Saamaka traditioneel gezag protesteert tegen uitspraken RO-minister

Woordvoerder Iwan Adjako licht de brief toe die aan het parlement is overhandigd (foto: Anil Ramkumar)
Woordvoerder Iwan Adjako licht de brief toe die aan het parlement is overhandigd (foto: Anil Ramkumar)
“Op dit moment worden dagelijks meer dan 100 trucks rondhout uit het Saamaka- en Matawai-gebied naar de stad vervoerd voor export. Dagelijks verdwijnen 10-tallen hectaren oerwoud. De kreken en rivieren worden zwaar vervuild en verminkt tot ondrinkbare giftpoelen, zowel voor de mens als voor de dieren en de hele natuur. Heuvels en bergen worden omgevormd tot diepe kraters en poelen die straks, als de grote bedrijven weg zullen zijn, als moordende valkuilen achterblijven, en zodoende het bos onbetreedbaar zullen maken voor hen die daar nog moeten leven. Het wild wordt overbejaagd. Niemand houdt zich aan de jachtwet. De vraag is wie hiervan profiteert? Alvast de buitenlandse aandeelhouders en waarschijnlijk ook enkele rijken in de stad. De lokale bevolking niet, noch Suriname als natie. Moet het lokaal gezag verdwijnen opdat de buitenlandse bedrijven met hun Surinaamse basja’s dan vrij spel krijgen en het hele binnenland kunnen leegplunderen?” Met deze vraagpunten heeft het Saamaka traditioneel gezag gisteren bij het parlement officieel protest getekend tegen de manier waarop de minister van Regionale Ontwikkeling (RO) omgaat met de binnenlandse gezagsstructuur. De voorzitter van het parlement was niet in de gelegenheid de protestbrief persoonlijk in ontvangst te nemen. De griffier nam deze namens de voorzitter in ontvangst.
Op 9 oktober 2016 werd Albert Aboikoni geïnstalleerd als de opvolger van de ingeslapen Gaama Belfon Aboikoni. De regering werd hiervan op de hoogte gesteld door middel van een officieel document, gestempeld en ondertekend door de waarnemend granman en het merendeel van de hoofdkapiteins. De traditie vereist dat na deze kennisgeving de gaama door de regering naar Paramaribo wordt uitgenodigd en daar wordt erkend als de door zijn volk verkozene. Het is dus niet de regering die de gaama benoemt, enkel de erkenning van de persoon die aan het instituut invulling geeft, valt haar ten deel. Sinds de Vrede van 1762 is de gaama, samen met zijn raadgevers, de directe gesprekspartner voor de overheid in de stad betreffende alle zaken die beide partijen, of een van beide, aanbelangen.
Op 17 november 2017 stuurde het traditioneel gezag opnieuw een brief aan de president en de minister met de vraag de gaama te willen ontvangen. “De enige reactie die hierop volgde, was dat de minister in het parlement op 14 december aangaf dat er in het binnenland een gezagsvacuüm heerst en, in bedekte termen, dat hij de rol van gaama op zich wil nemen. Omdat hierdoor bij ons vragen rijzen, verzoeken wij elke Surinamer na te gaan wat de bedoelingen van de regering met betrekking tot het binnenland werkelijk zijn”, schrijft het kabinet van de gaama.
Gaama Albert heeft samen met het traditioneel gezag een andere beleidsvisie. Zij zien het binnenland als een veilige haven voor elke Surinamer. “Wie zich de moeite getroost internationale rapporten en verdragen te lezen, weet dat er voor ons tijden liggen waarin gezonde voeding en goed drinkwater schaars zullen worden. Gaama Albert voorziet dat wij nu moeten samenwerken om dit veilig te stellen voor elke Surinamer en voor de wereld. Wij roepen daarom elke Surinamer op, zowel in stad als binnenland, samen met ons deze strijd voor het behoud van ons aller leefmilieu te voeren”, menen de belanghebbenden. De Saamaka brengen daarbij in herinnering dat zij sinds de Vrede van 1762 goede relaties onderhouden met de regering in de stad, zowel tijdens het koloniale tijdperk als na de onafhankelijkheid van Suriname, en spreken de wens uit dat dit voor de toekomst mag worden behouden. De houding en uitspraken van de minister ervaren zij als een ondermijning en een gevaar voor deze relatie. De vraag stelt zich of de minister in deze het beleid van de regering vertolkt.
Beleefdheidsbezoek op 5 februari
Aboikoni komt op 5 februari voor een beleefdheidsbezoek richting Paramaribo. Het parlement is verzocht om daartoe de voorbereidingen te treffen. Sinds zijn installatie, en aantal pogingen, wordt dit uiteindelijk zijn eerste bezoek aan Paramaribo. “Als hij niet ontvangen wordt, zal het in de geschiedenis van Suriname ook geschreven staan dat er een gaama richting de stad is gekomen en niet ontvangen is. Feit is dat wij ons plicht nakomen om de president een bezoek te brengen. Als de president hem niet ontvangt, dan is dat des president en DNA”, stelt woordvoerder Iwan Adjako. Het ministerie wenste niet te reageren op deze protestbrief, gezien het ingediend was bij het parlement. Indien het parlement nu hier werk van maakt, zal het ministerie wel automatisch moeten reageren op gestelde vragen in het parlement.

error: Kopiëren mag niet!