Li A Young over toerismepotentie: ‘Die dollar komt niet in één hand’

Tot en met 2015 maakte de Stichting Toerisme Suriname (STS) gebruik van het Management Information System for Tourism (Mist) van de Caribische Toerisme Organisatie (CTO) om haar toerismedata te verzamelen. Sinds de STS daar geen lid meer van is, is deze technische ondersteuning komen weg te vallen. Momenteel is de STS aangewezen op het Border Managementsysteem (BMS) van de Immigratiedienst. Dit systeem is echter niet volledig voor het kunnen verkrijgen van toerisme-informatie. De STS werkt er momenteel aan om terug te gaan naar de situatie van 2015, toen alle detailinformatie over de toeristensector beschikbaar was. In dit kader bekijkt zij de mogelijkheden om een aantal variabelen in het BMS te verwerken om alsnog toeristeninformatie te verkrijgen op alle grensposten.
Cijfers
Het totaal aantal aankomsten van toeristen en excursionisten in het jaar 2017 was 278.035. Excursionisten zijn buitenlanders die minder dan 1 dag in het land verblijven. De verhouding toeristen en excursionisten is met de huidige meetinstrumenten niet uit elkaar te halen. In 2016 was het getal 256.951 instromers. Dit zou een toename moeten zijn van 8.2%. De STS heeft in samenwerking met het Algemeen Bureau voor de Statistiek in de periode december 2016-januari 2017 een visitor exit survey uitgevoerd bij de grensposten. Uit de kerngetallen blijkt dat uit een populatie van 43.632 bezoekers, 20% haar eerste bezoek bracht aan Suriname. 29% van deze populatie was alleenreizend. De rest (51%) heeft in groeps- of familieverband gereisd. Deze informatie is belangrijk om te zien wat het profiel is van de mensen die het land bezoeken.
Voor marketing was belangrijk op te tekenen dat 46% van de instromers via een reisbureau de boekingen deden. Online boekingen werd door 32% van de passagiers gedaan. “Hier kun je eigenlijk duidelijk uit halen dat de reisbureaus ook een belangrijke rol te vervullen hebben”, stelt STS-directeur Armand Li A Young.
Wel 83% uit de 43.632 bezoekers is via de Johan Adolf Pengel Luchthaven het land binnengekomen; 12,9% kwam via Nickerie naar binnen en 3,1% via Albina. 0,6 % kwam via Zorg en Hoop. Hieruit trekt de STS conclusies over de afzetmarkten van Suriname. 64,8% van al deze mensen kwam uit Europa, waarvan Nederland uitschiet met 60,7%. Li A Young merkt wel op dat een groot aantal van deze instromers uit Nederland, Nederlanders van Surinaamse afkomst is. De rest van de bezoekers kwam voor de natuur, stage en culturele activiteiten. 50,3% van de 43.632 mensen heeft bij familie gelogeerd, terwijl 16% in hotels en 3,4% in hotels met casino heeft gelogeerd. Ongeveer 14,8% ging naar een guesthouse, 3% koos voor verblijf in een resort.
Geldzaken
Het gemiddelde verblijf van de bezoekers aan Suriname is 20 dagen. Het meest interessante voor de STS was het berekenen van de uitgaven van de bezoekers. De gemiddelde uitgaven per bezoeker per bezoek werd geraamd op US$ 930 (US$ 46 per dag) exclusief ticketkosten. De bestedingen per dag vallen laag uit, omdat een groot deel van de bezoekers bij familie verblijft. Voor Li A Young is dit alvast een groot teken van belang hechten aan de sector. Opgetekend moet worden dat het veld anders omgaat met dit belang. “Wanneer je een ander product exporteert, komt het geld meestal in handen van één persoon/ organisatie. Bij toerisme wordt elke dollar verdeeld in de hele economie. Een toerist betaalt zijn ticket, taxi/bus, hotel, eet, drinkt, gaat op tours, koopt souvenirs etc. Vandaar dat de nadruk op het sneeuwbaleffect belangrijk is. Als er meer toeristen komen, heeft dit bijvoorbeeld ook effect op de landbouw, omdat wij meer eten nodig zullen hebben”, vertelt Li A Young. Omdat wij nu zien dat die dollar niet komt in één hand, is men volgens de STS-directeur gauw geneigd om de sector te onderschatten. Een stuk lokale bewustwording ziet hij nog steeds eraan te pas komen.
Bijdrage overheid
De investering van de overheid in de sector zelf is bitter weinig. De STS wordt van het jaar omgevormd tot Toerisme Autoriteit. Dit om de sector naar een hoger niveau te tillen. Er komt een gezaghebbend orgaan voor in de plaats. “STS heeft zijn tijd gehad en is nu het moment aangebroken om toerisme op een hoger niveau te brengen”, zei minister Ferdinand Welzijn vorig jaar. De huidige organisatie heeft echter al geruime tijd geen subsidie ontvangen. Dit, ondanks het geld wel op de begrotingen van de desbetreffende ministeries werd opgebracht. Ook de Suriname Hospitality and Tourism Training Center (SHTTC), die dienstverleners voor de sector moet opleiden, heeft al meer dan een jaar geen geld gekregen.
Los van dat de hele economie zou kunnen profiteren van deze sector, heeft de overheid er ook speciaal baat bij. De overheid ontvangt op elk vliegticket 8% omzetbelasting.
Als de inkomsten met de 278.035 gekochte tickets in 2017 wordt vermenigvuldigd, heeft de staatskas er zeker wat aan. En dan nog niet eens meegerekend alle belastingafdrachten die de rest van de stakeholders zullen registreren. Op de nieuwe begrotingen van 2018 is er wel geld opgebracht voor de STS (SRD 1.605.000) en de SHTTC (SRD 512.000). Echter kunnen beide organisaties met dit deel van het geld nauwelijks de personeelskosten betalen, laat staan een nationale of zelfs internationale marketing opstarten om aan de bewustwording te werken. Als die het geld inderdaad ontvangen, is nog een open vraag. De regering heeft voor het uitvoeren van programma’s wel SRD 5,951.000 begroot. Ook hierover is er nog onduidelijkheid. Toerisme kan groeien als de nodige creativiteit aan de dag wordt gelegd. Men moet nu veel hebben van mond tot mondreclame. Critici menen dat met het wegblijven van de creativiteit binnen de sector, de trend voor terugval ook wordt ingezet.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!