economische diplomatie en kijken naar de sectoren die ontwikkeld moeten worden.”
Japanners staan wel bekend om hun visindustrie en kennis van de sector. De Japanse visserij-industrie behoort tot een van de grootste in de wereld. De vangst van de vis om in de nationale behoefte te voorzien, is groot. In 1988 was de totale vangst 12.780.000 ton. Daarvan kwam 77% uit de Japanse wateren en 9% uit de buitenlandse wateren. De restant van 14% kwam uit de grote zeeën. Het percentage van de totale vangst schommelt een beetje sinds de jaren 1976-78. In die jaren werden de zogenaamde ‘200 miles zones’ geïntroduceerd. Dit gaf de landen mogelijkheid om in andere wateren te vissen binnen die zone en ze hoefden zich dus niet langer te beperken tot hun eigen wateren.
Japan heeft net als alle andere landen hier gebruik van gemaakt en is in andere wateren gaan vissen. Er is wel een probleem; door de jaren heen is de aanwezigheid van vis in de zeeën gaan afnemen. Er wordt veel meer gevist dan de natuurgrenzen dat toelaten. Er is sprake van overbevissing; er wordt jaarlijks meer gevangen dan dat er door de natuurlijke aanwas bijkomt. De reden hiervoor is dat de wereldbevolking toeneemt en de vraag naar vis ook. Maar vooral komt het door het feit dat de vistechnieken uitgebreid zijn. De vissersschepen en hun motorvermogens worden groter. De opsporingstechnieken zijn enorm vooruit gegaan. Hierdoor verandert de visserij in een kapitaalintensieve industrie. De vangsten zijn enorm, maar dreigen uitgeput te worden. Daarom kan Japan wel vergunning hebben om hun visgebied uit te breiden, maar dat wil niet zeggen dat de vangst echt veel groter zal worden. Maar ook deze aangewezen gebieden zijn aan het verminderen. In de VS mogen ze niets meer halen.
Om de tekorten weg te werken, is Japan ook vis gaan importeren. Van de import bestaat 10% uit meer luxe vis, zoals schelpdieren en tonijn. Er is veel vraag naar deze soorten, maar er is niet veel uit eigen productie te halen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!